"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het zout der aarde

Vrijdag, 13 augustus, 2021

Geschreven door: Jozef Wittlin
Artikel door: Mireille Bregman

De Armee van de Dubbelmonarchie

“Een verwonderde baanwachter in het verre Hoetsoelse land sluit voortdurend de slagboom. Zó veel treinen deze nacht en allemaal naar Hongarije. ‘Wat is er aan de hand?’ ‘Oorlog!'”

[Recensie] Juli 1914. Het uitgestrekte keizerrijk en koninkrijk Oostenrijk-Hongarije mobiliseert haar troepen, dus de mannen komen uit alle windstreken naar kazernes toe om onder de geelzwarte vaandels van de k. und k. te vechten. Vanuit Wenen, Galicië, Moravië, Bosnië, vanaf de rivieren Donau, Weichsel, Boeg, Memel worden mannen opgeroepen en in treinwagons gestopt. Heel Europa maakt zich op voor een kortdurende oorlog. De roman roept, juicht, stampt in de proloog. Daarna gaat het verhaal naar de simpele ziel Piotr Niewiadomski (=Onbekend) die door de oproep van zijn bovengeschikte eindelijk de begeerde kepi van de spoorwegen mag opzetten. Hij begrijpt als analfabeet lang niet alles, maar vanuit zijn baanwachtershuisje langs de lijn Lemberg- Czernowitz- Itzkány ziet hij wel dat de treinen vol officieren en soldaten uit delen van (nu) Polen, Oekraïne en Roemenië richting Boedapest gaan.
Dan wordt hij zelf ook opgeroepen, eerst voor keuring en pas weken later voor de militaire opleiding, en wordt samen met de boeren, orthodox-christenen, Joden, katholieken, die vervloekte Hongaren en wat al niet meer in net zo’n trein gezet.

“Eentje van de keizer begrijpt een ander van de keizer altijd wel, al was het maar in het Duits. Deze gendarme was er een van de koning. Zie je wel, de Hongaren verdienen zelfs geen keizer.”

Kenmerkend aan de hele roman is dat Wittlin je een panorama biedt op alle oorlogsvoorbereidingen: van de oorlogseed (“linksom of rechtsom, je leven behoort de keizer toe”), de dood van de paus en orthodoxe gebruiken ga je naar het leven van de stabsfeldwebel die het leger praktisch ademt. Altijd keer je terug naar Piotr.
De taal is in het begin bombastisch te noemen, dat zwakt af maar de auteur heeft een goed oog voor detail gehad. Zeker wat betreft de vele volkeren met hun talen die, als je niet oppast, elkaar de tent uit vechten maar het achterwege laten omdat ze in hetzelfde k.u.k. Armee vechten. Daarom heb ik er tijdens het lezen een paar kaarten bij gezocht die de geografische indeling ten tijde van 1910 tonen.

Bergen

Achterin is een extra hoofdstuk met uitleg van Madeleine Rietra, vicevoorzitter Internationale Joseph Roth Genootschap opgenomen. De Pool Wittlin was een vriend van Roth en moest ook zijn land ontvluchten voor WOII. Tijdens de vlucht gingen zijn manuscripten voor de twee vervolgdelen op Sól ziemi/Het zout der aarde verloren. De trilogie had ‘De geschiedenis van de geduldige infanterist’ geheten. Het lukte Wittlin in zijn Amerikaanse leven niet meer het alsnog af te ronden. In 1937 kwam het boek voor het eerst in het Nederlands uit, in 2020 vertaalde Dirk Zijlstra het opnieuw, voortreffelijk. Het zout der aarde is een zeer passende titel in het licht van de trilogie en een literair verhaal dat iedereen moet lezen die zich onder meer verdiept in Stefan Zweig, Joseph Roth, Thomas Mann.

Eerder verschenen op Met de neus in de boeken