"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Gezien, gekend, geliefd

Zondag, 30 mei, 2021

Geschreven door: Gary Chapman
Artikel door: Wolter Huttinga

Geloofstaal over Gods liefde

De auteurs

[Recensie] Gary Chapman is de schrijver van het wereldwijde fenomeen

Thematiek

In dit boek passen de auteurs de vijf liefdestalen van Chapman toe op de manier waarop God mensen in zijn liefde aanspreekt. Het boek wil dus helpen de verschillende mogelijke niveaus van liefdestalen te verkennen, en te kijken hoe God die taal spreekt en mensen in hun eigen behoefte adresseert.

Kookboeken Nieuws

Net als bij Chapmans bestseller is het idee achter dit boek even simpel als treffend: we willen allemaal ‘gezien, gekend en geliefd’ worden, we hebben allemaal een fundamentele behoefte aan liefde. Maar hoe komt die liefde bij ons? Hoe raakt die mijn leven en mijn hart en hoe kan ik daaruit gaan leven?

Dienstbaarheid

Ik ergerde me behoorlijk aan de oppervlakkigheid waarmee het hele idee hier uitgewerkt wordt. Een paar voorbeelden: Dienstbaarheid is één van de vijf liefdestalen. In het boek wordt een meisje opgevoerd dat in de tuin onkruid gaat wieden om haar ouders te verrassen. Maar die poging strandt en ze geeft de moed op.

Het boek stelt dit voor als haar verlangen naar ‘gerechtigheid’ en haar behoefte om daarin gezien en erkend te worden. Iets wat de auteurs echter volstrekt niet proberen te begrijpen is de reden waarom mensen veelal dienstbaar zijn. Een meisje dat onkruid voor haar ouders gaat wieden – dat riekt naar een angstige manier om niet tegen te vallen en om liefde te verdienen, in plaats van dat het hier om een positieve, gevende kracht gaat.

Ook in relaties vervult dienstbaarheid vaak deze rol. Het gaat hier volstrekt niet om een neutrale ‘taal’ die wij mensen ongecompliceerd zouden kunnen spreken, zonder dat ego en angst er een rol in spelen. Alleen al het simpele feit dat ‘dienstbaarheid’ en ‘cadeaus geven’ als twee aparte talen worden opgevat, terwijl ze in feite allebei gaan over ‘geven’, is een ondraaglijke oppervlakkigheid van het boek. Dat het in die beide ‘talen’ ten diepste gaat over de allerspannendste én allermooiste roeping van het leven – namelijk het geven van jezelf – wordt nergens door de auteurs opgepikt.

Liefdestaal

Nog een ergernis. De taal van lichamelijk contact is natuurlijk makkelijk te herkennen als liefdestaal. “Zeg even niets, maar hou me vast”, is zo’n zin die iedereen begrijpt. Maar hoe kan dat een liefdestaal van God zijn? God kan ons niet even lekker vastpakken om duidelijk te maken dat Hij van ons houdt.

Daar zouden theologische oplossingen te verzinnen zijn, maar de auteurs duwen ons gewoon door de strot dat we door God worden ‘geknuffeld’, of we ons daar nu van bewust zijn of niet. Terwijl je dit leest “slaat God zijn armen om je heen en geeft je een prettige omhelzing”. Ja, leuk, die woorden, maar dat woorden niet hetzelfde zijn als een fysieke aanraking was nu juist het hele punt toch?

Het boek staat vol met voorbeelden van taal die de plank misslaat. “Dat is zo opwindend aan een relatie met God: we mogen constant geven en ontvangen!” Opwindend? Misschien is het heel moeilijk, misschien is het ook heel mooi en tegelijk buitengewoon lastig. Maar de auteurs doen niet aan complexiteit en hanteren bij voorkeur de megafoon.

Reden om dit boek niet te lezen

Die zal onderhand wel duidelijk zijn? Ik kan eraan toevoegen dat de “geef je hart nu maar aan Jezus”-toon van met name Moore niet zo aan me besteed is.

Reden om dit boek wel te lezen

Je kunt heel wat afgeven op de taal en de oppervlakkigheid van dit boek, maar het mysterie van Gods liefde waarin het ons wil inleiden, dat blijft zelfs ondanks de onbenulligheid van dit boek overeind. God is niet te beroerd voor clichés.

Eerder verschenen in Trouw