"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Heldere hemel

Woensdag, 14 maart, 2012

Geschreven door: Tom Lanoye
Artikel door: Bob Hopman

Een katalysator in zoveel verhalen

Het is met oorlog zoals met verliefdheden. Je kunt niet kiezen wanneer ze je overvallen,’ zegt NAVO-chief of staff Clark Rogers, als een Russische MiG 23 met onbekende bestemming het Westerse luchtruim binnendringt. Oorlogen, conflict, de spanning van tegenstelling: alle verhaallijnen in Tom Lanoyes boekenweekgeschenk Heldere hemel draaien daarom. Ze staan los van elkaar, de piloot van het vliegtuig, de geslachtofferde familie in Kooigem, vlakbij Kortrijk, de hoge lui in het ‘gehucht Casteau, bij Bergen’. En toch zijn ze door een onbemand vliegtuig uit de USSR met elkaar verbonden.

Geschiedenissen als een eindeloos vertakkend stelsel
Andrej Volkonski bijvoorbeeld zweeft aan zijn parachute boven Polen, gekatapulteerd uit zijn falende gevechtsvliegtuig, dat niettemin zonder piloot besloot verder te vliegen. Andrej, een vele malen gedecoreerd vliegenier, deelt al vallend zijn visie op Gorbatjov en een ineenstortende Sovjet-Unie. Hij wist dankzij zijn goede naam zijn moeder, eenmaal weduwe, naar een particulier verpleeghuis te krijgen, vocht daarvoor in Afghanistan, tien jaar verspilling, vlak na zijn militaire opleiding, waar hij zich naar binnen knokte, mede door als kind elke dag met zijn vader te oefenen met het inhouden van de adem. Als hij op de Poolse aarde landt, breekt zijn been.

Ook Rogers is meer dan een pion. Hij vocht in Korea en Vietnam, draagt vier sterren. Veracht De Gaulle en zijn soldaten, rookt te veel Marlboro, verloor zijn vader als kind in een buitenwijk van Chicago en werd ‘de eerste zwartchef’ in de NAVO. Dat laatste gaat tussen neus en lippen door, evenals zijn heimelijke liefde voor zijn secretaresse. Alles heeft een vertakking, iedereen een gezin, een levensgeschiedenis.

‘Rogers voelde Daisy’s hand nu toch op die van hem. Ze trilde en voelde koud aan. Rogers kneep er geruststellend in. Het kon hem niet schelen of iemand het zag. Maar hij durfde niet naar het gezicht van Daisy te kijken – moeder van twee, en diensthoofd van twintig, allemaal nietsvermoedend aan het werk, vlak boven hen.’

Boekenkrant

Zo krijgt in kort zinnetje tussendoor zelfs de secretaresse een identiteit, een stuk waarde toegewezen: niets of niemand in dit boek is zonder eigen verhaal. Dit heeft vreemd genoeg iets troostrijks. Op het randje van de koude en een hete oorlog, tussen bizarre, grootse (en soms historische, al heette de piloot in het echt Nicolai Skuridin) gebeurtenissen als een neerstortende MiG op een Kooigemse boerderij, dat de geschiedenis in is gegaan als een vergeten krantenkop, zijn het de kleine, menselijke verhalen die de aandacht krijgen.

Niet meer dan we hebben kunnen
Heldere hemel bevat veel informatie: Volkonski’s leven, zijn relaties en de visie op zijn omgeving wordt in enkele pagina’s uit de doeken gedaan. Maar nergens ontstaat onrust, door de slimme wijze waarop Lanoye omgaat met de snelle associaties en sprongen in ruimte en tijd. Van, bijvoorbeeld, de actie van de piloot, naar de leider van de Sovjet-Unie.

‘Zijn demarche verantwoorden werd nu een ander verhaal. Hij zou het nu aan den lijve mogen ondervinden, wat al dat gepraat waard was over glasnost en perestrojka, “openheid’ en ‘verbouwing”. De nieuwe leider die daar al dik drie jaar de mond vol van had, was ook een getekende. Hij had een wijnvlek op zijn kalende schedel, Michail Gorbatsjov, zoon van een eenvoudige monteur uit de Kaukasus, verder op en top een partijproduct.’

Oorlog op huiselijk niveau
De verhaallijn die veel meer aandacht krijgt dan de twee bovengenoemde, namelijk dat van de Kooigemse Vera, haar man Walter en diens maîtresse, is helaas een stuk minder virtuoos en compact opgebouwd. Ook in hun verhaal, dat ik, zo ben ik mij bewust, uiteraard enigszins tekort doe door het hier alleen te bespreken als ‘een van meerdere verhaallijnen’, staat een oorlog op uitbreken, maar dan op familieniveau, door jaloezie en misleiding en met een gevecht om een boerderij en een klein vermogen als mogelijk gevolg. Die boerderij, zo weet men bij het openslaan van Heldere hemel uiteraard al, zal getroffen gaan worden door het Russische gevechtsvliegtuig. Lanoye maakt deze absurde historische gebeurtenis tot iets wezenlijks, iets wat plaatsvindt tussen doodnormale mensen.

‘Er is een katalysator nodig,’ zegt Generaal van Buren in het NAVO-hoofdkwartier. Een katalysator die tot oorlog leidt, zoals een onbemande MiG. In de Kooigemse familie is dit het bezoek van de jonge, wulpse Carla, Walters vriendin, aan Vera, zijn echtgenote. Maar het conflict tussen de twee vrouwen dat ontstaat, wijkt sterk af van de rest van het boek, qua opbouw en qua stijl. Terwijl een reusachtig conflict tussen Oost en West letterlijk in de lucht hangt, vechten de twee vrouwen hun ‘kleine’ oorlog uit. Om en om nemen ze de leiding in de ruzie, razendsnel wisselend van leiderspositie, als in een razendsnelle toneelscène.

Lanoye heeft eerder bewezen een begiftigd toneelauteur te zijn, en op zichzelf is het conflict realistisch, en bouwt de spanning zich mooi op, van vriendelijkheden heen en weer tot grote woede-uitbarstingen. En toch, hoe jammer dit ook is voor de eigen kracht van de verhaallijn, is het niet helemaal thuis tussen de overige verhalen. Die bezitten een zekere rust: de rationele houding van de NAVO-chief of staff, de gelatenheid van de verloren piloot, alle zinnen bevatten kalmte in tijd van crisis. Het kleinschalige conflict steekt hier vreemd tegen af, past stilistisch niet in het geheel.

En er is nog iets wat wringt. Ik noemde de vertakkingen van verhalen boven troostrijk, zo menselijk en zo onaf als ze zijn bij die grote gebeurtenis. De episode tussen Vera en Carla daarentegen heeft een kop en een staart: Walter gaat vreemd, het vliegtuig stort neer. Daartussen gaat het om hoop, om bezit, om jaloezie en eigenwaarde. De personages spreken zich expliciet uit, de intrige is al te degelijk afgerond: drama, punt. In deze verhaallijn dringt het minst de oorspronkelijke potentie van het gegeven door, dichtgestopt als het is. Dat maakt hem paradoxaal genoeg de minst interessante, tot een voetnoot bij die gebeurtenis die op bewonderenswaardige, originele manier een aantal prachtige verhalen met elkaar samen brengt.

Irwan Droog: Juíst de huiskamerscène

De aankomende ramp, het onvermijdelijke neerstorten van de onbemande MiG op het huis van Vera en Walter, hangt in de lucht als de uit zijn cockpit gelanceerde Andrej Volkonski: aan een ‘belachelijk opzichtige parachute’. Dat opzichtige heeft Lanoye – of Lanwa, voor wie dit voor- of hardop leest – in de dorpse verhaallijn van klein relationeel leed vertaald naar de geschiedenis van de constructie van het droomhuis van Walter, die door de voorkennis van de lezer met elk woord dat er aan gewijd is pijnlijker wordt.

‘Vera en hij zouden geen doordeweekse fermette neerpoten zoals al die anderen deden – een kruising tussen plompe villa en hoekige nieuwbouwkitsch, een amper verbeterde bungalow. No way. […] Hun fermette werd een haciënda.’

Och, arme Walter! Zijn haciënda, ‘eigenhandig, en met nauwelijks geld’ vervaardigd, het ‘bastion van begeerte’ van het gelukkige echtpaar! En daar landt dan dadelijk een Russische straaljager op! Maar met de intrede van ‘Carla’ en een nadere blik op het echtpaar blijkt dat hun huwelijk net zo hard aan het crashen is als de MiG op het punt staat te doen.

Het is dit zich traag voltrekkende drama, het om elkaar heen dansen van Carla en Vera in een theatrale huiskamerscène en de afgeronde afloop van hun verhaallijn, dat van Heldere hemel een evenwichtig geheel maakt. Zonder de gedetailleerdheid van dit kleinschalige familiedrama, met een even klassieke kop als een tragische staart, zouden we – weliswaar op stilistisch uitzonderlijk genietbare wijze – vooral beknopte blikken op onbelangrijke bijfiguren krijgen. Nee, Heldere hemel draait om Vera, Walter, hun zoon Peter, en Carla.

Lanoye bouwt hun menselijke drama – versterkt door het gevoel dat het mensen als alle andere zijn, getuige de vele vertakkingen van de andere personages en het toevalligerwijs inzoomen op hen – steen voor steen op, als Walter zijn haciënda, enkel om de breekbaarheid van het bouwwerk te tonen door het zelf met de grond gelijk te maken.

Karlijn de Winter: wereldgeschiedenis op handtasformaat

Dit boekje, dat nauwelijks 91 pagina’s telt en in eenieders handtas of borstzakje past, voelt achtera als een roman van 340 pagina’s. Dat komt niet alleen door het totaal van vier verhaallijnen, die ieder op hun beurt weer vertakkingen hebben, maar ook doordat iedere zin geladen is met spanning. Er is niets wat zomaar als bladvulling staat

Daar werd ik mij speciaal van bewust tijdens het lezen van het vierde deel van Heldere hemel, waarin het delletje dat het met Walter heeft aangelegd een bezoek brengt aan Vera, de vrouw die Walter voor haar heeft ingeruild. Voor mij is deze scène het hoogtepunt van het hele geschenk, omdat het zo goed laat zien waar alles echt om draait: vernedering. Het is niet het kale gegeven dat deze Carla – een meisje van misschien net twintig en de ex van hun zoon Peter – bij Vera op de stoep staat met haar gezwollen lippen en veel te korte rokje dat het hem doet. Het is op zich vernederend natuurlijk, maar ook van enige banaliteit, soapachtigheid. Wat het hem doet is de uitwerking.

Vera weet namelijk niet wat ze met deze confrontatie aanmoet. Ze laat Carla gelaten binnen, maar beseft al gauw dat dit een ‘monumentale vergissing’ was. Het gesprek loopt nu weer poeslief, dan weer verwijtend, nu weer in tranen, dan weer van met bijtende woede. Vera is haar richtingsgevoel compleet verloren, haar verwarrende gevoelens overmeesteren haar. Door constant heen en weer te zwenken tussen hoop en verlies, tussen daadkracht en krachteloosheid, brengt Lanoye de grootste vernedering die je kan overkomen, dat je alle houvast verloren bent, pijnlijk tot uitdrukking.

En zo is eigenlijk iedereen in dit boek zijn referentiepunt kwijt. Andrej Volkonski, de Russische gevechtspiloot die in het eerste deel met zijn parachute het toestel verlaat, verliest zelfs letterlijk de grond onder zijn voeten. Maar het geldt ook op het niveau van de wereldgeschiedenis: hangt die ook niet van geklungel aan elkaar? Dat is ook hoe de journalist Robert Delmotte de uit koers geraakte MiG 23 analyseert: ‘Het is veertig jaar lang allemaal één gigantische, angstaanjagend amateuristische façade geweest.’ Net als dat ogenschijnlijk willekeurige gezinsdrama dus, maar dan in het groot.

Daan stoffelsen: is het stilistisch zo goed als wij steeds roepen?

Heldere hemel is het beste Boekenweekgeschenk in jaren, ondanks die platte, expliciete en onrealistische theaterdialogen die de novelle zozeer bepalen. Dat is, ben ik bang, een kwestie van smaak. Als je toneelteksten in een roman opneemt, dan moeten het teksten van dit soort zijn: explosief, intens. En de onderliggende verwijzingen naar Euripides’ Medea zijn sterk. Toen haar man een jongere vrouw kreeg, doodde ze haar rivale en haar kinderen, en verliet het toneel in een hemelwagen – dat het gesprek nu met de minnares, niet met de ontrouwe echtgenoot, gevoerd wordt, dat de concurrentie overleeft en dat de hemelwagen nu niet opstijgt, maar neerdaalt, doet daar weinig aan af.

(Voor meer verwijzingen naar 1989 en oudere Oudheid, zie mijn stuk op Revisor.nl.)

Toch wil ik de vraag stellen of we niet te makkelijk tevreden zijn met de stilist Lanoye. Op de tweede pagina opent Lanoye met ‘van kindsbeen af’, een uitdrukking die ongetwijfeld in Van Dale staat, maar daardoor nog niet courant of te verkiezen is boven, bijvoorbeeld, ‘van kinds af aan’. Of ben ik de enige die deze formulering ouderwets vindt klinken? En ouderwets is niet altijd erg, maar laat zo’n formulering dan op zijn minst effectief zijn. Voluit luiden de eerste twee zinnen van ‘Deel 1’: ‘Van kindsbeen af had Andrej maar één droom gehad. Vliegen.’

Het scheiden van de eerste zin en de daadwerkelijke droom, al levert het een eenwoordige zin op, dat is effectief. Als Lanoye even later de Krim ‘verloren gelegd’ noemt, dan klinkt dat poëtisch, maar wat betekent het? Maar ook hier moet ik mijn eigen scepsis relativeren. Lanoye schiet even uit zijn drogere vertelstijl voor een lyrische (ironische?) beschrijving:

‘Die droge, zonnige parel van de Oekraïne, verloren gelegd in de Zwarte Zee. Dat fabelachtige schiereiland met zijn verrassend mediterrane stranden, bekroond met hotelpaleizen van vóór de Oktoberrevolutie. Pompeuze gezondheidsmausolea uit de Russische belle époque, thans voor de ene helft bouwvallig, voor de andere helft verbouwd in een verkeerde stijl.’

Dat mag ik dan, zoals de ruziepassages, niet mooi vinden, of niet correct, het wérkt wel. Zo zal ik wel pagina na pagina onvaste formuleringen op kunne graven, maar dat geldt voor de meeste Nederlandstalige romans, en er staat wat tegenover: een superieur spel met de werkelijkheid en de mythe.

Carmen Meuffels: Te veel informatie in te weinig bladzijdes?

Terecht noemt Karlijn de Winter Heldere hemel ‘wereldgeschiedenis op handtasformaat’. Het is al eerder gezegd: in minder dan 100 pagina’s verweeft Lanoye gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis met het leed van een gezin. Een knappe constructie, maar is het ook een verstandige keuze? Zouden alle verhaallijnen niet beter tot hun recht zijn gekomen in een echte roman, waarbij ze zowel letterlijk als figuurlijk meer ruimte hadden gehad? Of, als je de vraag omdraait: had Lanoye er niet wijzer aan gedaan iets minder ambitieus te zijn?

Misschien. Dat de huiskamerscène in stilistisch opzicht afwijkt van de rest, is al eerder vastgesteld. Nu is dat in mijn ogen niet per se een zwaktebod: afwisseling maakt een verhaal interessant en houdt de lezer scherp. Bovendien zijn er genoeg inhoudelijke parallellen tussen het neerstortende vliegtuig en het ineengestorte leven van Vera om beide verhaallijnen met elkaar te verbinden. Het minpunt van dit Boekenweekgeschenk vond ik dan ook niet de stilistische discrepantie, maar wél de manier waarop de huiskamerscène (en daarmee doel ik op de verbale ruzie tussen Vera en Carla) uitgewerkt is. Die dialoog is simpel, expliciet en (Daan Stoffelsen noemde het al) vooral heel onrealistisch. Het ene moment omhelst Vera haar jongere rivale nog alsof ze boezemvriendinnen zijn, en het volgende moment wil ze haar een draai om de oren geven. Nu zou zo’n plotselinge stemmingswisseling in een hoog oplopende ruzie nog kunnen, maar dat Vera’s besluit om in Kooigem te blijven in enkele korte zinnetjes meegedeeld wordt (terwijl ze daarvoor haar afkeer van deze plaats meermalen niet onder stoelen of banken stak), doet afbreuk aan haar geloofwaardigheid als personage.

Aan Vera worden relatief veel woorden gewijd, meer in elk geval dan aan de secretaresse van Rogers, Daisy. Van haar weten we dat ze moeder van twee is, en diensthoofd van twintig. Dat ze niet gelukkig getrouwd is kunnen we zelf afleiden uit het feit dat ze blijkbaar met haar opdrachtgever scharrelt. Een interessante intrige, dat helaas niet verder uitgewerkt kan worden. Wegens het gebrek aan ruimte. Er zijn immers nog meer verhalen die erop wachten om verteld te worden en in deze vorm moeten er keuzes gemaakt worden. Ik hoop daarom vooral dat Heldere hemel Lanoyeleken nieuwsgierig maakt naar meer: Lanoye is voor mij op zijn best wanneer hij de tijd neemt, en de ruimte, Wanneer hij zo breedsprakig kan zijn als hij wil, en over elk minuscuul detail kan uitweiden. In dit Boekenweekgeschenk is de grote verhalenverteller Lanoye zichzelf trouw gebleven – dat valt hem nauwelijks te verwijten. Hooguit kunnen we het Boekenweekgeschenk zelf verwijten dat het zo’n klein formaat heeft.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Wie is bang?

Zuivering

Auteur:
Tom Lanoye
Categorie(ën):
Literatuur

Revue Lanoye. Filippica (polemische replieken)

Gelukkige slaven

Alles moet weg