"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Herinneringen aan de onvergetelijke Roald Dahl

Zaterdag, 4 november, 2017

Geschreven door: Maran Olthoff
Artikel door: Marjon Nooij

Herinneringen van een redacteur

Maran Olthoff (1942) was vanaf 1974 werkzaam als redacteur bij Uitgeverij De Fontein en begeleidde de productie van alle jeugdboeken van Roald Dahl. Daardoor had ze regelmatig contact met hem, wat zich niet alleen beperkte tot zijn boeken. Ook op het persoonlijke vlak bleek er een klik te ontstaan tussen de schrijver en de redacteur. Ze heeft ook een aantal uitnodigingen geaccepteerd bij Dahl thuis in Great Missenden, waar hij zijn sjofele schrijfhut had in de tuin van zijn huis ‘Gipsy House’.

Ter nagedachtenis heeft ze haar herinneringen opgeschreven en uitgegeven in het jaar van Dahl’s honderdste geboortedag [2016/red.]. “Om die bijzondere man nog even bij me te houden.” “En die herinneringen wil ik graag delen met iedereen die de boeken van Roald Dahl heeft gelezen.”

Olthoff heeft heel warme herinneringen aan de schrijver Roald Dahl. Wie kent deze schrijver eigenlijk niet? Hij schreef niet uitsluitend voor de jongsten onder ons, maar hij heeft ook de nodige boeken geschreven voor de volwassen lezer. Denk hierbij onder andere aan Mijn liefje, mijn duifje, Ooit en te nimmer en Oom Oswald. Voor het merendeel van de lezers zullen zijn kinderboeken echter verser in het geheugen liggen. De GVR, Sjakie en de chocoladefabriek en Mathilda zijn ook verfilmd en de volwassenen hebben daar natuurlijk ook stiekem van meegenoten. Zijn schrijfstijl is soms bizar, grappig, griezelig en een ietwat sadistisch te noemen. De kinderboeken zijn allemaal door Sir Quentin Blake voorzien van illustraties.

Dahl werd op 13 september 1916 geboren in Landaff, Cardiff (Wales) uit Noorse ouders. Zijn kinderjaren heeft hij verwerkt in Boy: Verhalen van Kinderjaren. Toen de tweede Wereldoorlog aanbrak meldde hij zich bij de RAF, maar al tijdens zijn eerste vlucht crashte hij boven de woestijn in Libië. In 1941 werd hij afgekeurd vanwege blijvend letsel dat hij had opgelopen. Toen hij naar Washington werd overgeplaatst begon hij met schrijven. Zijn korte verhalen verschenen in de Saturday Evening Post. Op 23 november 1990 overleed hij aan leukemie.

Zilveren Griffels

Vele malen gaf hij in Nederland ‘acte de présence’ om zijn boeken te signeren wanneer hij weer een Zilveren Griffel had gewonnen. Een Gouden exemplaar is het helaas nooit geworden, hoewel hij er zelf stellig van overtuigd was dat hij die wél verdiende, maar die was helaas slechts voorbehouden aan een Nederlandse auteur. Het bleef ook bij maximaal vijf Griffels, omdat er een limiet aan was gesteld voor een vertaald boek. Tijdens de signeersessies had Dahl voor ieder kind tijd en een praatje. Een pauze en een borrel halverwege was wel gewenst, vanwege de pijn die zijn been hem altijd nog gaf door de vliegtuigcrash.

Schrijven

Amerikaans geel papier, gelinieerd moest het zijn, ‘anders schrijf je scheef’, en voor hij zijn schrijfdag begon sleep hij zes potloden… voldoende voor twee uur schrijven. Zijn advies luidde: “Heel belangrijk is discipline. Discipline en nogmaals discipline. Neem vaste uren en hou je daaraan. Probeer helemaal alles te weten te komen over alles waar je over wilt schrijven.”

Maran Olthoff coördineerde steeds zijn reis en onderkomen als hij naar Nederland kwam. Zo schreef Dahl haar in een brief dat hij stond op “een kamer in een eersteklas hotel met uitstekende service”. “[…..] a large double bed (I am a large fellow) […..]”  en voldoende privacy en integriteit, omdat hij niet in de openbaarheid wilde gooien dat hij en Liccy (nog) niet getrouwd waren. Het Amstel Hotel vond hij echter maar niets en wilde heel snel weer zijn ‘eigen’ kamer. “Hello, Maran, this is a stuffy place and I already booked us back to the Pulizer.”

Olthoff beschrijft Dahl als een heel opmerkzaam man. Wanneer hij iets zag wat hem vreemd voorkwam, schuwde hij het niet om gewoon te zeggen wat hij op zo’n moment dacht. “Ook stond er een man met een baard, hij was een bekende kinderpsycholoog. Dahl keek naar hem en zei gewoon hardop in het Engels, binnen gehoorsafstand: ‘Mannen met baarden verhullen hun gelaatstrekken. Je kunt nooit zien of ze menen wat ze zeggen’.” Na een interview in ‘Hier is…van Dis’ vertelde Adriaan van Dis: “Roald Dahl, de enige man die me tijdens een vraaggesprek tranen met tuiten heeft laten lachen. Ik was me er niet meer van bewust dat er publiek bij was.”

Met deze ode aan Roald Dahl geeft Olthoff de lezer een inkijkje in het werk van en haar vriendschap met de sympathieke en eigenzinnige meester-verteller. De korte, fragmentarische en niet chronologische hoofdstukjes beschrijven telkens een andere gekoesterde herinnering. Ze getuigen van het droogkomische, sympathieke, soms onbeholpen, ietwat naïeve in Dahl, die zelf het kinderlijke in zich nooit heeft verdrongen. Herinneringen aan de onvergetelijke Roald Dahl is echter geen biografie. Het is een onderhoudend, vlotlezend boek, er valt veel te genieten, ook door  de vele foto’s en tekeningen.

Eerder verschenen op Metdeneusindeboeken