"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het verdwijnen van Robbert

Dinsdag, 29 april, 2014

Geschreven door: Robbert Welagen
Artikel door: John Hermse

Robbert doet niet mee

Lange tijd heeft Het verdwijnen van Robbert veel weg van een mislukking. Robbert Welagen wil zijn gelijknamige hoofdpersoon laten ontsnappen van zichzelf en van de wereld, maar erg ver lijkt hij niet te komen. Gelukkig heeft hij zijn illusies nog.

[Van deze roman verscheen een voorpublicatie op Athenaeum.nl]

Wat is er zo boeiend aan een man die van de wereld wil verdwijnen? Robbert Welagen probeert het in de roman van de gelijknamige schrijver uit alle macht. Zijn spullen van de hand doen, huis en haard achter zich laten en zich vestigen in een kleurloos Duits dorp – dat lukt hem nog wel. Maar van zijn naam komt hij niet zo gemakkelijk af, en van zijn familie ook niet.

Maar dat is de logistiek van de verdwijning, het geregel dat er bij komt kijken om jezelf uit te wissen. Helaas staat geregel bijna altijd garant voor gegeeuw en vervelend gedoe. Ook hier, met het vergeefse bezoek aan de Duitse burgerlijke stand als treffende illustratie.

Boekenkrant

Snel verder, want Robbert zal tijdens zijn verdwijning toch wel spannende avonturen beleven? Dat valt aanvankelijk heel erg mee. Robbert is best tevreden met een nieuw leven dat verdacht veel van zijn oude bestaan weg heeft, met precies dezelfde bezigheden.

‘Maar er was één verschil. Nu hadden deze bezigheden een magisch karakter, omdat ik ze deed nadat ik was verdwenen.’

De held is gelukkig met zijn saaie bestaan, maar het maakt zijn verdwijning niet spannender. De magie is er voor de hoofdpersoon, niet voor de lezer. Die veert pas weer op als er een vrouw in het leven van Robbert komt, op het moment dat ook zijn nieuwe leven dreigt af te glijden naar een eenzaam bestaan, met alleen personages uit boeken als gezelschap.

Heel even is Robbert tevreden met zijn buurvrouw Traudl, met wie hij niet veel meer heeft dan seks, maar als hij zich genoodzaakt ziet verder te trekken, laat hij deze episode van zijn verdwijning ook weer achteloos achter zich: ‘Seks is een verdienstelijke uitvinding van de natuur, maar wegrijden uit Rohen in een Land Rover voelde ook niet onaardig.’

Geen mensenvriend

Het is Robbert ten voeten uit: ironisch of ronduit cynisch, altijd op een veilige afstand van wat hem direct lijkt aan te gaan. ‘Was mijn studie kunstgeschiedenis toch nog ergens goed voor’, observeert Robbert als hij tijdens de seks een kunsthistorische verwijzing maakt. Een verdwijner is al geen mensenvriend, maar de halve verkrachting waarmee er een einde komt aan de vrijage met Traudl maakt van Robbert ook nog eens een personage dat weinig sympathie opwekt.

Gelukkig maar: een onaangenaam mens als hoofdpersoon, dat maakt die hele verdwijning er al een stuk boeiender op. Je moet er niet aan denken dat de hoofdpersoon van een verdwijningsroman een door en door goede kluizenaar is die zijn spelonk alleen nog uitkomt om in zijn levensonderhoud te voorzien.

Maar is het genoeg, zo’n onsympathiek figuur, om hem tot het bittere einde te volgen in zijn verdwijning? Kijk, daar worden we als lezer pas echt benieuwd. Dat einde van zijn verdwijning, waar bestaat dat dan uit? Wanneer is iemand echt verdwenen? Van grove begrippen als ‘einde’ en ‘slotwoord’ wil Robbert in ieder geval niets weten, zo maakt hij aan het begin van zijn verdwijning al duidelijk als hij voor zichzelf zijn beweegredenen op een rijtje probeert te zetten.

‘In mijn lege appartement probeerde ik erachter te komen waarom ik wilde vertrekken. Ik speurde mijn gedachten af. Een antwoord vond ik niet. Alleen maar redenen die niet overtuigend waren. Ik geloofde ze zelf in ieder geval niet, maar misschien bent u milder gestemd.’

Die ‘u’, dat zijn wij dan, de lezers, en inderdaad: dat Robbert ‘genoeg had van mezelf en mijn leven’, dat stemt ons niet mild. Te mager.

Wat dan wel? ‘Ik wil niet meedoen aan het leven’, zegt de hoofdpersoon. ‘Robbert doet niet mee.’ Toch wel grote woorden dus, terwijl hij daar eerst niet veel van wilde weten. Wat beweegt hem nou echt? Dat is een vraag die van deze verdwijning voor de lezer net zo’n spannende affaire kan maken als voor de achterblijvers.

Op het eerste gezicht lijkt het simpel: Robbert mag dan wel in het duister tasten over zijn eigen motieven, maar dat komt vooral omdat hij de werkelijkheid niet onder ogen wil zien. Al op bladzijde 2 duikt Chloe op, zijn onbereikbare, grote liefde die in Robbert niet meer ziet dan haar beste vriend en gelukkig wordt met een ander.

Op de vlucht

Hoe lang zal het duren voordat Robbert inziet dat hij eigenlijk op de vlucht is voor haar? Zit daar de spanning van Het verdwijnen van Robbert dan in? Een hoofdpersoon die niet zozeer wil verdwijnen, maar tot zelfkennis moet komen?

Niet echt, en ook dit is geen reden om ons mild te stemmen. Als Robbert zijn buurvouw Traudl wil laten klaarkomen om haar in zijn macht te krijgen, weet hij al dat het niet om haar draait:

‘Ze zou aan me gehecht raken en naar me verlangen. Je leeft meer als er iemand naar je verlangt. Je bestaat niet alleen in jezelf, maar ook in de ander. Ik dacht daarbij natuurlijk niet aan Traudl, maar aan Chloe.’

Opgaan in een ander, in een vrouw, dat is een mooie manier om te ontsnappen aan jezelf, al is Robbert zelf de eerste om toe te geven dat dat een beetje afgezaagd is.

Maar als liefde alleen nog de gedaante kan aannemen van lege seks tussen twee mensen die elkaar in een lift hebben ontmoet, wat blijft er dan nog over? Niet veel, beseft Robbert:

‘Mijn leven was geen verhaal meer. Het ontbrak aan ontwikkeling, gebeurtenissen en personages. De plot was tot stilstand gekomen. Er waren alleen maar losse anekdotes en losse gedachten. Over de tijd die ertussen lag, hing een sluier. Als je die zou oplichten, zou er geen leven tevoorschijn komen. Als je de sluier zou oplichten, zou er niets zijn.’

Mooi, zou je zeggen. Mission accomplished. Niets, onzichtbaar: verdwenen.

Illusie

Was dat maar zo. Robbert mag dan tot het inzicht zijn gekomen dat het een illusie is om een ander te kunnen worden, hij blijft wel in die illusie geloven. De liefde valt hem niet ten deel, maar het geluk van de ouderdom – dat ligt vast wel in het verschiet:

‘Maar hoe moest ik het gat overbruggen dat ligt tussen de jeugd (nog niets doen) en ouderdom (niets meer doen), het gat dat men volwassenheid noemt?’

Met een plan natuurlijk. Net zoals Robbert in de eerste zin van de roman een plan had om plotsklaps te verdwijnen, zo heeft hij die in de laatste zin nog steeds. Of alweer. ‘Als je een plan hebt, hoef je het alleen nog maar uit te voeren.’

Wat is er zo boeiend aan een man die van de wereld probeert te verdwijnen? Dat het niet lukt natuurlijk, en dat die mislukking ook helemaal niet erg is, zolang je maar blijft geloven in je illusies. Zo hebben schrijver én personage Robbert Welagen haast ongemerkt van een mislukking een succes gemaakt.

Stemt dát ons dan mild? Jazeker, toch wel, uiteindelijk – meer dan dat zelfs, het stemt ons tevreden.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Antoinette

In goede handen

De nachtwandeling

Het verdwijnen van Robbert