"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het beste wat we hebben

Vrijdag, 3 november, 2017

Geschreven door: Griet Op de Beeck
Artikel door: Nico Voskamp

Getekend voor het leven

[Recensie] Het is vrijwel onmogelijk superlatieven te vermijden als we het hebben over het nieuwe boek van Griet Op De Beeck – Het beste wat we hebben. Om te beginnen is het een boek zoals een boek hoort te zijn. Omslag met indringende foto, stevig gebonden, lekker dik in de hand: laten we het haardvuur aansteken en op het berenvel gaan liggen lezen, zo’n gevoel.

Het lezen is zoals je hoopte, een onderdompeling in een andere wereld. Beter nog: je vergeet zelfs een teugje van je single malt whisky te nemen omdat je vanaf je berenvel opeens naast rechter Lucas op een eenentachtig meter hoge brug staat, waar gemiddeld per jaar veertienen half mensen afspringen. Gaat Lucas zelf springen? Nee, Lucas wordt zelfbenoemd bewaker van deze ‘suicide spot’. Hij betrekt een oud huis naast de brug en maakt elke dag een paar wandelingen over de brug om springers te weerhouden van hun wanhoopsdaad. Een interessante carrière-switch van een man die al jaren beslist over het lot van veroordeelden.

Hoe Lucas tot deze stap is gekomen heeft te maken met onvrede over zijn oppervlakkige leven, zijn iets te assertieve eega Isabelle, en met een heel oude schuld die hij nog heeft te vereffenen. We hoeven het woord dat daarbij hoort niet te vermijden omdat het al ruim in het nieuws is geweest: het gaat om misbruik. Een breed begrip dat nadat dit boek uitkwam (toevallig?) nog veel extensiever in het nieuws werd en wordt uitgebeend.

Op De Beeck beheerst de kunst van het schrijven, besef je genietend op je berenvel. Ze bouwt het verhaal stap voor stap op, edelachtbare Lucas komt tot leven in het oude huis, in zijn eenzame zoektocht naar wat eigenlijk, dat weet hij zelf niet eens. Misschien simpelweg vrijheid: “Op de radio speelde een liedje dat hij mee kon zingen zonder te weten van wie het was…Lucas voelde twee armen de lucht in gaan, een bekken dat in beweging kwam, zijn hoofd meeknikkend met het ritme. “Are you with me? Are you with me?” brulde hij mee. Hij danste tussen de keukentafel en de ijskast, en heel even dacht hij aan niks anders dan aan daar zijn en dansen.”

Dans Magazine

Een grote rol in het boek speelt Suzanne, Lucas’ getraumatiseerde zus. Ook zij draagt een zwaar verleden met zich mee. Je voelt de pijn van Lucas als hij haar bezoekt op haar kamer: “’Hmmm.’ Suzannes blik verstarde, in haar ogen trage modderstromen, uitzinnige honden, rondspinnende draaideuren… Soms zat het gevaar voor Suzanne overal. En haar kamergenoot had een therapiesessie en creamiddag, dus hadden ze het rijk alleen. Dat woord had Suzanne zelf gekozen, uit alle woorden die de Nederlandse taal ter beschikking stelde om deze ruimte te beschrijven ging zij voor ‘rijk’”

Deze vertelling is een subliem geslepen diamant. De prachtige taal met verfrissende Vlaamse woorden als roomsoezen tussen de woorden geeft er nog extra smaak aan. Spanning opbouwen gaat geleidelijk maar onomkeerbaar. Als het tegen het eind van het boek tot de onvermijdelijke krachtmeting tussen Lucas en de veroorzakers van zijn misbruik komt, zijn deze passages alleen met ingehouden adem te lezen. Die sensatie is me al heel lang niet overkomen. Dank en chapeau voor mevrouw de woordkunstenaar. En troost voor ons lezers: dit is pas deel één van de trilogie.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles en op Nico’s recensies


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.