"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het bos

Maandag, 7 augustus, 2017

Geschreven door: Wohlleben; Peter
Artikel door: Marnix Verplancke

Stilte is gevaarlijk, bosbouw ook

Peter Wohlleben heeft het bos door middel van een paar aanstekelijk geschreven boeken opnieuw op de kaart geplaatst. In zijn nieuwste neemt ’s werelds beroemdste boswachter ons mee op een wandeling doorheen zijn Eifel.

[Recensie] Wanneer een jeugdmedewerker van de Duitse dienst voor bosbeheer tijdens een spelletje naar de naam van een boom of struik vraagt en de kinderen prompt een blaadje aftrekken en erop beginnen knabbelen weet hij het wel: die hebben les gekregen van Peter Wohlleben. Wohlleben is boswachter in de Eifel, waar hij een gebied van 1200 hectare onder zijn hoede heeft dat hij op een zo’n natuurlijk mogelijke manier laat ontwikkelen. Wil je dat mensen enthousiast worden voor het bos, dan moet je hen ermee kennis laten maken, is zijn devies, en daarom leidt hij klassen rond en laat hij de kinderen proeven van niet-giftige planten en bomen. Een zure, dorstlessende naaldboom blijft je nu eenmaal beter bij dan een gortdroge Latijnse naam, redeneert hij.

Vanuit eenzelfde gedachtegang schrijft Wohlleben ook boeken die de lezer enerzijds charmeren door de vele fascinerende weetjes die erin staan, maar die ook een diepgaandere boodschap bevatten: dat we verkeerd bezig zijn in onze bossen. Hij deed dat eerder al in Het verborgen leven van bomen en Het innerlijke leven van dieren. In zijn nieuwste, Het bos, het handboek voor elke boswandeling, gaat hij op hetzelfde elan verder. Opnieuw een groot aantal korte hoofdstukken waarin hij focust op specifieke facetten van het bos.

Zoals bijvoorbeeld het observeren van dieren. Van zo gauw een kind luidop durft te lachen in een bos zal er wel een volwassene de opmerking maken dat het stil moet zijn, omdat het anders de dieren afschrikt. Volstrekt fout, aldus Wohlleben aangezien dieren helemaal niet bang zijn van lawaai. Stille, rondsluipende mensen, weten ze uit het jachtseizoen, daar moet je van oppassen. Vandaar dat je op de rug van een paard nog de meeste kans maakt om een dier te spotten. Zo’n viervoetige planteneter ziet een hert immers aan als een collega.

Hereditas Nexus

Nog zo’n misverstand is trouwens dat je schutkleuren moet dragen zodat de dieren je niet zouden zien. In feite zijn er maar twee kleuren die herten en reeën goed zien: blauw – en niet-blauw natuurlijk. Dat jagers verplicht worden om een fluohesje te dragen heeft daardoor geen enkele invloed op hun succes, zo lang dat hesje maar een camouflagepatroon heeft. Wanneer dieren grote eenkleurige vlakken zien, zoals een zwarte jas bijvoorbeeld, weten ze immers dat er iets loos is. Die komen in de natuur niet voor.

Dat je uiteindelijk toch niet zo vaak herten of reeën ziet in het bos is des te merkwaardig aangezien er ongeveer vijftig keer te veel van rondlopen. De oorzaak is enerzijds het ontbreken van grote carnivoren, zoals wolven, en het winterse bijvoeren door jagers die in de herfst vooral heel veel makkelijke prooi willen. Daardoor blijven niet alleen te veel zwakke dieren in leven, die vreten ook nog eens alle jonge scheuten op, waardoor grote delen van het bos met draad afgeschermd moeten worden. Stop dat bijvoeren, bezweert Wohlleben zijn lezers, en dan heeft hij het ook over mensen die in hun tuin vogels voeren. De winter is het middel bij uitstek voor de natuur om de zwakkelingen eruit te halen, dieren die ziek zijn en andere dieren kunnen besmetten.

Die visie is symptomatisch voor Wohllebens omgang met de natuur: laat die een beetje met rust. Waarom stikt het vandaag bijvoorbeeld overal van de vossen? Omdat we erin geslaagd zijn hondsdolheid uit te roeien. Die ziekte hield vroeger de vossenpopulatie op peil. Vossen worden nu echter door een andere kwaal bedreigd, de uit Rusland afkomstige vossenlintworm, een beestje dat maar een millimeter of drie groot wordt en waarvan een vos er wel een paar honderdduizend kan meedragen. In de deelstaat Rijnland-Palts, waar Wohlleben werkt, is zo’n 20% van de vossen ermee besmet, wat niet zo erg was, als de parasiet niet overgezet kon worden op de mens, waarna die in het slechtste geval sterft. Een echt geneesmiddel bestaat er niet voor. De parasiet kan alleen in toom gehouden worden door levenslang medicijnen te slikken. Stel dat we de hondsdolheid niet uitgeroeid hadden, dan waren er veel minder vossen geweest en had de lintworm zich stukken moeilijker kunnen verspreiden. Ok, af en toe had iemand dan wel hondsdolheid opgelopen, maar met een eenvoudig spuitje van de dokter ben je daar zo weer vanaf.

Ook het bos zelf zou beter met rust gelaten worden, aldus Wohlleben. Vandaag wordt 98% van de Duitse bossen geëxploiteerd. De reusachtige harvesters pakken een boom vast, zagen hem af en maken er in dezelfde beweging makkelijk te transporteren stammetjes van een meter of vijf van. Die machines zijn zo zwaar dat waar ze gepasseerd zijn de grond tot op een diepte van twee meter dood is. Zij persen er gewoon alle lucht en leven uit. De regen die er daarna op valt, spoelt gewoon weg, waardoor de omliggende bomen onvoldoende water krijgen. Volgens sommige geologen zal het duren tot de volgende ijstijd voor die schade hersteld is, nadat vorst en schuivende gletsjers weer lucht in de grond hebben gebracht.

In vergelijking met Wohllebens eerste twee boeken valt Het bos iets lichter uit. Een paar verhalen liggen echt te veel voor de hand. Die paar mindere passages wegen echter niet op tegen de schat aan aanstekelijk geschreven informatie die het boek voor de rest bevat. Over wat er te eten valt in een bos bijvoorbeeld  – en nee niet alleen bessen, paddenstoelen en noten dus – ; over waar te schuilen bij regen en of bomen ook slapen ’s nachts. Wanneer Wohlleben de kinderen die hij rondleidt vraagt van wie het bos in feite is, krijgt hij steeds hetzelfde antwoord: “Van jou”. En dan corrigeert hij hen steeds weer. “Het bos is niet van mij, maar van jullie,” zegt hij dan, en van ons natuurlijk, want het bos is van iedereen.

Eerder verschenen in De Morgen

Boeken van deze Auteur: