"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het Oostblokboek

Dinsdag, 2 oktober, 2018

Geschreven door: Guido van Eijck
Artikel door: Wouter van Dijk

Sightseeing achter het IJzeren Gordijn

[Recensie] Met het 25-jarig jubileum van de val van de Berlijnse Muur was de Koude Oorlog in 2014 weer even terug op het internationale toneel. Ook in Nederland was er kortstondig weer volop aandacht voor de recente geschiedenis en de voormalige Sovjet-Unie. Verscheidene publicaties over de Koude Oorlog rolden van de persen, zoals Willem Melchings Van het socialisme, de dingen die voorbijgaan. Een geschiedenis van de DDR 1945-2014 en Het jaar dat de muur viel. De val van het communisme in het Oostblok van Jule Hinrichs, om maar enkele voorbeelden te noemen. Een andere loot aan deze stam van Koude Oorlog-publicaties is Het Oostblokboek. Dit boek benadert de recente geschiedenis van Oost-Europa op een heel andere, maar eveneens aangename wijze. Het boek werkt als een reisgids, waarin tal van journalisten, historici en andersoortige Oost-Europakenners schrijven over delen van het voormalige Oostblok. Elk neemt zijn of haar land van expertise onder handen en schrijft in het hoofdstuk over dat land, of voormalig land (bijvoorbeeld Joegoslavië, we zijn immers terug in de tijd van het Oostblok) over bezienswaardige monumenten en gebouwen uit de tijd van het communisme.

Door de samenstellers is gekozen om een tiental landen uit Oost-Europa onder de loep te nemen, waardoor bijvoorbeeld een land als Kazachstan buiten de boot valt. Als verklaring geven Kooijman en Van Eijck de bereisbaarheid van de landen in de gids, niet veel mensen zullen op vakantie even naar Kazachstan, Tadzjikistan of Kirghizië afreizen om daar het een en ander te bekijken. Naast deze praktische reden zal simpelweg de interesse van het Nederlandse publiek een rol gespeeld hebben in de keuze voor de landen dichter bij huis. De situatie in de Baltische staten zal de gemiddelde Nederlander wat meer interesseren dan het wel en wee van de Turkmeense Socialistische Sovjetrepubliek.

Het boek is een plezier om te lezen voor wie geïnteresseerd is in hoe het dagelijks leven achter het IJzeren Gordijn was. Natuurlijk komen de megalomane standbeelden van ‘Moeders des Vaderlands’ en oprukkende Sovjetsoldaten met vierkante kaken en onverzettelijke blik langs in het boek. Er is echter ook aandacht voor de Yugo, het Joegoslavische autootje waarop zoveel gemopperd werd, maar waarvan er tegenwoordig nog steeds aanzienlijke aantallen rondrijden in vooral de armere delen van het voormalige land. Of neem het Museum ter ere van de tram- en trolleymedewerkersin Moldavië, opgericht om het personeel van deze openbare vervoersdiensten te motiveren door hun werk via het museum op te hemelen. Een ander voorbeeld is het voormalige Kulturpark Plänterwald, opgericht in 1969 en het enige pretpark dat de DDR gekend heeft. Tegenwoordig liggen de attracties er verwaarloosd bij en maken jongeren er een sport van in te breken op het afgesloten verboden terrein. Ook het iconische Palast der Republik, gebouwd als toonbeeld van Oost-Duitse vooruitgang, is te vinden in de gids, hoewel het nu helaas al enkele jaren verdwenen is om plaats te maken voor de herbouw van een achttiende-eeuws Pruisisch slot. Een van de voorbeelden van de voortgaande beweging waarbij steeds minder daadwerkelijke Oost-Berlijnse gebouwen overblijven die herinneren aan de communistische tijd.

Naast deze typische staaltjes Ostalgie is er ook ruim plaats gemaakt om de donkere kanten van de verschillende regimes te laten zien. De historische inleidingen bij de verschillende hoofdstukken bieden hierbij context. Het dorre rotseiland Goli Otok in Kroatië bijvoorbeeld fungeerde in Tito’s tijd als strafkamp en heropvoedingsgesticht voor dissidenten, deze dwangarbeiders sleten hier hun dagen met het werken in de steengroeven. Een ander schier onuitwisbaar achterblijfsel van dictatoriale waanzin vormen de talloze ronde bunkertjes die de Albanese leider Enver Hoxha in het hele land liet bouwen. Ook het schrikbewind van Ceaucescu komt aan de orde, die in de loop van de jaren tachtig maakte dat zijn land bekend kwam te staan als Ceauschwitz en Ceaushima. Ook is er een kadertekst gewijd aan de geheime martelgevangenissen van de geheime diensten van de dictatoriale regimes die opereerden in alle landen van het Oostblok.

Geschiedenis Magazine

De overvloed aan informatie en wetenswaardigheden zorgt voor een echte duik in de periode van het Oostblok waarbij je je voor even achter het IJzeren Gordijn waant. Er blijkt in Oost-Europa voor de geïnteresseerde reiziger nog veel te zien te zijn dat aan deze tijd doet denken. De vele bijdragen zijn bondig en helder geschreven en door de fragmentarische opbouw is het boek ook makkelijk even weg te leggen om later weer verder te lezen. De strakke vormgeving is geheel in stijl met de abstracte en sociaal-realistische Sovjetstijl die te zien is in vele standbeelden en bouwwerken in het boek. Ondanks het massieve beeld van een Oostblok dat in het Westen nog altijd gangbaar is, blijkt dat er tussen de landen van het Warschaupact wel degelijk essentiële verschillen bestonden. Zo was het beter toeven in Hongarije, waar in ieder geval aan groenten nooit gebrek waren, dan in Bulgarije, dat door zijn rigide en slaafse volgen van de Sovjet-Unie ook wel bekend stond als de zestiende Sovjetrepubliek. Een omkering van het bekende adagium ‘eenheid in verscheidenheid’ naar een soms subtiele, maar duidelijke ‘verscheidenheid in eenheid’ lijkt in het geval van het Oostblok wel op zijn plaats. Een aanrader voor iedereen die de andere kant van het IJzeren Gordijn eens beter wil leren kennen.

Eerder verschenen op Hereditas Nexus 

Boeken van deze Auteur: