"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Geteld, geteld

Vrijdag, 12 maart, 2021

Geschreven door: Miklós Bánffy
Artikel door: Jan Koster

De wereldverbeteraar en de verkwister

[Recensie] In Geteld, geteld heeft Miklós Bánffy een bijna vergeten tijdperk op een schitterende manier tot leven gewekt. Het is het eerste deel van de Transsylvaanse trilogie die zich afspeelt in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog. In die periode behoorde Transsylvanië tot het Hongaarse deel van de Habsburgse Dubbelmonarchie. Politiek is het al onrustig, de feestende adel heeft geen benul van de nakende ondergang van het immense rijk.

In het nawoord vertelt Jaap Scholten dat de voorspelbare politieke en geschiedkundige aardverschuiving de belangrijkste motivatie was voor Bánffy om dit boek te schrijven. Niet zozeer in verband met de Eerste Wereldoorlog maar vooral omdat men er nauwelijks blijk van gaf er iets van te hebben geleerd. Toch is het geen politieke roman, het speelt een rol, een wezenlijke, maar wel op de achtergrond. Het zicht erop wordt belemmerd door intense en beeldende beschrijvingen van het lege leven van de aristocratie. Juist dat benadrukt het pijnlijke onbenul van de heersende klasse die vrijwel alleen maar oog heeft voor dagenlange feesten, jachtpartijen, danspartijen waarop hevig wordt geroddeld en huwelijken en allianties worden bekokstoofd, en gokken, heel veel gokken.

In die zin zou je Geteld, geteld kunnen lezen als een maatschappijkritische roman. Maar het is toch vooral een vertelling over het ongelukkige liefdesleven van twee neven. De ene is Bálint Abády, de ander László Gyeroffy  

Bálint Abády

Boekenkrant

De eerste valt voor een getrouwde vrouw, Adrienne Miloth. Deze is overhaast getrouwd maar zij krijgt al snel spijt van dat huwelijk, dat vanaf de eerste nacht een grote mislukking is. Scheiden is echter onmogelijk en zij moet het maar uitzingen. Zij verpietert en leeft alleen op als Bálint en zij elkaar ontmoeten. Vroeger hadden zij een hechte band die gebaseerd was op gedeelde intellectuele en culturele interesses, maar hun leven ontwikkelde zich langs verschillende wegen.

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en als zij elkaar eindelijk weer eens zien op een groot feest dan is er nog steeds die aantrekkingskracht. Aanvankelijk treffen zij elkaar heimelijk, later steeds openlijker. Hun liefde is geen geheim meer en zelfs de echtgenoot van Adrienne weet ervan. Sterker nog: hij maakt allerlei stekelige toespelingen dat hij er nauwelijks moeite mee lijkt te hebben. Hij gaat verder zijn eigen gang en bemoeit zich nauwelijks met hen. Dit is een bijzonder fascinerend aspect dat de fantastische vertelkwaliteit van deze auteur kenmerkt. Want zonder het met zoveel woorden te zeggen zinspeelt hij ook op andere aspecten van dat ongelukkige huwelijk.

Bánffy beschrijft uitgebreid de omzichtige pogingen van Bálint om zijn uiteindelijke doel te bereiken. Tijdens dat “proces” blijkt de wispelturigheid van deze dame, maar er zijn ook andere redenen dat zij de boot afhoudt. Fascinerend goed beschreven!

Tussen de bedrijven door is Bálint met zijn politieke loopbaan bezig. Bálint ontwikkelt zich tot een wereldverbeteraar die zich opwerpt als beschermer van de werkende klasse en het daardoor aan de stok krijgt met corrupte notabelen.

László Gyeroffy 

Zijn liefdesgeschiedenis is minder gedetailleerd, beknopter. Ondanks hun goede vriendschap is hij een heel ander persoon dan neef Bálint. László is begonnen aan een rechtenstudie maar die stopt hij omdat zijn hart uitgaat naar de muziek. Hij stroomt in in een serieuze opleiding maar hij heeft een enorme achterstand in te halen. Het lukt hem en hij weet zelfs enig succes te bereiken. Hij raakt verliefd op een jongedame en het is wederzijds. Ook hier is er een complexe situatie. Er is een moeder die andere plannen met de jongedame heeft, maar er is meer. László is iemand die sowieso zeer goed in staat is om zijn glazen in te gooien, maar dit doet hij op waarlijk glorieuze wijze!

Deze liefdesgeschiedenissen zijn de twee overheersende verhaallijnen in Geteld, geteld, met op de achtergrond de politieke verwikkelingen. Bánffy gebruikt het als kapstok om het lege leven van die aristocratie te beschrijven en dat doet hij uitstekend. Het gekonkel en gemanipuleer van ouders die hun kinderen aan een geschikte partij willen koppelen, becommentarieerd door malicieuze roddeltantes, is fascinerend. Dat geldt ook voor het verloop van de feesten die meerdere dagen en nachten duren, die volgens vaste rituelen verlopen, beschaafd beginnen en vaak liederlijk eindigen. En er zijn natuurlijk de uitwassen. Dronkenschap, politiek gekonkel in achterkamertjes met ingrijpende gevolgen, gokken en kaartspelen met torenhoge, levensbedreigende inzetten, duels om niets, het is er allemaal.

Slechts één aanmerking heb ik op dit schitterende boek en dat is de ongelooflijke hoeveelheid overbodige details. Dan heb ik het niet over de prachtige, bijna poëtische beschrijvingen van de natuur. Ook niet over de lyrische manier waarop de hoofdpersonen hun gevoelens van liefde uiten. De romantiek spat van de pagina’s. Wel over het enorme aantal personages dat een naam krijgt en die tot in detail worden beschreven en getypeerd terwijl zij verder volkomen irrelevant zijn.

Als Bánffy daarmee wat zuiniger zou zijn geweest zou dat de leesbaarheid nog meer ten goede zijn gekomen. Het is slechts het enige kleine minpuntje dat kleeft aan het verder bijzonder imponerende Geteld, geteld.

Eerder verschenen op JKleest.nl

Boeken van deze Auteur: