"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het verhaal van Apollonius

Woensdag, 11 april, 2018

Geschreven door: Diederik Burgersdijk
Artikel door: Karin de Leeuw

Klassieken komen niet alleen uit het noorden van de Middellandse Zee

[Column] Het is Week van de Klassieken. Kijk in de boekhandel en je kunt er niet om heen. De boeken van populaire schrijvers als Fik Meijer en Adrian Goldsworthy liggen in grote stapels klaar. David Rijser schreef speciaal voor deze week een essay De portiek van de buren. Verbeeldingen van denken in de Oudheid. En voor wie het iets geleerder wil, zijn er onlangs in de befaamde Loeb Classical Library twee nieuwe deeltjes uitgekomen met epische en dramatische fragmenten van Quintus Ennius (239-169), door de uitgever aangeprezen als de vader van de Romeinse literatuur.

De week van de klassieken is natuurlijk niet voor niets in het leven geroepen. Met name mensen die zelf op het gymnasium hebben gezeten, maken zich zorgen over het verdwijnend besef van urgentie om je klassieken te kennen. Het Klassiek Verbond, spreekbuis van deze groep bij uitstek, riep zelfs een speciale prijs in het leven. Komende zaterdag wordt, ter afsluiting van de week in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden deze Homerusprijs uitgereikt aan Arjen van Veelen (Aantekeningen voor het verplaatsen van obelisken). De Leesclub van Alles plaatste recensies over de boeken uit de gehele shortlist. Naast Van Veelen werden ook de boeken van Piet Gerbrandy en Casper de Jonge (Aristoteles’ Poëtica) en Koen Ottenheym en Karl Enenkel, (Oudheid als ambitie: de zoektocht naar een passend verleden 1400-1700) de afgelopen tijd gerecenseerd. Dit zijn geen onbelangrijke boeken. Ze halen flinke oplagen en ook bij de Leesclub merken we dat deze recensies goed gelezen worden.

Waarom dan toch die extra aandacht in deze week? De gymnasia kampen met record aantallen aanmeldingen. Je zou zeggen dat het dus wel goed zit met de klassieke erfenis. Maar over welke erfenis hebben we het eigenlijk? In Nederland worden de gymnasia nog overwegend bezocht door de witte bovenlaag van de middenklasse. En dan is er het curriculum: op school leert men Grieks en Latijn. Dat zijn inderdaad de belangrijke talen uit de klassieke periode. Maar, zeggen critici, dat wil niet zeggen dat alleen in Athene en Rome cultuur werd gemaakt. Veel belangrijke auteurs kwamen uit bijvoorbeeld het huidige Turkije, Iran, Irak, Syrië en niet te vergeten Israël. Er staan in het zuidelijk deel van het Middellandse Zeegebied meer klassieke monumenten dan in heel Europa, ook na de verwoestingen door Islamitische Staat. Maar in het curriculum van de gymnasia vindt je daar nog weinig van terug. Daar is men nog steeds erg gefocust op Homerus, Plato en Cicero.

Het afgelopen decennium is er echter wel wat veranderd. Onze vaste recensent, Jona Lendering, schreef al in 2009 een prachtige boekje met de titel Vergeten erfenis. Oosterse wortels in de westerse cultuur. Daarin gaat hij in op de delen van onze erfenis waar we over het algemeen minder aandacht aan besteden, de Arabisch-islamitische en Babylonische bijvoorbeeld. Het werk van Lendering en anderen begint vruchten af te werpen. Langzamerhand komen steeds meer boeken op de markt over deze onderwerpen.

Yoga Magazine

Uitgeverij Verloren bracht vorige maand een boekje op de markt dat hoogst waarschijnlijk geschreven is in Turkije (Efeze) en nu eens niet in de klassieke periode, maar daarna, in de hellenistische tijd. Het is een roman en ook dat is aspecifiek voor wat er op de markt gebracht wordt. Want er is grote aandacht voor filosofische verhandelingen, geschiedenis, toespraken en gedichten, maar romans uit de oudheid kunnen zich niet verheugen in een ruime belangstelling. Vincent Hunink maakte echter een vertaling van Historia Apollonii Regis Tyri, ofwel Het verhaal van Appolonius. Diederik Burgersdijk verzorgde er een inleiding bij die veel duidelijk maakt over de geschiedenis van het verhaal.

Alle hoofdfiguren in dit koningsdrama zijn verbonden met een bepaalde plaats, Tyrus, Antiochie, Tarsus, Efese, Mytilene en Pentapolis. Ze liggen allemaal in het zuidoosten van het Middellandse Zeegebied. Eigenlijk lijkt het verhaal een feuilleton met in ieder hoofdstuk een andere hoofdrolspeler met een andere verblijfplaats: de koning, zijn vrouw, zijn dochter. Het zijn spannende avonturen die ze beleven, al komen zo ons niet allemaal even waarschijnlijk voor. Er gebeuren ook wat zaken die de hedendaagse lezer naar het rijk der fabelen zal verwijzen, zoals een koningin die bij de geboorte van haar kind op een schip overlijdt. Haar stoffelijk overschot wordt over boord gezet, waarna zij aanspoelt op een vreemd strand en blijkt toch nog te leven.

Het verhaal kent sowieso een beetje een, in onze ogen, soft Happy End.

Wanneer deze roman tot stand gekomen is, weten we niet precies. De huidige theorie is dat het aanvankelijk is geschreven in het Grieks en dat het voor het eerst is opgetekend in de Hellenistische wereld. De twee belangrijkste manuscripten die wij nu nog kennen, zijn geschreven in het Latijn. Het lijkt er ook op dat deze versies verkort zijn. De twee boeken verschillen ietsje in verhaallijn en sommige passages in de beide verhalen lijken eerder een samenvatting van een uitgebreidere vertelling, waardoor soms een merkwaardige tempowisseling ontstaat. Ook is het duidelijk dat er christelijke elementen zijn toegevoegd in de loop der tijden. Het ‘leren door lijden’ is bijvoorbeeld al een belangrijk thema in de Griekse tragedies, maar krijgt in dit verhaal een vroom en wat braaf tintje. De lijn van de vertelling blijft echter klassiek: een dergelijk lijden geeft een (plotseling) inzicht en daardoor kantelt het verhaal. Daarbij spelen anonieme figuranten een belangrijke rol. Ze worden slechts aangeduid met namen als ‘jongen’ of ‘visser’, dit in tegenstelling tot de hoofdfiguren.

Het boekje heeft een spannend verhaal, al zijn er ongeloofwaardige elementen en is het plot onnodig complex. Het heeft eigenlijk alle elementen van een laatantieke soap en nu eens niet uit het Athene van Socrates. Leuk dat dit nu ook voor een groot groep belangstellenden in de literatuur van de oudheid te lezen is.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: