"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het trillende universum

Maandag, 13 januari, 2020

Geschreven door: Martijn van Calmthout
Artikel door: Hans Muller

Twee uur lekker lezen in vele dimensies

[Recensie] “Je hebt natuurkunde gestudeerd, hè?” Af en toe word ik overvallen door gefascineerde amateur-natuurfilosofen, die waarschijnlijk van belang zijn voor het maatschappelijk draagvlak van de natuurkunde.
Ze vragen me naar het leven, het Heelal en alles (Douglas Adams’ antwoord: 42), en vroeger naar dansende Woe-Li-meesters maar tegenwoordig draait het om zwarte gaten, finetuning van natuurconstantes, het antropisch beginsel, multiversa en… snaartheorie.

Gelukkig komt Martijn van Calmthout ons te hulp met zijn populairwetenschappelijke boekje (niet denigrerend bedoeld, het meet 18 x 11 x 0,8 cm3) Het trillende universum. Over snaartheorie, deeltjes en verborgen dimensies. Van Calmthout is sinds 2018 communicatieadviseur van deeltjeslab Nikhef in Amsterdam, na een loopbaan als wetenschaps(hoofd)redacteur bij de Volkskrant en gespreksleider van de KennisCafés in de Balie. In zijn jongste boek slaagt hij er in kort bestek in om de lezer zonder wiskunde een idee te geven van de voor- en nadelen van de snaartheorie. Hij volgt de historische ontwikkeling vanaf de vondst van Gabriele Veneziano van CERN in 1968, dat bètafuncties gebruikt konden worden in de verstrooiingsmatrix voor protonenbotsingen, tot aan toepassingen als kosmische strings. De problemen met 22 en later 7 opgerolde dimensies worden uitgelegd, met bespreking van Kaluza-Klein en Calabi-Yau. In een noodzakelijke zijsprong wordt het standaardmodel met zeventien deeltjes behandeld. De kritiek van Lee Smolin, Peter Woit en Sabine Hossenfelder komt aan de orde en tevens een alternatief voor de snaartheorie, de loopquantumzwaartekracht van Renate Loll en Smolin. Die biedt anders dan de snaartheorie wel houvast in de vorm van toetsbare voorspellingen. Zo zou de lichtsnelheid moeten afhangen van de golflengte van straling, wat in principe controleerbaar is met kosmische gammaflitsen.

In dit boekje wordt in luttele pagina’s ongelofelijk veel overhoop gehaald, zodat sommige zaken wonderbaarlijk moeten blijven, zoals de rol van de Mexicaanse sombrero bij symmetrie-breking, de kleurkracht van quarks en het binnenlekken van zwaartekracht uit het hyperuniversum, op gevaar af dat de lezer natuurkunde verslijt voor hocus pocus. Anderzijds kan het publiek onbegrepen zaken soms enthousiast als een vorm van mystiek waarderen, zoals Einstein al in de jaren 1920 ondervond met zijn gekromde ruimte. Bij de Volkskrant zou de toets natuurlijk zijn of tante Miep dit boekje zou slikken, dat is de denkbeeldige niet-academische lezeres over wie van Calmthout elders schreef.

Ik vond dit boekje een smakelijk bordje natuurkundige tapas. Het is duidelijk geschreven door een ervaren popularisator in mooi Nederlands: er wordt ingefluisterd en in een hoek geschilderd, waar vind je elders nog “in weerwil van”? Grappig is dat de pionier Veneziano door het boekje heen onderhevig lijkt aan neutrinoachtige oscillaties (eerst Gabriele, dan Gabriela, ten slotte Eugenio Veneziano). Met een massa van honderd gram is het boek een makkelijk verzendbare verrassing. In veel opzichten een aanrader dus.

Boekenkrant

Eerder verschenen in het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde