"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het korte leven van Heleen

Zaterdag, 7 juli, 2018

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Marjon Nooij

Heelt de tijd alle wonden?

“Ik wil gaan spreken van gedaanten
die in nieuwe werden veranderd”
Ovidius, Metamorphosen

[Recensie] Eindhoven 1997. Over een aantal dagen zal de verhuiswagen voorrijden. Diederik en Ireen Coppello hebben besloten het huis waar ze vijftig jaar hebben gewoond, te verruilen voor een appartement. Al die jaren is er weinig weggegooid en spullen die overbodig waren geworden, verhuisden steevast naar de zolder, maar nu ze kleiner gaan wonen is de tijd gekomen om drastisch op te ruimen.

Tussen alle spullen staat ook de doos, vol met spulletjes van Heleen. De inhoud gaat stuk voor stuk door de handen van Ireen en ze begint te lezen in het schrift dat haar dochter heeft volgeschreven. Dit brengt haar tweeëndertig jaar terug in de tijd – naar begin maart 1965 – en ze belandt midden in de gedachtewereld van een zeventienjarige. En… er is sprake van herkenning.

“Die verdomde doos. Mijn hart bonkt. Brok in mijn keel. Steken in mijn buik. Ik moet de tranen wegdrukken. Mijn ogen gloeien van het lezen van al die krabbels. Na decennia doodse stilte klinkt in mijn hoofd een heldere meisjesstem. Ik huiver als ik het lees, in dikke vette rode letters. Ze had me nodig, maar ik kon geen troost bieden. […] Konden we maar weer praten.”

Eindhoven 1965

Het eindexamen van het gymnasium is al over een maand of twee en Heleen, die haar schoolwerk heel serieus neemt, heeft een aantal vakken waar ze nog de nodige aandacht aan wil besteden. Er is ook nog een schoolreis naar Parijs in het vooruitzicht, waar ze niet direct op zit te wachten.

Dit maakt haar wat minder vrolijk, maar gelukkig is daar Rob, haar hoop in bange dagen, twintig jaar, een paar keer gedoubleerd en zodoende haar klasgenoot. Met haar vriendin Margriet kan ze heerlijk kletsen, maar ze weet ook dat het een kwebbelkous is die lastig iets voor zich kan houden.

Rob kan het niet verkroppen dat Heleen tijdens een avondje uit ten dans wordt gevraagd door de docent Nederlands, die toevallig ook in ‘De Poort’ is en broedt een nogal onhandig plannetje uit om Heleen voor zich te winnen. Een plannetje waartegen ze zich probeert te wapenen en wat hun vriendschap verre van goed doet.

“Jezus, het was hem menens. Ik zweeg, mijn mond viel open, ik werd draaierig in mijn buik, mijn pols klopte razendsnel. Keelpijn. Pure angst. Hij ging gewoon door, zijn blauwe ogen de onschuld zelf: […] Rot op Rob, doe me een lol. Je raaskalt. Ik wil met niemand naar bed. Ik wil niks met jou. Ik wil mijn eindexamen halen. Punt. Uit. Flikker op man.”

Toch heeft haar knappe voorkomen ook aantrekkingskracht op andere mannen. Meer dan ze kan bevroeden. Het zijn eenzame tijden voor Heleen. Haar vader is regelmatig op zakenreis, haar moeder heeft het druk met haar bridgeclubje en eigenlijk is er van een warme band met haar broertje ook geen sprake. In het gezin ervaart ze weinig belangstelling over en weer, en de gezinsleden leiden hun eigen leventje. Steeds vaker vraagt ze zich af waarom ze een bos rood haar heeft en groene ogen, maar daarover praten lijkt steeds weggewimpeld te worden. Van echt praten is sowieso weinig sprake – arme meid, mijn hart breekt.

En wat de schoolreis betreft? Die loopt uit op een deceptie en sombertjes keert ze huiswaarts. Vol vragen waar ze het antwoord niet op weet en ook niet hoeft te verwachten.

Bildungsroman

Het korte leven van Heleen is op twee niveaus te lezen; genieten van een mooie tijdloze roman, maar zeer zeker ook als een realistische bildungsroman. Het verhaal is opgebouwd in twee lagen, waarbij het perspectief regelmatig wisselt van Heleen naar Ireen, van 1965 naar 1997, van dochter naar moeder.

De plot wordt vloeiend opgebouwd en, beetje bij beetje, worden er antwoorden gegeven in de cursieve stukjes waarin de moeder van Heleen aan het woord is. Bladzijde voor bladzijde word je meegesleept in de gebeurtenissen in het leventje van de hoofdpersoon.

Moeder en dochter kunnen elkaar niet bereiken, ze snakken naar communicatie, maar beiden draaien ze in een emotionele cirkel rond, waarbij het onvermogen en vastgewortelde verdriet van moeder een flinke blokkade opwerpt. Ze dragen beiden een geheim met zich mee, maar ze kunnen het niet delen. Hierbij is de tijdgeest en de toen geldende mores van invloed op de intermenselijke contacten.

Verrassend is het om te ervaren dat een mannelijke en oudere (sorry, René) auteur zó geloofwaardig in de huid weet te kruipen van een bijna achttienjarig meisje en eigenlijk heb ik hem er niet op kunnen betrappen dat hij op enig moment uit zijn rol is gevallen. De zestiger jaren zijn door de auteur weliswaar bewust meegemaakt, maar hij heeft de tijdgeest op een heel consequente manier doorgevoerd in het verhaal.

Er is sprake van veel, heel veel intertekstualiteit, wat het verhaal zijn diepgang geeft. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de vele klassieke werken waar een gymnasiast mee geconfronteerd wordt tijdens de studie en de muziek uit de zestiger jaren. Voor de lezer die de roaring sixties zelf heeft meegemaakt is er veel herkenning, maar de jongere lezers zullen zeker ook getroffen worden door het wel en wee van Heleen.

Het korte leven van Heleen is een heel fijn geschreven verhaal van een auteur die, qua stijl, met dit boek een andere weg in is geslagen.

De cover is oogstrelend mooi. Het bevat het Portret van Nora Kim, door Herman Tjepkema is dit schilderij, in olieverf geschilderd op een doek van 150 cm bij 100 cm.uteur

Over de auteur

René van Rooij (1947) is jurist en auteur. Eerder schreef hij onder andere Pa, ik heb een patatkraam gekocht, biografie over Ad  Scheepbouwer; De overnameDe benoeming en De handshake.

Eerder verschenen op Met de neus in de boeken


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.