"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het diner

Zondag, 29 december, 2019

Geschreven door: Xenophon
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Met welke Socrates wil jij een wijntje drinken? Die van Plato of die van Xenophon?

[Column] Het diner van Xenophon, op deze site al uitgebreid besproken door Bart Dercx, is een vermakelijk boek. Vermakelijk omdat we een heel andere Socrates leren kennen dan de Socrates van Plato die we in de colleges filosofie krijgen voorgeschoteld. Plato’s Socrates is geniaal in alle opzichten, als redenaar, als denker, als mens. Een supermens ver verheven boven de gewone mensen. Wel bloedserieus, en ook: iemand die altijd gelijk heeft. Vaak dacht ik: is er nu in al die stapels dialogen van Plato waar Socrates altijd het hoogste woord voert nu nooit eens iemand anders die gelijk heeft. Altijd weer die Socrates. Vermoeiend en soms zelfs irritant.

Vijfentwintig jaar nadat Plato zijn misschien wel belangrijkste dialoog Symposion schreef kwam de schrijver en chroniqueur van het leven in Athene Xenophon met zijn tegenhanger van deze dialoog dat recent in vertaling Het Diner als titel meekreeg. Is het bij Plato een serieuze discussie over liefde, over Eros, waarbij wat wordt gedronken. Bij Xenophon is net andersom, het diner is vooral een drankgelag waar Socrates en vrienden zich vermaken en een enkele keer wat serieuzer worden. Bij Xenophon zien we een heel andere Socrates, dan die we van Plato kennen, hier zien we een hele menselijke Socrates, die ruziezoekend en grappen makend de confrontaties aangaat met zijn disgenoten. Ze praten over seks, over eten en drinken, over lol maken. Ze praten ook wel over vriendschap en liefde, maar toch op een aanzienlijke minder serieuze manier dan bij Plato’s Symposion. Xenophons’ Socrates is een man van vlees en bloed, die om de lichamelijk geneugten zeker zoveel geeft als om het strenge geestelijke.

Niet verwonderlijk is dat Nietzsche Xenophons Socrates wel interessant vond, meer dan die van Plato die door Nietzsche steevast als grote bederver van de Griekse cultuur wordt neergezet. Er is overigens veel discussie over Nietzsches Socrates weergave, maar dat voert hier te ver.

Wat nu, vroeg ik me al lezend af, als het christendom niet de leer van Socrates-Plato als uitgangspunt had genomen, maar de meer aardse variant van Socrates-Xenophon. Dan was het vast een wat vrolijker geloof geworden, minder zonde, minder afzien, minder nadruk op het hiernamaals, maar meer genot, meer op zijn Grieks. De Platoonse ideeënleer bleek enkele honderden jaren later ideaal als filosofie achter het christendom te dienen, waarmee de westerse cultuur zich vrijwillig eeuwenlang onder het juk van een weinig levenslustige religie plaatste.

Boekenkrant

Misschien is de Socrates van Xenophon gewoon een van de vele imperfecte Socratessen die denkbaar zijn en is die verheven Socrates in feite niets meer of minder dan het Platoonse ideaal van de enige en ware Socrates, lees denker of filosoof. Een filosoof waar wij nooit aan kunnen tippen, waar we nooit in de buurt kunnen komen, een denker opgesloten in een starre ideeënleer die het echte leven vermoeilijkt. De Socrates van Xenophon is niet een verheven filosoof, maar eerder een verstandige man die levenslessen debiteert en dat is toch iets meer te pruimen.

Ik sluit af met een voorbeeld. ”Wijn is een soort opium,” laat Xenophon Socrates tijdens Het Diner zeggen, “het sust de zielepijn, maar het is ook een stimulus, waar je blij van raakt, alsof er een kaarsje ontstoken wordt. En het lichaam, dat is net een plantje. Als God er een teveel aan hemelwater op vergiet, dan laat het zijn kopje hangen en sluit het zich af, maar drinkt een plantje naar believen, dan groeit het en komt het tot bloei en vrucht. Als wij de drank er maar in blijven gieten, dan is dat een aanslag op lichaam en geest, het beneemt ons de adem, laat staan dat we een zinnig woord uit kunnen brengen. Maar als de bediening een lichte motregen in ons fijne aardewerk doet neerdalen, om het maar eens Gorgiaans uit te drukken, dan wordt ons door de drank geen dronkenschap opgelegd, maar dan laten we ons zachtjes door haar heilsboodschap tot grotere vrolijkheid overtuigen.”

Drink met mate zeggen wij tegenwoordig. Een waarheid als een koe. Het zal niemand verbazen dat Socrates uitgebreid werd toegejuicht door de deelnemers van het drinkgelag wat Xenophon zo vrolijk beschreef. Laat uitgever Damon maar snel met andere vertalingen van Xenophons werk komen. Er is een inhaalslag te maken.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles