"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hee daar mijn twee voeten

Zaterdag, 3 augustus, 2019

Geschreven door: Joke van Leeuwen
Artikel door: Jaap Friso

Kwellig geestje

[Recensie] Versjes. Die benaming doet niet helemaal recht aan het werk van Joke van Leeuwen in deze bundel. Al is het vast niet oneerbiedig bedoeld. Er staan inderdaad veel ‘versjes’ in, zoals de eerste: “Hee daar mijn twee voeten / op de grond / de hartelijke groeten / van mijn mond”. Maar er staan ook wel degelijk gedichten in of wat we met een duur woord poëzie noemen.

Maakt het uit hoe het genoemd wordt? Natuurlijk niet. Het predikaat versjes is niet onlogisch omdat ze vaak kort zijn en vooral speels. Dan voelt het als een versje. Maar ‘Ouders’ is toch echt wel een gedicht, een verzuchting over bemoeizucht en betweterigheid maar met een verrassende conclusie.

“maar het schijnt dat na een aantal jaren blijkt
ook al ben je niet gebleven
heb je anders willen leven
hoe opvallend veel je toch soms op hen lijkt.”

Hee daar heeft geen duidelijke rode draad of het moet zijn dat het vaak gaat over dingen willen weten en kennis vergaren. “Wat heb ik lang niet nagedacht / over de zin van zwaartekracht / over het doel van weten”. In een ander gedicht worden feiten over dieren opgesomd en bijna gekoketteerd met de kennis doordat telkens wordt afgesloten met: “ik weet ‘t, ik weet ‘t”. Het eindigt met: “slangen kunnen sissen/ een school is een groep vissen / vissen hebben soms verdriet”. Waarna de verteller zich afvraagt of dat wel zo is. “Echt verdriet? / eh…eh…dat weet ik niet”.

Joke van Leeuwen trekt zich zoals altijd weinig aan van conventies en rijmt er, of rijmt vooral niet, op los in haar speelse stijl en dito illustraties. Ze sluit soms aan bij actuele thema’s, zoals het gedicht Mislukte poging om iemand niet op z’n telefoontje te laten kijken, maar vaker gaat het om absurdisme en fantasie.  De combinatie daarvan werkt het sterkst, bijvoorbeeld in Kwellig geestje.

“ergens in mij, in een hersenkamer
klopt een kwellig geestje met een hamer
laat door gaten nachtgedachten slapen
die dan door die kamer rond gaan kruipen
als ik maar gewoon in slaap kan komen
of gaat hij dan verder in mijn dromen?”

Van Leeuwen blijft een taalvirtuoos, alhoewel hier en daar het gevoel bekruipt dat een vers net niet helemaal af is, dat er een verfijnder afronding was geweest. Maar de verrassing en originaliteit zijn volop aanwezig. Het gedicht O hou van mij is een opsomming over houden van: “en van mijn navel met een pluisje / en van mijn kussenzachte kont / en van mijn beetje scheve mond” – en dan staat er: “en van mijn tranenafvoerbuisje”. Zo’n woord maakt een gedicht dan weer helemaal af.

De illustraties zijn gevarieerd, met malle tekeningen, stripjes en collages. Vintage Joke van Leeuwen, een fijne bundel.

Eerder verschenen op Jaapleest