"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Gladiatoren

Woensdag, 24 januari, 2018

Geschreven door: Annelies Koster
Artikel door: Vera Weterings

Helden van het gewone volk en de elite

[Recensie] Gladiatoren spreken tot de verbeelding. Ondanks hun wreedheid waren de spelen uitermate populair in het Romeinse Rijk en ook nu nog met vertolkingen in strips, films en boeken. Iedereen kent wel de uitspraak dat het volk verlangde naar ‘brood en spelen’. De spelen waren niet alleen populair bij het gewone volk, maar ook bij de elite. Zo zijn er prachtige vloermozaïeken, drinkbekers en vazen met daarop afbeeldingen van gladiatorengevechten gevonden en ook terracottabeelden van gladiatoren. Daarnaast vinden we in de graffiti die in Pompeï is overgeleverd getekende gladiatoren, zelfs met naam. In de tentoonstelling Gladiatoren in Museum Het Valkhof [2016] waren voor het eerst bijzondere vondsten uit het Colosseum in Rome te zien in Nederland. Zo waren er reliëfs, schilderingen, bouwsculpturen, wapenrustingen en zelfs antieke ‘merchandise’ met daarop afbeeldingen van gladiatoren uit het Colosseum te zien.

In de tentoonstelling wordt het stereotypebeeld dat we kennen van gladiatoren, als woestelingen die leefden om te vechten, genuanceerd in beeld gebracht. De bijbehorende tentoonstellingspublicatie doet ditzelfde en biedt een blik achter de schermen van de wereld van de gladiatoren. Aan de hand van artikelen van verschillende auteurs wordt ingegaan op de verschillende aspecten die bij ‘brood en spelen’ hoorden; van het dagprogramma waarin gevechten met wilde dieren, executies en gladiatorengevechten elkaar opvolgden tot de bouw en architectuur van het grootste amfitheater ter wereld en van de opleiding van de verschillende gladiatoren tot het doordringen van de gladiatorencultuur in de hedendaagse Nederlandse regio.

Zo behandelt Olivier Hekster als eerste de herkomst van de gladiatorenspelen. Hij wijst op het feit dat het zelfs in de Romeinse tijd merkbaar was dat men de spelen niet wilde toeschrijven aan de eigen cultuur, maar liever aan een vreemde. In de Romeinse tijd wordt als vreemde cultuur vaak gebruik gemaakt van de Etrusken. Naast de Etrusken krijgen echter ook de Campaniërs de oorsprong van de spelen in hun schoenen geschoven. De Campaniërs leken meer op de Romeinen en in hun regio zijn ook vele amfitheaters gevonden. Hekster wijst op de volgende bron:

“De Romeinen organiseerden het optreden van gladiatoren, een gewoonte die ze hadden overgenomen van de Etrusken…” (Nikolaos van Damascus, Athletica 4.53) (p. 9)

Boekenkrant

Toch waren de spelen, ondanks hun wreedheid, uitermate populair in het Romeinse Rijk. De populariteit van de spelen ging zelfs zo ver dat zelfs de Griekse koning Antiochus in Delphi Romeinse spelen organiseerde met maar liefst vierhonderdtachtig gladiatoren. Deze beschrijving wijst er op dat de spelen door nieuwe gebieden werden gebruikt om te laten zien hoe Romeins de gebieden waren. In de derde en tweede eeuw voor Christus verrijzen nieuwe amfitheaters in met name de westerse gebieden van het Romeinse Rijk. De reden dat nieuwe theaters niet in de Griekse gebieden ontstonden, was dat hier al theaters waren die gebruikt konden worden.

In het tweede artikel gaat Rosella Rea, directeur van het Colosseum, in op de architectuur van het grootste amfitheater ter wereld, het Colosseum. Hierna vertelt Fik Meijer over het dagprogramma van de spelen, waarna Daniëlle Slootjes ingaat op de ingenieuze logistiek die de circa 75.000 bezoekers naar hun plaatsen moest brengen. Hoewel er nog relatief weinig onderzoek is verricht naar de logistiek bij spelen in het Colosseum en de antieke bronnen hier ook weinig informatie over geven, kan onderzoek met behulp van moderne computertechnieken interessante inzichten geven. Het Colosseum had zo’n 76 ingangen en een capaciteit van zeker 50.000 zitplekken, inclusief staanplaatsen was er plek voor zo’n 75.000 toeschouwers.  Aan de hand van Virtual Reality Technology kunnen simulaties worden gemaakt van de in- en uitstroom van bezoekers. Hoewel deze simulaties nog in de kinderschoenen staan, is al wel gebleken dat er vertraging kon oplopen bij de toestroom van mensen op de bovenste verdiepingen doordat hier gebruik werd gemaakt van smallere gangen om op de galerij te komen.

In een volgend artikel behandelt Vincent Hunink de spelen aan de hand van dichter Martialis. Hierna gaat Annelies Koster in op de verschillende soorten gladiatoren en focust Eric Moormann zich op de wapenrustingen van gladiatoren aan de hand van een belangrijke vondst van een aantal wapens en onderdelen van wapenuitrustingen. Deze rijkversierde helmen en beenbeschermers van brons, pronkstukken in de tentoonstelling, zijn gevonden in minstens tien vertrekken in de openluchtfoyer van het grote theater in Pompeï. Moorman gaat in op de gladiatoren in Pompeï waarna Lotte Drouen zich in een volgend artikel toespitst op de vrouwelijke gladiatoren. Hoewel historici tien jaar geleden gladiatorengevechten met vrouwen in de hoofdrol voornamelijk afdeden als ‘klucht’ zijn er de laatste tijd steeds vaker onderzoekers die door het historisch materiaal opnieuw te bekijken concluderen dat vrouwelijke gladiatoren waarschijnlijk vaker voorkwamen en werden afgebeeld dan tot nu toe werd gedacht. Drouen gaat in op de literaire, epigrafische en juridische bronnen uit de Romeinse tijd waarin vrouwelijke gladiatoren voorkomen en concludeert dat vrouwen voor het eerst in de arena gingen vechten tegen het einde van de eerste eeuw voor Christus.

Louis van den Hengel vergelijkt in een hierop volgend artikel de betekenis van gladiatorengevechten met het geweld in onze tijd. Hierna behandelt Stephan Mols de geschiedenis van het Colosseum na de Oudheid. Tot slot volgt een aantal artikelen over amfitheaters, gladiatorenspelen en ander volksvermaak in onze regio. Zo behandelt Harry van Enckevort het amfitheater in Nijmegen, het tot nu toe enige bekende theater uit Romeins Nederland. Het boek wordt afgesloten met een viertal artikelen over vondsten uit Romeins Nederland, te weten een grafsteen met gladiatoren uit Maastricht, een versierde beker uit Nijmegen, een wandschildering uit Maasbracht en een beeldje van een desultor, een acrobaat met paarden, uit Nijmegen.

De korte informatieve hoofdstukken zijn rijkelijk geïllustreerd waardoor de lezer een goed beeld krijgt van de gladiatorengeschiedenis die wordt beschreven. Het boekje toont prachtige illustraties van de objecten die in de tentoonstelling te zien zijn, maar is niet slechts een tentoonstellingspublicatie. Het compacte boek is ook een ideale eerste introductie die de vele aspecten van de wereld van de gladiatoren op heldere wijze in beeld brengt en daarnaast ook een interessant inkijkje geeft in de Nederlandse vondsten op het gebied van gladiatorenspelen.

Eerder verschenen op Hereditas Nexus