"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Gewoon K

Dinsdag, 13 december, 2016

Geschreven door: Chantal Deen
Artikel door: Ruud Verwaal

Een optimistisch, niet te verduisteren zonnetje

[Recensie] Zoals meer boeken over ervaringen met kanker is Gewoon K gebaseerd op een al eerder bestaand blog van de auteur. Chantal Deen schreef op het internet leuke stukjes die werden opgemerkt, en nu ligt er een boek. Een knalroze boek, want het gaat over haar leven met borstkanker. “Indrukwekkend mooi”, staat er op het omslag, een citaat van Quinty Trustfull dat als aanbeveling moet dienen.

Indrukwekkend is het zeker. Deen laat een onuitwisbaar spoor achter van vlammende hoofdstukjes over opkomst en ondergang van haar verschrikkelijke ziekte, die ze met groot optimisme te lijf gaat. En met humor, vindt ze zelf. Dat is dan wel humor waar je van moet houden. Hoofdstuktitels als Tiet voor goed nieuws! en Komt een vrouw bij de Mammapoli doen al bij de inhoudsopgave het ergste vrezen. En dan moet nog gaan blijken dat Deen schrijft zoals ze praat. Bedenk daarbij dat ze zichzelf op meerdere plekken omschrijft als iemand die last heeft van verbale diarree, en je snapt dat Quinty’s kwalificatie mooi de lading niet echt dekt.

En toch is het fascinerend, want ondanks al die uitroepen (asjemenou, chop chop, bam, pfiew), het cliché van de rit in de achtbaan, en pagina’s vol ongein, schijnt tussendoor voortdurend een optimistisch zonnetje dat zich niet laat verduisteren. Zelf houdt ze niet van de zon, en ze zou liever hebben dat hij de andere kant op zou schijnen. Het is haar met dit boek gelukt om de warme stralen op de lezer te richten. En uiteindelijk stemt dat toch vrolijk, al wordt dat vergemakkelijkt door de goede afloop. Ze weet een realistisch beeld te scheppen van wat je allemaal overkomt als je door kanker getroffen wordt, en doet dat zonder schaamte. Hier en daar is het ronduit ontroerend, vooral wanneer ze schrijft over haar puberkinderen en hun reacties op haar ziekteproces. Er staan veel mensen om de patiënt heen, een van de weinige voordelen van betrekkelijk jong en heel ziek zijn.

Deen laat ook niet na om op originele manier al die mensen te bedanken voor de steun die ze van hen heeft ontvangen. Ze doorspekt haar verhalen met citaten, en elk hoofdstuk eindigt met een al dan niet zelfverzonnen spreuk of gezegde. Jammer is wel dat de bron van de citaten niet altijd genoemd wordt: de vertaler van Auden’s gedicht Funeral Blues had beter verdiend.

Kookboeken Nieuws

Eerder verschenen in Hematon Magazine


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.