"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het is maandag vandaag

Vrijdag, 23 maart, 2018

Geschreven door: Sytske van Koeveringe
Artikel door: Tess van Brakel

Doelloos struinen door andermans huizen

[Recensie] Julia is halverwege de twintig en werkt als schoonmaakster. De huizen waarin ze schoonmaakt vormen het decor voor ongemakkelijke ontmoetingen met allerhande bewoners.

Julia doet aan ontsnappen en vermijden. Naast het veelvuldig drinken van wijn, het overmatig gebruik van pijnstillers, en het leegeten van de koelkasten van haar klanten, biedt haar werk ook welkome ontsnappingsmogelijkheden. Wat begint met een aangebroken zak borrelnootjes op nummer 25, een handje chips en een homp brie op nummer 76, eindigt met het in bezit nemen van een dakterras. De rosé in de kast. Het bad van nummer 61. De eettafel van een 22-d en de bewoner van 27.

Het boek bestaat uit vier delen. Ieder hoofdstuk begint met een huisnummer. In het eerste hoofdstuk, op nummer tweeëndertig, woont William met zijn vrouw en kinderen. William biedt Julia, amicaal en in afwisselend Nederlands en populair Engels, koekjes en thee aan terwijl hij een kleine stortvloed aan details over zijn leven op haar loslaat. Hoewel hij veel vragen stelt lijkt hij niet echt een antwoord te verwachten en doet Julia geen moeite zijn vragen te beantwoorden. Daarmee wordt een tendens neergezet die gedurende het hele boek voelbaar blijft.

“Mensen negeren kan ik net zo goed als schoonmaken, daarna ben ik erg moe, maar tijdens kost het me weinig inspanning. Mijn vader deed vaak alsof ik niet bestond. Alsof ik onderdeel was van het interieur, zoals de eettafel in de kamer.”

Boekenkrant

We worden in korte hoofdstukken meegenomen langs verschillende decors en – soms absurde –observaties. Een huis waarin een man in zijn wasmand poept. Een huis zonder stofzuiger. Een huis van een reumapatiënt of Julia’s eigen huis, waarvan ze de huisgenoten liever ontwijkt. De dialogen die ontstaan lijken soms meer op monologen. Alsof Julia niet opgemerkt wordt. Alsof ze zich er in schikt onzichtbaar te zijn, en blijven.

“Verdriet wordt vaak in grote lijnen de wereld in geslingerd. Doorvragen wordt niet gewaardeerd. Je weet genoeg. Ik kijk zo van: ik begrijp het. Ook al weet iedereen in deze kamer dat ik dat niet doe.”

Wat Julia precies probeert te vermijden wordt langzaam duidelijk. Haar ex-vriend Kamiel, het boek dat ze over hem schreef, de relatie met haar ouders, een oude vriendschap die enkel nog in e-mails te vangen blijkt, komen daarbij als prominenten onderwerpen naar voren. Ooit waren ze onderdeel van haar leven, maar nu niet meer. Nu maakt ze schoon, drinkt ze en zwerft veelvuldig door de nacht.

Vervreemding en verwijdering worden als belangrijke thema’s aangevoerd maar niet doorgevoerd. Dat Julia neurotisch haar e-mails sorteert in mapjes, alles spaart wat aan haar gericht is, sms-berichten overschrijft in schriftjes, bonnetjes en boodschappenlijstjes in ordners bewaard en boeken herschikt op grootte, is merkwaardig en interessant maar wordt door de schrijfster enkel terloops benoemt. Daardoor blijft dit een mededeling die niets toevoegt aan de ontwikkeling en diepgang van het hoofdpersonage of het verhaal. Dat is jammer. Van Koeveringe laat de personages met karakteristieke stijlvaste dialogen spreken maar de personages blijven vluchtig en oppervlakkig voelen. Alsof de lezer er, net als Julia, ook geen vastigheid aan zou mogen ervaren.

Het is maandag vandaag is de debuutroman van Systke van Koeveringe. Eentje die vermaakt en waar je zo nu en dan op ontwapenende gedachten van de hoofdpersonage stuit. Toch ligt er frustratie voor de lezer op de loer omdat het boek leest alsof je er niet helemaal bij kunt komen. Alsof je de personages niet helemaal mag leren kennen en waardoor het verhaal vlak blijft.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles