"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wat nou NRC-gebouw

Woensdag, 10 maart, 2021

Geschreven door: Diverse Auteurs, Hamid van Lohuizen
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Hoe de krakers van weleer in een droompaleis terecht kwamen

[Recensie] In 1979 hielden de krakers van het Voormalige Handelsbladge bouw een open dag voor de buurt. Ook diverse oud-Handelsbladredacteuren behoorden tot de bezoekers. Een van hen beklaagde zich bij een aantal krakers over het feit dat het kraakbolwerk in de volksmond ‘het NRC’ was gaan heten. “Het is fout, die naam, en grievend voor de Handelsbladmedewerkers,” beweerde de oud-redacteur. ‘Het NRC’, het moet natuurlijk ‘de’ NRC zijn, heeft er namelijk nooit gezeten. De oud-redacteur vroeg zich af of de krakers er niet voor konden zorgen dat de media en de mensen het weer ‘Het Handelsblad-gebouw’ zouden gaan noemen. Of de krakers dat serieus hebben geprobeerd, valt te betwijfelen. Het is in ieder geval niet gelukt. Nog steeds noemt jan en alleman, kraker of niet-kraker het gebouw ‘het NRC’.

Nu [recensie is uit 1990/red.] wordt er in het pand de laatste hand gelegd aan een ingrijpende verbouwing, die ruim twee jaar heeft geduurd. In 1987 werden de onderhandelingen tussen krakers en gemeente afgesloten en werd besloten het complex te verbouwen tot 87 wooneenheden en 7 werk- en winkelruimtes. In 1988 werd met de verbouwing begonnen. In september werd het gebouw plechtig heropend door een gemeenteambtenaar. Een dag later berichtte W. Woltz in deze krant [NRC-Handelsblad/red.]over de opening en keek hij terug op vroegere tijden. In zijn niet van nostalgie gespeende artikel haalde hij schamper uit naar de krakers die op kosten van de gemeenschap op een van de meest gewilde en duurste plekken van Amsterdam voor het luttele bedrag van driehonderd gulden per maand kunnen wonen. Hij is niet de enige van wie de krakers de laatste jaren dergelijke geluiden te horen hebben gekregen. Kraken zou lucratief zijn, en krakers zouden a-sociale voorkruipers zijn. “Anno 1990 is,” volgens de (ex-)krakers van het voormalige Handelsbladgebouw, “de verbeten minachting ten opzichte van krakers omgeslagen in een onverholen jaloezie. Immers, opeens zijn achter de door jarenlange leegstand verwaarloosde, kille tochtgaten, prachtig opgeknapte woonpanden vandaan gekomen.” In Wat nou NRC-gebouw, een uitgave van de bewonersvereniging van het voormalige Handelsbladgebouw, nemen de (ex-)krakers als het ware de handschoen van de kritiek op en geven ze hun visie op het fenomeen kraken. Het sterkste argument om hun gekraak te verdedigen, is wel de stelling: “Als wij het Handelsbladgebouw niet hadden gekraakt, was het onder de sloophamer gevallen,” en was Amsterdam weer een karakteristiek gebouw armer geweest. Dat had W. Woltz toch ook niet gewild.

Het boekje bevat daarnaast een uitgebreide terugblik op de periode van inmiddels twaalf jaar waarin het voormalige Handelsbladgebouw door krakers wordt bevolkt: de kraak in 1978, de eerste onderhandelingen met de gemeente, de vestiging van kleinschalige bedrijfjes, de aankoop door de gemeente, de verbouwing, en de huidige stand van zaken. Alles wordt er uitgebreid in verteld. Ook de hierboven beschreven anekdote is uit het boekje afkomstig.

Wat nou NRC-gebouw is een keurig boekje geworden, met een inhoudsopgave en een index. De samenstellers van het boek worden zelfs met naam genoemd. Hierdoor is het boekje ook goed leesbaar geworden voor fervente tegenstanders van het kraken. Dat was wel eens anders met publicaties afkomstig uit de kraakbeweging, die door een chaotische lay-out en een onbegrijpelijke ‘moderne’ spelling met veel X-en en woordspelingen werd gekenmerkt, en waar van de makers nooit te achterhalen waren. Niets daarvan in Wat nou NRC-gebouw. Blijkbaar zijn de (ex-)krakers net als hun pand een nieuwe fase ingegaan.

Boekenkrant

Eerder verschenen in NRC-Handelsblad

Het boek is niet meer verkrijgbaar maar hier in te zien