"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Henri Nouwen

Zondag, 27 december, 2020

Geschreven door: Michael Ford
Artikel door: Wolter Huttinga

Portret van een eenzaam mysticus

De auteur

[Recensie] Auteur Michael Ford is een Britse schrijver en theoloog. Hij schreef al eerder een bekende biografie van Henri Nouwen, die in het Nederlands verscheen onder de titel ‘Een gewonde profeet’. Henri Nouwen (1932-1996) was een wereldberoemd priester, theoloog, psycholoog en succesauteur. Hij schreef boeken met een therapeutisch-spirituele inslag waarin zeer veel mensen de boodschap van Gods liefde hebben ervaren.

Thematiek

Het schrijven van biografische schetsen van Henri Nouwen werd intussen een soort genre op zich. Vanuit allerlei invalshoeken en interpretatiekaders zijn er visies op zijn leven en zijn ‘ziel’ ontwikkeld. Ford kreeg wel eens de kritiek dat zijn eerdere, succesvolle biografie te kritisch inging op Nouwens emotionele en psychische zwaktes. Er zijn namelijk ook veel mensen die Nouwen eigenlijk alleen als een heilige kunnen zien. Fords plausibele stelling is nu juist dat Nouwen zo aansprekend dichtbij kon komen doordat hij zelf gewond was. In dit boek gaat hij verder op dat spoor. Aan de hand van ’tot nu toe ongepubliceerde getuigenissen’ wil hij aantonen dat Nouwens emotionele beproevingen zijn contemplatieve kant niet overschaduwden, maar er juist de drijfveer van waren. Nouwen was “een van ’s werelds spirituele grootheden en mystici, juist omdat zijn immense psychologische lijden resulteerde in opmerkelijke inzichten in de ziel en God”. Ieder hoofdstuk bespreekt een fase of aspect van Nouwens leven en koppelt dat aan een specifiek inzicht of motto uit de mystieke traditie.

Boekenkrant

Opvallend

Het blijft opmerkelijk hoe groot de indruk was die Nouwen op velen maakte. Hij ontving stapels post van mensen die vooral dolgraag een persoonlijke relatie met hem zouden opbouwen. Ook toen hij bewoner van een Arkgemeenschap werd (een samenlevingsvorm van mensen met en zonder verstandelijke beperking) bleef de wereld aan hem trekken. Een steeds rinkelende telefoon, bezoekers die een glimp van hem wilden opvangen – een beetje rust was hem niet gegund. Tegelijk verlangde hij zelf diep naar al die contacten met zijn onverzadigbare behoefte aan vriendschap en erkenning.

Veelzeggende zinnen

“Ik denk dat je over iets schrijft omdat je er nog steeds mee worstelt. In die zin schreef Henri voor zichzelf. Als je over een onderwerp schrijft dat je volledig beheerst, raak je er door verveeld en wordt het waarschijnlijk een saai boek. De boeken van Henri waren zo boeiend en onderhoudend juist omdat ze voortkwamen uit de doorlopende strijd die hij voerde met zijn eigen leven.”

Reden om dit boek niet te lezen

Het blijft een beetje ongemakkelijke lectuur. De woorden ‘heiligenverering’ en ‘persoonlijkheidscultus’ kwamen regelmatig in me op. Nu is het Ford er juist om te doen om een eerlijk beeld van Nouwens persoonlijkheid te geven, maar gek genoeg werkt dat de cultus alleen maar in de hand. Wat interesseert het ons uiteindelijk dat ieder kattenbelletje en ontmoetinkje met Nouwen uitentreuren beschreven en geïnterpreteerd wordt? Henri kon zo ‘geheel en al aanwezig zijn’ in de ontmoeting, schrijft Ford, en in andere opzichten juist ‘vreselijk afwezig’. Noem het nietszeggend of anders irritant, maar Ford vindt het een ‘verrukkelijk samenspel van maar al te menselijke trekken’. De poging zijn leven te beschouwen aan de hand van de mystieke traditie beschouw ik als mislukt. Zeker, Nouwen is diep beïnvloed door de woestijnvaders en de monastieke traditie en ik ben het met Ford eens dat zijn leven deelde in de worsteling van de mystieken. Maar deze stelling verleent het boek geen samenhang en ook geen noodzaak, waardoor het uiteindelijk gewoon ‘meer van hetzelfde’ is.

Reden om dit boek wel te lezen

Het kan een goede ingang zijn voor het oeuvre van Nouwen, een ingang die ik iedereen van harte gun. En tegelijk is dan die intense focus op zijn persoonlijkheid nodig voor de ontmoeting met wat hij te zeggen heeft. Zijn gulheid en openheid, maar ook zijn angsten, onrust en wantrouwen zijn relevant. Die zeggen ons immers alles over onszelf en wat wij meenemen in iedere mogelijke godsontmoeting.

Eerder gepubliceerd in Trouw