"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het echte leven

Zaterdag, 3 april, 2021

Geschreven door: Adeline Dieudonné
Artikel door: Liliën LP

Prijswinnend boek is wollig en voorspelbaar, maar de psychologie klopt

[Recensie] “VN Thriller van het jaar”, “winnaar van veel en prestigieuze prijzen”. Deze accolades worden toegeschreven aan het debuut van de Belgische actrice en theatermaakster Adeline Dieudonné. Vanaf het eerste moment voelt het verhaal van het onbekende meisje vreemd aan.

“Bij ons thuis waren er vier kamers. Die van mij, die van mijn broertje Gilles, die van mijn ouders en die van de kadavers. […] En in de hoek stond de hyena. Hij mocht dan wel opgezet zijn, ik wist zeker dat hij leefde, en hij genoot van de angst die hij wekte in elke blik die de zijne kruiste.”

Al op de eerste pagina verliest vader de sympathie van de lezer, in ieder geval wel de mijne. Vader is een sportjager en gaat graag op reis om dieren af te schieten en ze op te zetten in de kadaverkamer oftewel zijn trofeekamer. De beschrijving van deze kamer is gewoon walgelijk. Vader drinkt, schreeuwt naar moeder en gebruikt vaak zijn vuisten. De enige momenten waarop het meisje en haar familie in rust kunnen leven, is als vader weer op een jachtreis is.

Hyperkinetische amoebe

Boekenkrant

Het meisje, ze wordt het hele verhaal niet bij naam genoemd, is tien en Gilles is zes jaar. Het verhaal wordt vanuit het meisje verteld. Het taalgebruik van het meisje is niet passend voor haar leeftijd. Woorden als ‘hyperkinetische amoebe’, ‘genocide-adrenaline’ en ‘sacraal’ passeren de revue. Het is de vraag of dit de bewuste woordkeuze is van Dieudonné of dat de vertaling heel formeel is.

Moeder ondergaat het huiselijk geweld gedwee en lijkt weinig om de kinderen te geven. Ze geeft al haar liefde aan de geitjes in de achtertuin. Misschien is dat wel veiliger. Het meisje en haar broertje zijn het gelukkigst als ze door het dorp dwalen en vooral op het autokerkhof spelen. Nog gelukkiger zijn ze als de ijscokar langskomt. Op een van zo’n gelukzalige momenten gebeurt er iets tragisch en beide kinderen zijn daarvan getuige. Het doet pijn als noch vader noch moeder de kinderen troosten en in hun armen nemen. Het meisje zorgt voor Gilles. Zelfs als de ouders naar bed gaan, gaat niemand de kinderen instoppen of vragen hoe het met hen gaat.

Het meisje ziet de levenslust uit Gilles verdwijnen. Niets wat ze doet, lijkt hem nog te kunnen raken. Dan neemt ze een beslissing: ze moeten terug naar de tijd van toen ze gelukkig waren, voordat het tragische voorval gebeurde. Ze heeft daarvoor zelfs een plan dat ze bespreekt met de aardige dorpsbewoonster Monica. Monica vertelt dan over Marie Curie, de enige persoon die twee keer een Nobelprijs won en zelfs op twee verschillende vakgebieden. Het meisje heeft in Madame Curie eindelijk een volwaardige rolmodel en ze wil meer leren. Gezien haar thuissituatie doet ze dat stiekem en betaalt ze zelf voor de bijlessen door te gaan babysitten.

Ongelooflijk wrede situaties

In de tussentijd verstrijken er jaren. Gilles trekt veel op met vader en het meisje groeit alleen op. Onbedoeld daagt ze vader uit door slim te zijn en gericht op de toekomst. Wat volgt zijn ongelooflijk wrede situaties. Ongelooflijk is ook hoe moeder niet in opstand komt. Alles in mij schreeuwt dan uit dat dit niet ‘het échte leven’ is. 

De hype rond dit boek snap ik niet. Het is een verhaal dat heel wollig wordt verteld. Het taalgebruik past niet bij een meisje van tien en ook niet van vijftien. Sommige situaties zijn voorspelbaar. Pas in de tweede helft wordt Het echte leven spannend en leest het vlotter. Maar de psychologische spanning, andere situaties en de ontwikkeling van het meisje zijn goed.

Eerder verschenen op Perfecte Buren