"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het lichtje in de verte

Vrijdag, 9 oktober, 2020

Geschreven door: Antonio Moresco
Artikel door: Marnix Verplancke

Berichten uit een stervende wereld

Nihilisme kan ook mooi zijn, toont Antonio Moresco in een roman over de verlokkingen van een klein lichtje in de verte.

[Recensie] Een oudere man trekt zich terug in een verlaten dorp ergens in de Apennijnen. Alle huizen staan leeg en zakken zachtjesaan in elkaar, en ook de man voert een dagelijks gevecht tegen wegglijdende dakpannen en scheef hangende luiken. Hij wil verdwijnen, zegt hij, en daarbij de wereld om zich hen zo weinig beroeren. Wanneer hij bijvoorbeeld een koppel dassen verstoort dat zijn pad kruist, waardoor de twee van elkaar gescheiden raken, keert hij terug op zijn stappen en wacht hij in de verte tot ze weer verenigd zijn. Hij is gelukkig in zijn nietigheid, en zijn berusting wordt slechts door een zaak gestoord: het lichtje aan de overkant van het dal dat ’s avonds aangaat en hem doet vermoeden dat ook daar iemand helemaal alleen op een bergflank woont.

Antonio Moresco’s Het lichtje in de verte is niet alleen het verhaal van een man die op zoek gaat naar zijn lotgenoot aan de overkant van het dal, een kleine jongen, zo blijkt, die helemaal alleen woont en met wie hij geleidelijk aan een band opbouwt. Het is ook een verkenning van wat het betekent om mens te zijn in een wereld die als puntje bij paaltje komt nergens toe lijdt en op weg naar dit nergens alleen maar pijn oplevert. Door de uitgestrekte bossen wandelend ziet de man uit Moresco’s roman hoe het struikgewas zich verspreidt over de grond en zich om de boomstammen wikkelt in een poging deze te versmachten. Op een dag wordt hij in zijn auto omsingeld door een meute verwilderde honden die tegen zijn ramen opspringen, op zijn motorkap klimmen, en zelfs op zijn dak, waardoor hij nog amper vooruit of achteruit durft. Van tijd tot tijd voelt hij de aarde beven en hoort hij onbestemde geluiden in huis. En ook de regen, die tot woest kolkende rivieren leidt, vormt een bedreiging die ten overvloede de niets ontziende en doelloze kracht van de natuur illustreert. ‘Waar kan ik heen om die ravage niet langer te zien, die onherstelbare, blinde wringing die ze leven hebben genoemd?’ vraagt de man zich regelmatig tevergeefs af. Nee, Het lichtje in de verte is geen sprookje. Of misschien wel, maar dan eentje dat ontsproten is aan de geest van Angela Carter.

Moresco laat zijn verhaal het levensritme van zijn oude man volgen. Het lichtje in de verte is daardoor een boek dat je traag moet lezen, wat je ook automatisch gaat doen trouwens. De zomer gaat over in de herfst en daarna komt de winter die de sowieso al moeilijk berijdbare, want volstrekt verwaarloosde en gescheurde wegen volstrekt onbegaanbaar maakt. Dit boek heeft slechts een doel voor ogen, heb je al lang voor het einde door: het absolute niets van het aan de stiltedood gestorven heelal. En de dood is dan ook alomtegenwoordig in Moresco’s roman. Stucco, zoals de kleine jongen heet aan de overzijde van het dal, een bijnaam die hij kreeg nadat gebleken was dat hij op school de stopverf  uit de ramen pulkte en opat, is bijvoorbeeld ook niet meer onder de levenden. Hij pleegde zelfmoord, vertrouwt hij de oude man toe, omdat hij gepijnigd werd door de wereld. En hij is zeker niet de enige, voegt hij er nog aan toe. “‘Wat zielig,’ denkt de oude man daarop, als was hij een leerling van Friedrich Nietzsche, ’al die dode kinderen. Maar zijn levende kinderen niet net zo zielig?’”

Kookboeken Nieuws

Eerder verschenen op Knack