"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Heren van Twist

Zaterdag, 2 mei, 2020

Geschreven door: Jasper Polane
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Fantastisch slot van verrassende, fantasievolle serie

[Recensie] Het is altijd een beetje de vraag of je het vierde deel van een serie moet recenseren. Want wie de eerste drie boeken van een reeks heeft gelezen, zal waarschijnlijk het laatste, afsluitende deel ook tot zich nemen. En wie dit boek oppakt zonder de eerste delen te kennen, zal er al snel achter komen dat het een slecht idee is. De korte samenvatting van wat eerder gebeurde voorin is vooral een opfrisser voor wie na een tijdje weer terugkeert bij de serie. Dus de lezers van dit boek zijn degenen die er al drie delen op hebben zitten. Maar wie weet, misschien dat deze recensie mensen beïnvloedt in hun keuze om aan De onzichtbare maalstroom te beginnen en lezers die het boek toch al gaan lezen willen misschien weten wat ze ervan kunnen verwachten. Laat ik hen in elk geval alvast geruststellen. Dit boek is een waardige afsluiter van de reeks, waarin de verhaallijnen op een slimme manier in elkaar vallen, maar zonder voorspelbaar te zijn. Ook is dit niet slechts een vervolg, maar vertelt het een volledig verhaal, zodat het boek als op zichzelf staande roman ook echt werkt.

Heren van Twist vind ik het beste deel van de serie. Andere recensies op sites als Hebban merken bij eerdere delen al op dat de auteur groeit in zijn schrijfvaardigheden. Dat is in dit deel ook goed te merken. Zo is zijn schrijfstijl vloeiend. Ik vond maar een paar hele kleine redactiefoutjes of zinnen die in mijn ogen niet zo heel goed liepen (“Achter hen weerklonk er weer geritsel” had een ‘weer’ minder mogen hebben). Aan de andere kant waren de beschrijvingen vaak mooi beeldend: “De sigaarvormige ballon van de Titanium stak boven de gebouwen van het vliegveld uit als de rug van een walvis die uit het water opduikt.” Dat vind ik goed gevonden! Je moet niet van de school zijn die een afkeer heeft van bijvoeglijke naamwoorden, maar ik heb de weerstand daartegen zelf nooit begrepen. Maar goed, dit boek zul je toch niet in de eerste plaats lezen voor de taal. Het voornaamste dat die moet doen is niet in de weg staan van het verhaal dat wordt verteld.

Om dezelfde reden zijn de karakters ook niet erg diep uitgewerkt. Ook voor diepgaande analyses van drijfveren zul je andere boeken moeten zoeken. Ze dienen toch vooral om het verhaal te dragen. Maar daar waar in eerdere delen de hoofdpersonen wat ‘leeg’ leken, alsof ze als marionetten door de auteur werden aangestuurd en vooral werd beschreven dat ze bepaalde gevoelens hadden in plaats van dat ik dat als lezer uit hun gedrag kon merken, waren ze hier geloofwaardig als mensen van vlees en bloed. De auteur vertelde me dat hij zich daar flink voor heeft ingezet, en dat is te merken. Ook hun relaties waren nu een stuk geloofwaardiger. Een stuk, want een deel is nog steeds wat ‘soap opera’-achtig: wie voelt er iets voor wie, wie wordt er afgewezen, komen ze nog wel bij elkaar? Bij die elementen moest ik denken aan de ‘X-men’-verhalen van Chris Claremont. Van de auteur weet ik dat hij daar groot fan van was. Ook die verhalen maakten gebruik van deze elementen, waarbij de aantrekking en afstoting van de personages een belangrijk deel vormde van het doorlopende plot tussen de avonturen door. De X-mannen waren een metafoor voor uitsluiting en onderdrukking van minderheden, dus dat in dit verhaal verschillende vormen van LGBTQ-representatie voorkomen past in het plaatje. Mooi dat homo-, bi- en heterogevoelens en handelingen in deze verhalen als normaal worden gepresenteerd. Een verdere duidelijke hint dat de X-mannen van invloed zijn geweest op de auteur zijn de verschillende gaven die de hoofdpersonen hebben. Er zijn karakters die doden tot leven kunnen wekken, die tegen natuurgeesten kunnen praten en die naar parallelle werelden kunnen springen en hun bovennatuurlijke eigenschappen worden ook op originele wijze toegepast in dit verhaal. Een bepaald heel sterk karakter heeft zelfs rood haar en deed me denken aan Jean Grey. Ook de verhalen met alternatieve werkelijkheden en figuren die goddelijke macht willen verkrijgen hebben parallellen met de X-mannen. Ik moest bijvoorbeeld denken aan de ‘Inferno’-crossover (ook daarin kreeg een gewone vrouw de macht van een demon).

Maar Heren van Twist is zeker geen ‘X-men’ fanfictie. Dit is namelijk geen superheldenverhaal. Als het ergens onder valt is het ‘New Weird’, het genre dat onder andere wordt bedreven door China Mieville en Jeff Vandermeer. Dat dit als ‘New Weird’ geclassificeerd kan worden is geen wonder want Steph Swainston valt er ook onder, en de auteur is fan van deze auteur. Elementen uit fantasy, science fiction (vooral aan het eind van dit verhaal) en horror komen samen, in een verhaal waarin de fantasie er niet op uit is de lezer een comfortabel gevoel te geven, maar juist een verontrustende, verstorende uitwerking bewerkstelligt. In het vorige deel was dat al het geval met gelaatskenmerken die vervaagden bij elke sprong naar een andere realiteit, hier duiken dinosaurusmensen op (met veren! Gelukkig!), gevangen goden met snode plannen, stratenleggers die mysterieuze mozaïeken aanleggen, een wel heel snel opgroeiend tienermeisje, en een verontrustend landschap midden in de Maalstroom. Meer Nederlandse schrijvers zouden zich door de ‘New weird’ mogen laten inspireren en de grenzen van de verbeelding wat meer oprekken, maar dat ter zijde.
De auteur is trouwens nog steeds goed in staat om gruwelijke beelden te beschrijven. Zoals bijvoorbeeld in het begin:

Foodlog

“Rune richt zich op. Hij is alleen. Waar is Morten? Waar zijn de kleerkasten? Het meisje? Hij staat op, kijkt in het rond. En deinst geschrokken achteruit. Overal rottend vlees, meer groen dan rood. Een vreselijke stank hangt in de lucht. Zwarte vliegen zoemen rond. De kasten aan de muren zijn niet gevuld met boeken, maar met lichaamsdelen. De planken zijn volgestouwd met afgehakte stukken lijf. Armen, benen, handen, voeten. In een van de glazen vitrines is de torso van een jonge vrouw gepropt. Groengeel vocht baant zich een weg door de kiertjes. Runes maag speelt op en hij begint te kokhalzen.”

Maar de voornaamste gruwel bevindt zich in de suggestie en in de traditie van de kosmische horror blijft wat de Heren van Twist werkelijk zouden uitrichten in de wereld een mysterie. Ze hoeven niet in actie te komen om angstaanjagend te zijn. Dit is een wereld waarin het geen zegening is de grotere waarheid te kennen, te weten wat er zich net buiten het zicht bevindt. Misschien dat een echt ‘Lovecraftiaans’ werk nog wat slechter was afgelopen voor de hoofdpersonages, maar nog steeds maakt de auteur het ze niet makkelijk. De laatste honderd pagina’s van het boek heb ik ademloos gelezen. Dit is een werk van een topschrijver, die zichzelf al die tijd steeds is blijven verbeteren. Dat maakt dat ik erg benieuwd ben naar zijn volgende werk. Naar wat ik heb begrepen zal dat een SF-roman zijn.

Eerder verschenen op Hebban

Boeken van deze Auteur: