"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het ijs

Vrijdag, 19 juli, 2019

Geschreven door: Anna Kavan
Artikel door: Marjon Nooij

Verontrustende, hallucinante obsessie

[Recensie] Rauw is al meteen een passende term die het verhaal uitstraalt en termen als dystopisch, hallucinant, surrealistisch, sciencefiction avant la lettre, vooruitziendheid, klimaatverandering, postnucleair, apocalyptisch en politiek getint zijn kenmerken die elkaar razendsnel afwisselen en versterken. Bovenal geeft het een koud en verontrustend gevoel.

In dit verhaal volgt de lezer drie naamloze personen die in een bittere strijd geraken. De protagonist is de ik-verteller en daarbij ga ik er meteen vanuit dat het ook een onbetrouwbare verteller is. In een postnucleaire wereld transformeert alles in een ijzige uitgestrektheid en alles lijkt in verval te komen. De hele infrastructuur is ontregeld en werkelijk alles, maar dan ook werkelijk álles is bevroren.

De ik-verteller raakt volledig in de ban van een ongrijpbaar, zwijgzaam meisje met lange witte haren, een bleek gelaat, haast transparant en “zo broos als glas”. Ze is echter van haar vrijheid beroofd door haar man, de wachter genaamd, een potentaat die alles in het land wil beheersen met zijn treiterende scepter. De hoofdpersoon blijft haar wanhopig volgen om te proberen haar uit de greep van de wachter te verlossen. Hij raakt geobsedeerd door haar kwetsbaarheid en gekwetst zijn en reist haar na over bevroren wateren, ijsplaten en velden bedekt met ijs en sneeuw. Alles is wit en koud, maar hij is ervan overtuigd dat als hij het meisje van glas heeft gevonden, zal alles goed komen.
Onderweg komt hij van alles tegen, maar wat het meest naar voren komt is dat alles lijkt op te houden, te vermorzelen en te verdwijnen in het ijs, zoals ook de huizen en de steden. Oorlog teistert en verscheurt de maatschappij.
Soms twijfelt hij of alles wel echt is, of het meisje wel echt is en of hij psychotische trekjes heeft of hallucineert. Dit is nou precies wat deze verteller zo onbetrouwbaar maakt.

“De droom, hallucinatie of wat het ook was, had achteraf een diepgaande uitwerking op mij. Ik kon hem niet vergeten, kon de verheven intelligentie en integriteit van dat droomgezicht niet vergeten. Het had een gevoel van leegte achtergelaten, van verlies, alsof ik iets kostbaars dat werkelijk binnen mijn bereik was geweest had weggeworpen.”

Het verhaal heeft iets Kafkaësks. Steeds geeft het een gevoel van het dolen door een labyrint, zoeken naar een doorgang en uitgang.

“Ik vroeg me af waar ik heen werd gebracht. Het gebouw was reusachtig groot, er kwam geen eind aan de kronkelende gangen. We passeerden valluiken die op kerkers uitkwamen, cellen die in de rots waren uitgehouwen. Langs de wanden van deze hokken gutste water, een of andere stinkende uitscheiding. Gevaarlijke treden leidden naar kerkers die nog dieper lagen. We gingen door verschillende enorme dubbele deuren, die werden geopend door de wachten die voor me liepen en werden dichtgeslagen door de wachten die achter me aan kwamen.”

Griezelig actueel zijn de politiek getinte scènes:

“Een boot dreef ondersteboven, omgeven door wild zwaaiende handen en armen die worstelden om uit het water te komen. De mensen uit het bootje ernaast zwermden eroverheen, sloegen om zich heen, schopten, stampten op de handen die zich vastklemden, sloegen de drenkelingen weg. Zelfs de sterkste zwemmer zou in die ijskoude zee niet lang in leven kunnen blijven. Verschillende overbelaste, ondeskundig gehanteerde boten sloegen om en zonken. Sommige braken na een botsing in stukken. In de boten die bleven drijven verdrongen en vertrapten de opvarenden elkaar in zinloze paniek, sloegen met roeiriemen naar de zwemmers die zich probeerden vast te grijpen. Mensen die al stervende waren werden gebeukt en geslagen.”

“Het nieuws dat ik gedurende de vlucht hoorde bevestigde mijn ergste vrees. De wereldsituatie scheen de laatste, noodlottige fase in te gaan. De vernietiging van een groot aantal landen, waaronder mijn eigen vaderland, had de laatste belemmeringen weggenomen voor het militarisme van de overblijvende grote mogendheden, die zich tegenover elkaar hadden geplaatst, terwijl de kleinere landen zich bij een van beide aansloten. De twee voornaamste partijen beschikten over voorraden kernwapens die vele malen groter waren dan de hoeveelheid die nodig was om de vijand te vernietigen, waardoor de balans van de verschrikking precies in evenwicht leek te zijn.”

Boekenkrant
Het is geen gemakkelijk boek, het vereist veel aandacht. Eigenlijk kun je je er het best in onderdompelen en het ondergaan, en gaandeweg zullen er vanzelf wel een paar lichtjes gaan branden. Niet alles is zoals het wordt gepresenteerd, maar probeer niet meteen alles te begrijpen. Het komt vanzelf… of niet, maar laat je vooral niet ontmoedigen. De autobiografische elementen die als metaforen worden opgevoerd zijn ronduit fascinerend en het is dan ook waardevol om je eerst te verdiepen in de levensgeschiedenis van de auteur. Ondanks mijn aanvankelijke gevoel van ontreddering ben ik blij dat ik heb doorgezet. Het is absoluut de moeite meer dan waard.

Auke Hulst beschrijft in het nawoord ook dat hij niet helder kan krijgen hoe hij deze roman moet plaatsen – gelukkig… een medestander -, maar hij doet een poging om vergelijkingen te zien en komt tot de conclusie dat het verhaal op meerdere niveaus is te lezen. Hij ziet het ijs als metafoor voor de Koude oorlog. Misschien is het een feministische roman en zijn de personages archetypen; een weerloos meisje en twee mannen die om haar gunsten strijden, met als thema de onderdrukking van de vrouw.

Staat het ijs wellicht als metafoor voor de heroïne waar Kavan zo lang verslaafd aan is geweest?
Doris Lessing gaf als verklaring: “Het ijs is niet psychologisch of metafysisch ijs, het is de eenzaamheid van de jeugd omgetoverd tot een fysieke realiteit.” Hiermee doelt ze op de autobiografische toetsen in het verhaal.

Eerder verschenen op Metdeneusindeboeken

Het ijs