"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Heerlijk, Helder

Zaterdag, 12 november, 2016

Geschreven door: Ann de Craemer
Artikel door: Sarah Verhasselt

Een terechte alarmbel voor taalwolligheid

Via de taalblog van Ann De Craemer in De Morgen wisten we al dat ze de Nederlandse taal een warm hart toedraagt. Zo vergeleek ze de schoonheid van het Nederlands met het Italiaans, maar fulmineerde ze ook tegen Frederik De Swaef, hoofdredacteur van Flair, toen die het in een interview met Annelies Beck steeds over ‘content’ had in plaats van ‘inhoud’. Ook Jan Hautekiet schenkt klare taal op Radio 1. Geen wonder dat ze de handen in elkaar sloegen voor de Heerlijk Helder-campagne, waarvan dit boek een mooi manifest is.

Op de keper beschouwd, mag het wel een klein mirakel zijn dat er – vóór de acties van De Craemer en Hautekiet – zo weinig kritiek kwam op taal van politici, juristen, academici, managers en medici. Uit angst om dom over te komen? Patiënten doen blijkbaar liever aan knikken en zwijgen, wanneer ze hun diagnose niet goed verstaan. Hetzelfde geldt op grotere schaal voor burgers die door politici om de oren worden geslagen met ‘budgettaire orthodoxie’ (een eufimisme voor ‘besparingen’), ‘regelluwte’ (minder administratie) of projecten die ‘geïmplementeerd’ (gedaan) worden. Het lijkt wel of we murw geslagen zijn door wezelwoorden: het werd dus hoog tijd dat De Craemer en Hautekiet aan de alarmbel trokken.

In Heerlijk Helder, weg met de krommunicatie! snijden ze dan ook de pijnpunten van slecht taalgebruik aan. Dit doen ze enerzijds door frappante en hallucinante voorbeelden te citeren en anderzijds door suggesties voor verbetering te formuleren. Zo bestaat er dankzij Obama een Plain Writing Act in de VS, die ervoor zorgt dat alle teksten van de federale overheid duidelijk moeten zijn voor het publiek. Verder laten ze mensen uit de besproken sectoren aan het woord. De ene toont al wat meer begrip dan de andere voor de roep naar helderheid. Terwijl professor Johan Braeckman in de academisch-filosofische wereld liever wil terugkeren naar de duidelijke taal van Socrates, wil Michel De Coster (manager en bassist van De Mens) toch nog niet afstappen van grijsgedraaide uitdrukkingen zoals ‘out of the box denken’. Het is fijn dat deze verschillende visies allemaal aan bod komen, zo wordt de lezer ook aan het denken gezet.

De sterkte van dit boek is ongetwijfeld de pijnlijke herkenbaarheid. Iedereen is – helaas – weleens vastgelopen in een akte bij de notaris. Ook heerste er opluchting dat wij blijkbaar niet de enigen waren die aan de universiteit niets van de teksten van Lacan begrepen (ja, dat durven we nu toegeven). Heerlijk Helder lijkt voortdurend te schipperen tussen twee uitersten: de veilige haven van de onverstaanbare vaktaal en klare jip-en-janneketaal. De Craemer en Hautekiet wensen geen van beide.

Pf

Als taalliefhebbers zijn ze op zoek naar een gulden middenweg, zo één die zowel door vakspecialisten als de gewone man bewandeld kan worden. Ze schreven geen stijlgids, maar schopten tegen enkele heilige huisjes die bedolven waren onder taalwolligheid. Zou de boodschap aangekomen zijn? Wij denken alvast van wel, maar daarvoor moet je dit boek uiteraard eerst lezen.

Eerder verschenen op http://www.cuttingedge.be

Boeken van deze Auteur:

Kwikzilver

Vurige tong