"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het voedselbos

Maandag, 20 juli, 2020

Geschreven door: Mac van Dinther
Artikel door: Cyril Lansink

Permacultuur in Groesbeek

[Recensie] Volkskrant-journalist Mac van Dinther was naar eigen zeggen nogal sceptisch toen hij inging op de uitnodiging van Wouter van Eck om eens een kijkje te nemen in Ketelbroek. Een stuk grond van niet meer dan tweeënhalve hectare, dicht bij Groesbeek, een plaatsje onder Nijmegen, waar op een andere manier aan landbouw werd gedaan. Een voedselbos. Weer een stadse intellectueel die boer gaat spelen, was Van Dinthers eerste weinig vleiende gedachte.

Maar eenmaal op de locatie verdwenen zijn vooroordelen snel, overdonderd door wat hij zag en aangestoken door Van Ecks enthousiasme en uitleg. Van Dinther bleef terugkomen, vier seizoenen lang, en deed van zijn bezoeken aan Ketelbroek en zijn stadse boer in de krant verslag. Deze verslagen vormden de basis voor een met prachtige foto’s verluchtigd en fraai uitgegeven boek dat een lans breekt voor een nieuw perspectief op agrarisch grondgebruik en voedselvoorziening.

Een voedselbos is opgezet volgens de principes van de permacultuur: er zijn alleen vaste (permanente) gewassen. In Ketelbroek staan maar liefst driehonderdvijftig soorten, die allemaal iets eetbaars opleveren. De tamme kastanje, de vlier, de mispel, de schijnaugurk, de Japanse walnoot, de framboos, de honingbes, de hazelaar, bamboe en brandnetel: het is maar een kleine greep. (Nee, geen bloemkolen.) Van Eck heeft ze geplant, de voorwaarden voor hun groei geschapen, maar daarna doet de natuur het werk. “Wij zijn luie boeren.” Ploegen, eggen, sproeien en wieden is er niet bij. En bemesten evenmin: de gewassen zorgen met hun bladafval zelf voor de humus. Bovendien wordt er in een voedselbos niets doodgespoten: ook ‘onkruid’ blijkt nuttig, het is gratis biomassa. In de negen jaar dat het voedselbos nu bestaat is het steeds rijker geworden en levert het steeds meer op: de struiken en bomen groeien, gaan meer vrucht dragen. De droge zomers van de afgelopen jaren heeft het bos goed doorstaan. Veel beter dan de gewone akkers houdt het water vast .

Een voedselbos blijkt niet alleen voedsel op te leveren – al duurt het wel een aantal jaar voordat het gaat renderen – het helpt ook om de crises die de natuur bedreigen aan te pakken. Terwijl een reguliere landbouwakker jaarlijks per hectare goed is voor zo’n drie ton CO2-uitstoot (mede door de kunstmest), houdt een voedselbos juist CO2 vast: dat is immers een kenmerk van groeiende bomen. Bovendien blijkt het organisch stofgehalte van de bodem spectaculair omhoog te gaan, in Ketelbroek is het vanaf haar ontstaan meer dan verdubbeld. Ook dat zorgt voor vele honderden tonnen broeikasgassen minder in de lucht, zo stelt Van Dinther vast.

Boekenkrant

Ook bij een andere groot probleem, de afname van de biodiversiteit, lijkt het voedselbos een positieve rol te kunnen spelen. Waar in de gangbare landbouw de natuurwaarden er zacht gezegd steevast bekaaid vanaf komen, en de natuur eerder als een hindernis of als tegenstander wordt beschouwd, geeft een voedselbos juist een boost aan de natuur. Zo werden er in Ketelbroek op een mooie lentedag maar liefst 22 soorten vogels geteld, terwijl de nabijgelegen akker het zonder één moest stellen.

Eén zwaluw maakt nog geen zomer. Maar Ketelbroek laat in ieder geval zien dat het kan: een andere manier van voedsel produceren, die niet tegen de natuur ingaat, maar deze juist omarmt. Van Eck gaat regelmatig de boer op om zijn overtuiging uit te dragen: dat voedselbossen een belangrijke rol kunnen spelen bij de landbouwtransitie die noodzakelijk is om de verschillende milieucrises het hoofd te bieden. Hij stuit op scepsis en weerstand, natuurlijk. Zo moet je een lange adem hebben om een voedselbos tot een succes te maken. Wie heeft zoveel tijd en geduld? Boompje groot, plantertje dood, luidt niet voor niets het gezegde. En dat klinkt nou niet bepaald aanlokkelijk voor boeren die ook gewoon geld willen verdienen.

Een voedselbos is bovendien niet geschikt voor de gewassen waar ons voedingspatroon nu voor een groot deel op steunt: tarwe, aardappelen, groenten. Dat een substantieel deel van de landbouw die is gebaseerd op eenjarige cycli binnen afzienbare tijd door permaculturen zal worden vervangen, valt dan ook niet te verwachten, de inspanningen van iemand als Van Eck ten spijt.

Dat neemt niet weg dat Ketelbroek fungeert als geslaagde proeftuin en inspirerend voorbeeld. Overal in het land ontstaan initiatieven om voedselbossen te planten, Van Dinther steekt als participerende journalist zelfs een keer zelf de handen uit de mouwen. Dat biedt perspectief – perspectief op verandering. Een perspectief dat in deze tijd waarin de vernietiging van de aarde in rap tempo voortschrijdt meer dan nodig is.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles