"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het fietsboek

Zaterdag, 7 november, 2020

Geschreven door: Paul Moor, Wendy Panders
Artikel door: Rijkert Knoppers

Het fietsboek; alles over de beste uitvinding ooit

[Recensie] Wist je dat de eerste fiets geen remmen had? En dat een fiets in Noorwegen sykkel heet? En besef je dat er een tijd was dat fietsen geen luchtbanden hadden? Realiseer je je dat vrouwen op de fiets in de negentiende eeuw een zeldzaamheid waren?
Op al dit soort vragen geeft dit onlangs verschenen kinderboek antwoord. Maar vraag niet hoe. Allereerst moet de lezer voortdurend een soort lolligheid accepteren, die de auteur her en der in zijn teksten stopt. Een paar voorbeelden: De komst van de luchtband “liet iedereen opgelucht ademhalen”.  Toen de eerste fiets omstreeks 1817 verscheen ” vielen alle monden open en gingen niet meer dicht”.  “Met een helm beperken e-bikers eventuele kopzorgen.” En: er zijn zoveel modellen sturen dat je er “stureluurs” van wordt.

De frivole toon is ook terug te vinden in de manier waarop de titels van de hoofdstukken zijn omschreven. Het hoofdstuk Technologie op hoog niveau gaat niet over de modernste elektrische fiets en de daarbij behorende ingewikkelde techniek, maar – enigszins gezocht – over de techniek van de “hoge bicycle”, ofwel de “Hoge bi”, de in 1870 verschenen fiets met het enorm hoge voorwiel en het kleine achterwiel. Het vijfde hoofdstuk Kaderstukken handelt bijvoorbeeld enerzijds over vouwfietsen, maar bespreekt verder diverse moderne materialen voor de fiets, terwijl hoofdstuk 9 Tijd voor meer rijplezier niet zozeer het onderwerp recreatief fietsen behandelt, maar toch enigszins verrassend de nieuwe technische ontwikkelingen, zoals gebonden velgen en antilekbanden.
Maar goed, als je dit soort vermaak op de koop toe neemt valt er wel veel interessante feiten over de fiets te lezen. Zoals bijvoorbeeld dat wedstrijdfietsen vroeger uitgerust waren met een achterwiel met aan beide zijden twee tandwielen met een verschillende hoeveelheid tanden. Was er behoefte aan een hogere of lagere versnelling, dan was het een kwestie van afstappen, het achterwiel losmaken en omkeren en de ketting op het nieuwe beschikbare tandwiel te leggen. Ook aardig om te lezen is hoe Paul MacCready erin slaagde om in 1979 met een luchtfiets het Kanaal over te steken. En bijvoorbeeld hoe de Central Otto Dicycle de meest vrouwvriendelijke fiets uit de 19e eeuw was.

Aan het begin van elk hoofdstuk staat op twee pagina’s een tekening van een model fiets afgebeeld, getekend door Wendy Panders, die ook alle andere pagina’s van creatieve tekeningen heeft voorzien. Al met al getuigt het boek van veel liefde voor de fiets, wat ook blijkt uit het hoofdstuk dat beschrijft hoe de fiets een plek heeft veroverd in de beeldende kunst, zoals het fietswiel van Marcel Duchamp,  in de muziek, zoals in het lied Broken Bicycles van Tom Waits en bijvoorbeeld in (kinder)boeken. Het enthousiasme voor dit vervoermiddel blijkt ook nog eens uit het nawoord waarin beschreven staat dat er eigenaren van fietsen zijn, die zo’n dure fiets hebben gekocht dat ze hem het liefst aan de muur van de slaapkamer zouden willen hangen. Zodat ze er elke nacht van kunnen dromen.

Foodlog

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles