"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het bedrijf. Opwinding

Woensdag, 12 december, 2007

Geschreven door: Hans Vervoort
Artikel door: Marleen Louter

Opwindende kantoorjaren

Een boeiende roman schrijven over een kantoorbaan; sinds Het Bureau van Voskuil weten we dat het mogelijk is. Hans Vervoort, auteur van onder meer Eerlijk is vals en Kind van de Oost, probeert het met de romancyclus Het Bedrijf opnieuw.

Het drieluik Het Bedrijf is gebaseerd op de memo’s die Hans Vervoort in zijn 25-jarige loopbaan bij tijdschriftenuitgeverij de Weekbladpers verzamelde. Hoewel de auteur het eerste deel van zijn cyclus, Opwinding, in de proloog bestempelt als ‘pure fictie’, het bevat immers opgetekende herinneringen, is de roman dus grotendeels autobiografisch.

In dat eerste deel wordt romanschrijver Hans in 1975 als marktonderzoeker aangenomen bij de Weekbladpers. Een uniek bedrijf, want de uitgever van onder meer Voetbal International, Opzijen Vrij Nederland heeft een revolutionaire bestuurstructuur; de gehele uitgeverij is in handen van de werknemers. Hans komt in de glorietijd binnen, en maakt zich al snel geliefd door te strijden voor de belangen van het personeel. Doordat hij als marktdeskundige contact heeft met zowel de mensen op de werkvloer als met de directie, leert hij het bedrijf in korte tijd goed kennen. Zijn liefde voor De Weekbladpers groeit en aan het eind van de roman, in 1987, besluit hij daarom zelfs zijn schrijverscarrière een aantal jaar opzij te zetten om zich geheel te wijden aan het bedrijf, dat zich op dat moment in een crisis bevindt.

Hij wordt adjunct-directeur onder de latere PCM-topman Theo Bouwman, en die laatste komt er in Vervoorts memoires niet altijd genadig vanaf (‘Want dat Theo sterk op drank reageerde, dat bleek geregeld’). Maar omdat de auteur steeds genuanceerd blijft, is dit boek absoluut geen afrekening met zijn oud-collega’s. Integendeel; het zijn juist de personages die deze roman in de eerste plaats interessant maken. Prominente figuren als Adriaan van Dis, Cisca Dresselhuys en het duo Barend en van Dorp komen onder hun echte naam in het boek voor, maar de minder bekende namen, zoals hoofd productieafdeling Jan Lansinga, ‘(…) een stevige Groninger die uit de grote vaart leek weggelopen’ en medewerkster automatisering Lydia Baldoni, ‘De altijd ontevreden feministische computervrouw’, spelen een minstens zo belangrijke rol.

Boekenkrant

Vervoort kijkt naar het bedrijf met de blik van een schrijver, en dat levert een realistisch maar tegelijkertijd ironisch perspectief op. Moeiteloos pikt hij de interessante personages eruit, en de voorvallen die hij aan de hand van een aantal losse verhaallijnen beschrijft zijn stuk voor stuk karakteristiek voor de sfeer binnen De Weekbladpers. Wanneer Harmen Bockma, Bouwmans voorganger, bijvoorbeeld door het personeel op de vingers wordt getikt voor het organiseren van een exorbitant jubileumfeest (terwijl er in de Derde Wereld hongersnood heerst) is zijn reactie tekenend: ‘Bij het eerstvolgende jaarlijkse personeelsfeest werd erwtensoep met bruin brood geserveerd. Daar kon men bij de Weekbladpers wel om lachen.’

En dat is ook wat het eerste deel van deze romancyclus uiteindelijk zo boeiend maakt: ‘Het Bedrijf’ zelf. Eigenwijze directeuren, merkwaardige personeelsleden, koppige hoofdredacteuren, de glorietijd begin jaren ’80 en de crisis erna, de borrels in café de Engelbewaarder en dat alles in een tijd waarin tijdschriftuitgeverijen nog geen miljoenenconcerns waren maar over een eigen identiteit beschikten. Veel meer dan een tweede poging tot een literair dag-bij-dagboek als Het bureau is Het Bedrijf dan ook vergelijkbaar met Maks In Europa en Van der Zijls Sonny Boy: literaire non-fictie, en als zodanig zeer geslaagd.

Boeken van deze Auteur:

Zo tedere schade...

Het bedijf. Betere tijden

Het bedrijf. Opwinding