"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het litteken van de dood

Dinsdag, 29 december, 2020

Geschreven door: Onno Blom
Artikel door: Quis leget haec?

Dat geeft een goed beeld van hoe hij tot zijn werken komt

[Recensie] Toen was hij er ineens; de vuistdikke biografie van Jan Wolkers, Het litteken van de dood, door Onno Blom. Ik wist dat hij er aan zat te komen, dat Blom er 10 jaar aan had gewerkt en ik keek er wel naar uit. Waarom? Ik heb maar één boek van Wolkers gelezen en twee films gezien die op zijn boeken zijn gebaseerd. Maar ik was bekend met zijn kunstwerken en ik heb het altijd een markant figuur gevonden, hij was vaak in de media te vinden. Daarom wilde ik die kleine 1000 pagina’s graag lezen.

Toch had het boek bijna niet nu verschenen, er was nogal wat om te doen. Blom zou op de biografie promoveren, maar het manuscript werd in eerste instantie afgewezen door de promotiecommissie. Blom zou te dicht bij zijn hoofdpersoon zijn gebleven en te weinig de tijdsgeest hebben beschreven waarin Wolkers acteerde. Dat is een opvatting, maar de manier van schrijven van Blom is dat ook, dus werd de commissie ontbonden en werd er een nieuwe aangesteld, die wel akkoord ging (overigens geheel volgens de regels). Voilà, het boek kon toch uitgebracht worden, tien jaar na het overlijden van Wolkers.

Blom had de opdracht van Wolkers zelfs gekregen en had de beschikking over zijn uitgebreide archief. Wolkers bewaarde werkelijk alles. Uit het boek wordt duidelijk dat iedere ontmoeting, gebeurtenis of gesprek input vormde voor zijn kunst. Een beeld, boek, artikel, toneelstuk, gedicht, schilderij, hij was van veel markten thuis. Wolkers ging zelfs zover dat hij ongezien een bandrecorder liet meelopen bij gesprekken met zijn ouders, geliefden en zelfs op begrafenissen, om zo puur mogelijke reacties te verkrijgen.

Hieruit volgt ook dat veel van zijn werk een sterk autobiografisch karakter heeft. Zijn leitmotieven zijn ook helder; een liefde voor de natuur, een afkeer van het geloof, fascinatie voor de dood en een ongebreidelde seksuele drift. Bij dat laatste nam hij in zijn boeken geen blad voor de mond, hij noemde alles bij naam, precies zoals we dat in het echt ook doen, zo was zijn redenatie. Hij gooide ‘en passant’ de seksuele moraal er wel even mee om in de tijd dat zijn boeken verschenen.

Boekenkrant

Zo’n dik boek geeft uiteraard een stortvloed aan informatie. De chronologie wordt keurig gehandhaafd. Er is uitgebreid aandacht voor zijn jeugd en opleiding. Dat geeft een goed beeld van hoe hij tot zijn werken komt. Zijn huwelijken en kinderen spelen ook een grote rol, zeker de dood van zijn dochtertje Eva. Wolkers is niet monogaam en heeft een voorliefde voor jonge vrouwen. Welke relatie hij ook heeft, zij zal andere vrouwen moeten gedogen. Zijn laatste liefde, Karina, kon hier het beste mee omgaan.

Zijn beelden en sculpturen waren alom geliefd en zijn boeken waren dat ook. Bij het publiek dan. Hij was tijdenlang de best verkopende auteur van het land, maar ieder boek kreeg steevast vernietigende kritieken van een vast clubje. Dat was het enige wat een beetje een opsomming werd in dit boek. Het volgende boek, goed verkocht, veel kritiek, verongelijkte Wolkers, volgend boek, goed verkocht enzovoort.

Maar, het leest verder geweldig weg, ik heb mij geen moment verveeld. Wolkers komt naar voren als een authentiek mens. Apart, maar bevlogen en op vele vlakken autodidact. Het moest wel allemaal volgens zijn spelregels. Zo was zijn ex-vrouw Annemarie Nauta verbolgen over het feit dat Olga uit Turks Fruit op haar gebaseerd was. Wolkers had hier zijn eigen verhaal bij;

“Ik heb natuurlijk autobiografische elementen gebruikt, maar Turks Fruit is een roman, geen autobiografie. Ik heb veel vrouwen gekend en een aantal vrouwenfiguren in elkaar geschoven, gecombineerd tot Olga. Eén echte complete Olga heeft nooit bestaan.” 

Maar tegen regisseur Paul Verhoeven had hij een ander verhaal opgehangen:

“We waren geschokt’ zegt Verhoeven. ‘Of een deel van de bodem onder ons vandaan was getrokken. Wij dachten allemaal écht dat Olga dood was. En nu bleek ze te leven…En Wolkers had ons toch maar mooi al die tijd de leugen laten verkondigen dat Olga dood was. Daar hebben we echt van moeten bijkomen.”

Het boek staat vol met dergelijke verhalen en je volgt zijn ontwikkeling van tomeloze kunstenaar tot de broze oude man die hij uiteindelijk werd. Broos, maar vol liefde voor zijn tweeling en zijn vrouw. Broos, maar blijvend scherp, zoals toen hij last had van wondroos; “Jan Peter Balkenende had dat ook,” zei Wolkers, “maar die had het verdiend.”

Wolkers, een grote robuuste vent met aparte trekjes maar een oorspronkelijk mens, die een dergelijke biografie wat mij betreft verdient. Ik mis hier geen tijdsgeestbeschrijvingen. Een gevoelsmens ook en laat ik daarmee afsluiten, als hij beseft dat hij verhuist, weg van het huis waar zijn dochter Eva is overleden;

” Van alle plekken in huis waaraan hij herinneringen had, maakte er één hem nog altijd radeloos en misselijk van verdriet. Het was de plek op de muur waar de handjes van Eva hadden gestaan. ‘Godverdomme ja, tiny little finger-prints,’ schreef hij in Een roos van vlees. ‘Het was chocoladepasta. Ze had allebei haar handjes tegen de muur gedrukt. Misschien heb ik haar er wel een standje voor gegeven. Ik probeerde ze weg te wassen nadat ze was doodgegaan. Het ging niet.”

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur:

De jonge Rembrandt