"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hazenpad of de kunst van het verdwijnen

Zaterdag, 7 juni, 2008

Geschreven door: Moniek Spaans
Artikel door: Daan Stoffelsen

50 variaties op ontmoeting en verdwijning

Een keizerin die zo doorluchtig is dat de keizer gewoon door haar heen loopt, die van woede ontploft en, eenmaal weer in elkaar geraakt, via een put in een boom belandt. Een haas die continu opduikt en verdwijnt en figuurzaagt. Edele heren als de hertog van Heynde en Verre, de markies van Frangipane, Al Bino, de markies van Lichtenstein, de afgezant van de koning van Colombardië (tevens de man met de hamer) die naar de gunsten van keizerin Lamborgina dingen. Een keizerinlijk reisgezelschap bestaande uit goudmakreel Krelis en koffervis Valice. U heeft een indruk.

Want Hazenpad of de kunst van het verdwijnen, de tweede roman van Moniek Spaans is beter in fragmentarische indrukken te schetsen dan met een uitgebreide plotbeschrijving. De plot is in één zin te vatten: keizerin Lamborgina gaat, na de zoveelste confrontatie met haar onzichtbaarheid, op zoek naar zichzelf en treft op en langs het hazenpad een aantal types met maffe namen en gekke gewoontes die haar in de war brengen en terug, op het pad naar het keizerlijk paleis. Dat is de rode lijn van de vijftig korte hoofdstukken, waarin er verschenen en verdwenen wordt bij het leven.

‘“Als u lacht gaan uw neusvleugels op en neer,” zei de haas. “U fladdert als het ware met uw neusgevleugelte als een klein nakend vogeltje.”
“Wel heb ik ooit,” riep de keizerin verontwaardigd, “u weet wel uit de hoek te komen.”
“Beroepsdeformatie,” zei de haas en hij piepte het hoekje weer in waaruit hij zojuist tevoorschijn was gekomen.”’

Dat was dan hoofdstuk 22. Een kenmerkend hoofdstuk: het woordspel, veelal in dialogen elkaar vliegen afvangen, staat centraal; veel gebeurt er niet. Ja, de afgezant wordt ontslagen, de smid slijt zijn citroenhouten tafeltje aan de hertog, het verdwaalde reisgezelschap van de keizerin besluit terug te keren, maar weinig wijst er – tot aan de laatste hoofdstukken toe – op dat de keizerin zelf naar huis kan.

Boekenkrant

Hazenpad is een spel, van woorden, foto’s van gefiguurzaagde bomen, laarzen en hazen, verdwijnende voetsporen met hazenoren en zelfs een verdwijnende haas in de rechterhoek van de pagina, en van dit spel zijn de regels niet meegegeven. Sprookjesachtig, maar niet per se direct te doorzien. Het maakt de lezing van de schijnbaar simpele verhaaltjes wat frustrerend. En dat terwijl wel steeds het plezier sterk doorschemert van de schrijfster, tevens beeldend kunstenaar en illustrator. Aanstekelijk plezier.

‘“De kleermaker laat u hier wonen.”
“Ja, dat vindt de kleermaker prettig. De woede opgesloten in zijn toren. Alles volgens het patroon. Daar houdt een kleermaker van, nietwaar? Daar is hij een kleermaker voor. Schijnheilige, patroonheilige, allemaal van hetzelfde laken een pak.”’

Spaans’ grappen zijn aanstekelijk, maar naarmate ook hierin een patroon ontstaat, verschijnt vermoeidheid in haar rijk der fabelen. Zoveel geestigheden bij elkaar worden al snel melig. En hoewel die al weer snel verdwijnt als bijvoorbeeld mijn favoriete personage, haas zelf, opduikt, doet de even vaak wederkerende meligheid af aan de kwaliteiten van Hazenpad. Een leuk boekje, een mooi en geestig geheel van tekst en beeld, van spel, maar eigenlijk iets te bedoeld grappig.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.