"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Gordel van geweld

Woensdag, 24 oktober, 2018

Geschreven door: Art de Vos
Artikel door: Karin de Leeuw

Overleven in Indië

[Recensie] Een Nederlandse man besluit beroepsmilitair te worden en vertrekt naar Nederlands Indië. Het is 1932. Henk Navest is 29 en ontvlucht daarmee de crisis in Nederland en misschien ook wel het saaie leven in Ede en de Enkafabrieken. Zijn vader was ook in het KNIL geweest.

Henk is een buitenman, iemand die gemaakt lijkt te zijn voor een hard soldatenbestaan. Hij wordt onderofficier in het Koninklijk Nederlandsch-Indische Leger (KNIL) en kan het goed vinden met zijn goeddeels Molukse ondergeschikten.

In de tien jaar daarna volgt een huwelijk en de geboorte van drie kinderen, twee jongens en een meisje. Maar dan komt in 1942 de Japanse aanval, kampen – voor de mannen in Birma, voor de vrouwen in Indië – en aanvankelijk, in 1945, terugkeer naar het ‘gewone leven’ in Indië. Henk is immers beroeps. Hij is vrijwel meteen weer inzetbaar. Trijntje, zijn vrouw, is weliswaar Nederlands maar geboren en getogen in Indië. Ze beschouwt het als het vaderland van het gezin. Geleidelijk is Indië echter een Gordel van geweld geworden die zwaar om hun lendenen hangt.

Het leven op de buitenpost in de archipel en de daaraan voorafgaande jaren in het kamp hebben van de twee jongens, Ab en Ceel, een stelletje rouwdouwen gemaakt. Pakkend is het verhaal wat er gebeurt wanneer hun vader met zijn mannen een krokodil vangt die een visser heeft opgegeten. Het is een beeld dat je bijblijft en dat je doet begrijpen hoe moeilijk de jongens het later gehad moeten hebben op hun school op de Veluwe. Het waren dan ook beroemde vechtersbaasjes, buitenbeentjes die bovendien zo raar roken naar dat vreemde eten dat ze thuis maakten.

Boekenkrant

Moeder zat in de jaren na het kamp niet alleen met haar eigen trauma en de zorg voor haar kinderen, maar ook met het verdriet om haar vader die niet terugkwam en haar moeder en zusje die naar Nederland ‘gerepatrieerd’ (ze kwamen er helemaal niet vandaan) waren. Daarbij bleek haar man niet te kunnen praten over wat hij had meegemaakt. Hij vluchtte in het werk en zijn kameraadschap met zijn manschappen. Hij had ook zorgen genoeg. Waar begint elkaar dekken in een hiërarchische situatie bijvoorbeeld en waar wordt het een oogje dicht doen voor ongeoorloofd en onredelijk geweld en wreedheden? Thuis kwam Henk weinig.

In 1950 keert het gezin terug naar Nederland, berooid. Nederland heeft in die tijd weinig op met deze mensen. Er is nauwelijks bewustzijn van wat hen is overkomen. Ze blijven zich buitenstaanders voelen. Henk wordt vervolgens weer terug gestuurd naar Indië, maar ook hij komt uiteindelijk terug. Zijn vrouw weet een nieuwe uitzending, naar Korea, te voorkomen door inzet van haar netwerk.

Het lot van de Molukse manschappen laat Henk de rest van zijn leven niet los. Tot op zijn doodsbed heeft hij er last van dat hij ze niet heeft kunnen beschermen tegen de grillen van de geschiedenis en tegen het regeringsbeleid. Hij beseft dat er onrecht is gedaan.

Het is duidelijk dat de auteur, historicus Art de Vos, vindt dat ook Henk en zijn gezin slecht behandeld zijn. Hij wil laten zien wat de direct betrokkenen dreef en overkwam in de nadagen van het koloniaal bestuurd Indië.

Het lot van repatrianten was zeker niet gemakkelijk. Het zwijgen van de Nederlanders die hen ontvingen, was pijnlijk. Het gemis van je eigen land, de zon en het eten maakt dat kinderen en volwassenen iedere dag voelden hoe ver ze van ‘huis’ waren. Daar boven op kwam dat de Nederlandse publieke opinie zich in de loop der jaren tegen de herinnering aan het koloniaal verleden keerde, waardoor er een impliciet moreel oordeel werd uitgesproken over degenen die ooit ‘kolonialen’ waren geweest. Niet voor niets citeert De Vos tante Ita, een van de hoofdpersonen uit het boek die zegt: ”Het overgrote deel van de mensheid heeft niets te kiezen. Hun overkomt gewoon de loop der geschiedenis.” Of je het er mee eens bent, mag de lezer zelf bepalen. Voor de familie Navest verwoorde het een gevoel dat ze hadden.

Art de Vos heeft uit een groot aantal documenten en gesprekken een gedetailleerde interpretatie geschreven over wat dit gezin is overkomen. Hij doet dat geheel vanuit het verhaal en perspectief van de familieleden. Het is gedeeltelijk geschiedschrijving, gedeeltelijk fictie en al met al levert het een leesbaar geheel op, een interessante bijdrage in de stroom biografische geschriften die momenteel verschijnen.

Persoonlijk vind ik het jammer dat het niet verder in gaat op de jaren die volgden in Nederland. Hoe beleefde deze familie bijvoorbeeld de treinkapingen door jonge Molukkers? Ik begrijp dat de familie zelf geen zin had hierover te vertellen. Het zou het boek interessanter hebben gemaakt, juist waar het nu wel eens te eenzijdig is.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles