"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het geheime leven van de koe

Maandag, 11 december, 2017

Geschreven door: Rosamund Young
Artikel door: Onbekend

Verstoppertje spelen met Koeien

[Voorpublicatie] “Het geheime leven van de koe van Rosamund Young is een hartverwarmend kijkje achter de schermen van een traditionele boerderij, en een pleidooi voor een bewustere omgang met de dieren die ons van vlees en zuivel voorzien. Op haar biologische Kite’s Nest Farm in Cotswolds mogen de koeien (en varkens, kippen en schapen) gaan en staan waar ze willen. Bij hun kalf blijven, of deze aan oma toevertrouwen? In de wei grazen, of boven aan de heuvel? Naar de schuur hollen bij regen, of gewoon onder de heg schuilen? Decennialang heeft Young haar dieren uitgebreid kunnen observeren en ze constateert dat deze consequent slimme keuzes maken die hun welzijn verhogen. Aan de hand van de meest aandoenlijke anekdotes over haar kudde laat ze zien dat het intelligente beesten zijn die elkaar liefhebben, samen spelen en levenslange vriendschappen sluiten. Maar door het moderne, grootschalige boerenbedrijf hebben we steeds minder oog voor dit natuurlijke gedrag.

Samen met haar broer Richard is Rosamund Young eigenaar van Kite’s Nest Farm in de Cotswolds. Haar ouders waren de eerste biologische boeren in Engeland. Het geheime leven van de koe verscheen vijftien jaar geleden bij een kleine agrarische uitgeverij, en is onlangs herontdekt dankzij Alan Bennett. De vertaalrechten op de heruitgave werden binnen één week aan meer dan vijftien landen verkocht.”

De leesclub van Alles publiceert een aantal paragrafen van het eerste deel.

Boekenkrant

Ayrshire-koeien

We zijn altijd heel trots op onze kudde geweest. We molken de koeien, spraken ze aan met hun naam, aaiden ze en vonden het leuk om te zien dat ze een eigen karakter hadden. Maar pas toen ik dertien was, besefte ik dat ze ook van elkaar hielden.

In 1968 hadden we een kudde Ayrshire-koeien voor de melk. Die zomer pachtten we zes  kilometer verderop drie weides op een steile, ongerepte heuvel en huurden een wagen om de droogstaande koeien en vaarzen naar het zomergraasland te brengen. Daar bleven ze drie maanden, aten het sappige gras, dronken ijskoud bronwater en hadden het al met al erg naar hun zin. Het melkvee dat thuis was achtergebleven, maakte ook een heel tevreden indruk. Toen de dag naderde dat de tijdelijke pacht zou aflopen, huurden we dezelfde wagen en brachten de vakantievierders op de afgesproken dag weer naar huis.

Het viel ons volgens mij alle vier op dat nog dagen na de hereniging van de twee helften van de kudde moeder en dochter Sunbeam en Moonbeam schouder aan schouder op het erf en in de wei de afgelopen drie maanden met elkaar stonden te bespreken. Ze gaven geen blijk van grote emoties, maar leken gewoon erg blij elkaar weer te zien. Tijdens hun scheiding waren ze niet weggekwijnd. Als melkkoe had Sunbeam haar eigen dochter niet gezoogd en we hadden niet eens doorgehad dat ze elkaar blijkbaar kenden, maar dit vertoon van wederzijdse genegenheid opende ons de ogen voor een heel nieuwe wereld, die van de rundervriendschap.

Vindingrijkheid

Toen Wizzie, ook een Ayrshire, haar tweede kalf kreeg (een stevige, knappe, kortbenige bruinrood gevlekte vaars, Meg), zei ze tegen haar dochter dat zij de beste van allemaal was en het kalf geloofde haar. Met het invallen van de winter werd modder een dagelijks terugkerend probleem. Meg maakte duidelijk dat ze er een gruwelijke hekel aan had haar mahoniekleurige pootjes vies te maken. Op een of andere manier slaagde ze erin de steile trap van een stuk of tien smalle treetjes van Cotswoldsteen naar de graanzolder te beklimmen en op een vrieskoude ochtend zagen we haar in alle vroegte op de bovenste tree verschijnen, waar ze geeuwend bleef staan kijken of het de moeite waard was om op te staan – dat wil zeggen, naar beneden te komen. Ze had de nacht hoogst comfortabel doorgebracht op de houten vloer van de graanzolder, ver van modder, tocht en pesterijen. We hadden de graanzolderdeur open laten staan, ervan overtuigd dat geen enkele koe de trap ooit zou kunnen beklimmen. Vervolgens leerde ze twee vriendinnen hetzelfde trucje en besloten we boven hooi en water voor ze neer te zetten.

Alice en Jim

In 1974 stopten we met bedrijfsmatig melken en vanaf dat moment lieten we de koeien hun eigen kalveren zogen. Wel bleven we voor eigen gebruik nog een of twee koeien melken. In 1990 werd Alice een van onze huiskoeien en als we haar naar de stal leidden en molken, merkten we niet alleen hoe intelligent, door en door lief en zachtaardig ze was, maar ook hoeveel gevoel voor humor ze bezat.

Alice was groot en zwart met een breed, intelligent voorhoofd en grote donkere ogen en ze pikte de melkroutine snel op. We molken maar één keer per dag, omdat het alleen nog voor eigen gebruik was en een hoge productie niet langer het doel. Elke dag ging een van ons vroeg in de avond de melkkoeien halen. Ze stonden bijna altijd in hun favoriete l-vormige wei. Die biedt het beste uitzicht op de boerderij, is vlakker dan de andere weides en er lijkt geen einde aan te komen, maar of dat uitzicht iets te maken heeft met hun voorkeur weten we niet. Vanaf het erf moet je heuvelop door de walnotenboomgaard, waar vijf 120 jaar oude bomen staan, en als je op de top bent, strekt de l-vormige wei zich voor je uit. Meestal stonden allebei de huiskoeien op de verst afgelegen plek, maar ze wisten waarvoor we kwamen en liepen zonder morren met ons mee terug naar de boerderij.

Soms vrolijkte Alice de boel een beetje op door plotseling van tempo te veranderen. Dan wandelde ze eerst rustig naast me, maakte opeens een sprongetje en ging ervandoor. Ik bleef doorwandelen met de andere koe tot ik Alice een paar honderd meter verder weer zag staan. Ze speelde verstoppertje en probeerde te verdwijnen achter een walnotenboom, maar was natuurlijk veel te groot en zodra ze doorhad dat ik haar had gezien, galoppeerde ze verder om zich achter de volgende te verstoppen en zo ging dat door tot we bij het melkhok waren.

Na haar jaar als huiskoe kreeg Alice een rustpauze van drie maanden bij haar vriendinnen in de wei. Toen de tijd naderde dat ze weer moest kalven, brachten we haar naar de stal, zodat we in de buurt zouden zijn als ze ons nodig had. Alice begreep dat we haar naar huis wilden brengen en leek het prima te vinden. Maar nadat ze een meter of vijftig rustig met ons was meegelopen, zette ze er plotseling de pas in en vloog naar de andere kant van de wei, waar haar vriendin Toria stond. Ze ging haar even vertellen dat ze weg moest en waarom en draafde vervolgens weer terug naar ons. De rest van de tocht naar huis verliep probleemloos en de volgende ochtend werd Abou geboren, zonder onze hulp. Een week later werd Toria moeder van Gloria en kort daarna werden ze alle vier herenigd met de kudde.

Het jaar daarop kreeg Alice Jim. Hij was pikzwart met een witte staart en had een zeer hoog iq. Toen Jim een jaar was, werden zijn broer en zus geboren, de tweeling Alice ii en Arthur. Jim had zich toen al fysiek en emotioneel losgemaakt van zijn moeder en stond op een ander deel van de boerderij, bij zijn vrienden. Hij hield zijn moeder wel met een schuin oog in de gaten en toen Alice de tweeling voor het eerst mee naar buiten nam en ze even alleen liet om te grazen, sprong Jim over het hek en liep half dravend op ze af om kennis te maken. Ze bleken alleen veel te klein om echt interessant voor hem te zijn en dus draaide hij zich om en liep op een drafje weer weg. Arthur, die amper twaalf uur oud was, besloot hem te volgen. Hij stond nog wat wankel op zijn poten, maar zijn vastberadenheid om niet achter te blijven groeide bij elke stap en we zagen hoe hij wiebelig en struikelend achter zijn grote broer aan ging. Toen Jim bij het hek was, hupte hij eroverheen en was verdwenen. Arthur bleef vol ongelovige teleurstelling staan kijken, bestudeerde het hek van alle kanten en sjokte toen terug naar zijn zusje.

Een paar maanden later, toen het hartje winter was, verzon Jim een manier om de saaie, sombere dagen aanzienlijk interessanter te maken. Fat Hat ii stond in dezelfde stal als Jim en mocht zoals gebruikelijk naar buiten wanneer ze wilde. Ze liep altijd linea recta naar het ingekuilde voer waar ze dan ongeveer een uurtje naar hartenlust bleef staan eten. Het wilde er bij Jim maar niet in waarom hem dat voorrecht werd ontzegd. Nadat hij het een paar dagen peinzend had aangezien, kwam hij met een oplossing die ons allemaal verbaasde en verrukte.

Ik stond in de keuken met een vriendin, misschien dronken we thee, in elk geval keek ik uit het raam toen ik Jim het erf af zag komen en de wei in lopen. De staldeur was open blijven staan, maar omdat het zo koud was, was geen van de andere dieren naar buiten gegaan. Hij liep doelbewust bij zijn vrienden en het eten vandaan naar de kersenwei. Opeens begreep ik wat hij van plan was en ik voorzag mijn vriendin van livecommentaar terwijl Jim een meter of honderd doorliep, een draai van honderdtachtig graden maakte, over het veerooster trippelde, de weg voor ons huis langs nam en zich vervolgens bij Fat Hat ii en het ingekuilde voer voegde. Het hoeft geen betoog dat hij vanaf die dag ook toestemming kreeg om de kortere route te nemen.