"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Groot Biegel sprookjesboek

Zaterdag, 15 mei, 2021

Geschreven door: Paul Biegel, Charlotte Dematons
Artikel door: Jaap Friso

Paul Biegel kon geen slechte verhalen schrijven

[Recensie] Zes van de dertig verhalen in het Groot Biegel Sprookjesboek beginnen met ‘er was eens’, of een variant daarop, en eentje met: ‘lang geleden’. Ruim voldoende om er het etiket sprookjesboek op te plakken al is het een interessante vraag wat voor soort verhalen Paul Biegel eigenlijk schreef. Natuurlijk, er komen kabouters en feeën in voor en tovenarij; en er wordt een beroep gedaan op de fantasie. Maar het zijn geen sprookjes in de klassieke zin van het woord, het zijn Biegeliaanse verhalen.

Over een jongetje dat denkt dat hij een kastje met woorden in zijn keel heeft en dat hij nog maar een beperkt aantal keer het woord ‘ik’ kan gebruiken. Over een grootvader die beweerde dat hij de gebroeders Kietelklauw tevoorschijn kon toveren en een hobbelpaard dat ’s nachts tot leven komt. Of twee kinderen die een gouden bal overgooien en er ongemerkt voor zorgen dat de zon op én weer onder gaat. Geen nieuwe werelden vol magie en merkwaardige wezens. Maar geënt op een herkenbare situatie uit het dagelijks leven, waarin vaak een vleugje magie opduikt.

Dochter Leonie Biegel, die de erven beheert, zocht samen met uitgeverij Gottmer, die sinds een jaar de Biegel-boeken in het fonds heeft en opnieuw uitgeeft, dertig verhalen uit die allemaal al eerder gepubliceerd zijn. Bijvoorbeeld in het vrij recente De zoute goudvis uit 2015 waarvan het titelverhaal ook in dit boek is opgenomen. Charlotte Dematons maakte gloednieuwe illustraties bij de verhalen en Erik van der Veen en Caroline de Lint namen de vormgeving voor hun rekening. Vormgevers komen niet vaak aan bod in besprekingen maar in dit geval zou het onterecht zijn ze niet te vermelden. Het is een speels opgemaakt en uitermate verzorgd boek geworden, met mooie icoontjes bij ieder verhaal (en bonuspunten voor het leeslint). Verhalen die over gekleurde pagina’s lopen, waar de illustraties doorheen meanderen; over iedere pagina is nagedacht.

Charlotte Dematons is in vorm. Ze is dienstbaar maar vertelt ook een eigen verhaal en maakt beelden waar de lezer op door kan fantaseren. De drie dwergjes zijn te grappig, het papieren paleis is wonderschoon en de nevelkindertjes bij boer Japik zijn ontroerend. Dematons weet ingetogen uitbundigheid te creëren. Het is vol en rijk maar nooit over de top of dwingend.  De illustraties zijn op een vanzelfsprekende manier divers met kinderen en kabouters in vele kleuren. Wie goed kijkt, ziet een mini-portretje van Paul Biegel zelf in een poppenhuis hangen, het soort details waar Dematons graag mee speelt.

Boekenkrant

Biegel kon eigenlijk geen slechte verhalen schrijven. Althans, hij stuurde ze blijkbaar niet op voor publicatie. Alle dertig verhalen zijn raak en bijzonder en getuigen van een fantasierijke geest en vooral een vloeiende pen. Het ritme en de muzikaliteit zijn ongekend, net als de fraaie taalvondsten. ‘De kwaje-graaihaai, de slippe-slappe-sliereslak en de volle-bolle-rolbuikvis en de kalme talmzalm’. Een fee ‘met vleugels van wirwargaas’ en ‘ben je niet meer hobbel’ tegen het hobbelpaard. De versjes zijn geniaal in hun eenvoud: ‘Scheepje kom, touwtje krom – wij willen mee naar de blauwe zee – de zee zonder drup, een twee hup’.

Het ene verhaal is nog prachtiger dan het andere. De ontroering in ‘De nevelkindertjes’, de mystiek van ‘Het wolkenschip’ en de liefde in ‘Het mooiste huisje van de wereld’. Waarin terloops grote thema’s rond verdriet en verlies worden aangestipt. Maar het zijn vooral verhalen over dromen en verbeelding met een ondertoon van verbazing en verlangen.

Groot Biegel Sprookjesboek is een buitengewoon bijzondere uitgave die alles in zich heeft om een klassieker van klassiekers te worden.

Eerder verschenen op Jaapleest

Boeken van deze Auteur: