"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Handboek voor natuurwandelingen

Maandag, 9 april, 2018

Geschreven door: Koos Dijksterhuis
Artikel door: Anne van Kessel

Verwonderd wandelen in Nederland

[Recensie] In zijn nieuwste boek beschrijft Koos Dijksterhuis twaalf wandelingen door verschillende Nederlandse landschappen. Hij beschrijft uitgebreid wat hij ziet en doet en is daarmee een erg goede gids. Soms wordt de informatie alleen iets te veel en zou je willen dat je gewoon van de natuur kon genieten.

De Nederlandse natuur is populair. Boswachters doen het goed op twitter en instagram en zijn regelmatig te horen op de radio, we duiken massaal de bioscoop in voor films als De nieuwe wildernis en De wilde stad en het thema van de Boekenweek dit jaar was niet voor niets ‘Natuur’. De boeken over de Nederlandse natuur kunnen dan niet achterblijven. Handboek voor natuurwandelingen is er zo eentje.

In dit boek beschrijft bioloog en journalist Koos Dijksterhuis twaalf wandelingen door de Nederlandse natuur. Ze voeren ieder door een verschillend landschap: strand en duin, bos, akkerland, weiland, hei, plassen, moeras, rivier, kwelder, beekdalen, heuvelland en stad. Hij beschrijft hoe het landschap is ontstaan en door de jaren heen veranderd is, wat de schadelijke invloed van de mens op de natuur is, maar ook wat je allemaal kunt tegenkomen als je aandacht hebt voor je omgeving. Om die reden loopt Dijksterhuis eigenlijk altijd alleen. Hij vertelt veel over alles wat hij ziet. En ook al geeft hij in zijn voorwoord aan ‘van veel een beetje te weten’, het lijkt soms alsof hij alles wat hij weet ook wil vertellen.

Ik ben niet anders gewend dan samen te wandelen. En had aan mijn ouders gidsen van dezelfde kwaliteit als Dijksterhuis. Mijn ouders zijn beiden bioloog en beiden werkten ze jarenlang als docent. Op vakanties wandelden we bijna iedere dag. Mijn moeder speurde met haar haviksogen de lucht af en mijn vader zocht naar amfibieën en reptielen. Ik leerde het verschil tussen hagedissen en salamanders en verwonderde me over de pootloze hazelworm. Nog steeds weten ze me tijdens wandeltochten van alles te vertellen dat ik zelf niet weet. Maar we liepen ook veel in stilte. Omdat je dan het meeste ziet. Terwijl ik het boek van Dijksterhuis lees, wandel ik in gedachten door de prachtige natuur die hij omschrijft, maar dan met een gids die in zijn enthousiasme niet weet wanneer hij beter kan zwijgen.

 Leuke weetjes

Het boek bevat ontzettend veel interessante feitjes (“Linnaeus beschreef de otterschelp als eerste en wilde hem Lutaria noemen. Hij schreef per ongeluk Lutraria, wat otter betekent.”), alsook leuke feitjes (“Izabel is een kleur die vaak in vogelboeken voorkomt, om de kleur van een vogel aan te duiden. Het is de kleur van perziken en blozende wangen.”), maar de informatiedichtheid is voor mij iets té hoog. Het zou denk ik een hoop schelen als een deel van de informatie zou zijn afgebeeld in de vorm van foto’s of tekeningen.

Boekenkrant

Ook zou ik zo graag de wandelingen die erin staan zelf eens maken. Er staan weliswaar routekaartjes aan het begin van ieder hoofdstuk, maar die lezen meer als een schatkaart. In het voorwoord legt Dijksterhuis uit dat dit bewust is gedaan, omdat hij zelf voorgeschreven routes graag aan zijn wandelschoen lapt en dat niemand wil onthouden. Toch zouden die voor de minder ervaren wandelaar best goed van pas kunnen komen.

Eerder verschenen op Kennislink