"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het zwart-witdenken voorbij

Woensdag, 1 september, 2021

Geschreven door: Piet Emmer
Artikel door: Jos Palm

Vroeger dachten we toch echt anders

Schuldige geschiedenis. Waar historicus Piet Emmer ons wil behoeden voor een actualistisch-alarmistische kijk op de geschiedenis, rechtvaardigt historicus Hartmans het hedendaagse onbehagen daarover. 

[Recensie] Wat zien we eigenlijk als we door een zogeheten schuldig landschap wandelen zoals Verdun of Waterloo? Welbeschouwd alleen de merktekens die heel de periode donker kleuren. De waarheid dat Napoleon op zijn manier een volksbevrijder was en de Eerste Wereldoorlog een uit de hand gelopen bedrijfsongeval verdwijnt vanzelf achter de stigmata die de geschiedenis versmallen tot een ogenschijnlijk vaak moedwillig bloedig ongeluk. Een soortgelijk risico bestaat bij het concept ‘schuldige’ geschiedenis, waarbij alle licht valt op de drama’s uit het verleden. Het koloniale Nederlands-Indonesische verhaal wordt dan algauw uitsluitend het verhaal van de dorpsvolkerenmoord in Ragawade (1947) en de Franse Revolutie dat van de terreur van Robespierre. 

En ook al weten we dat het verleden ingewikkelder en meer is dan het verhaal van daders en slachtoffers: er is een beladen erfenis die een schaduw werpt over bepaalde geschiedenissen. Dat geldt in de eerste plaats voor de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, en in zijn slipstream gaat zulks ook op voor de slavernij en het koloniale verleden. Geschiedenis en schulderkenning gaan in het openbare debat dikwijls onvermijdelijk hand in hand, alsof het een Siamese tweeling betreft. Zo is het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen – de stichter van het koloniale rijk in de Oost, maar ook de genocidepleger van Banda – al geruime tijd onderwerp van discussie, en gaan er zelfs – ook vanuit de geschiedwetenschap – stemmen op om bij de Bestuurskamer van de Heren XVII van de VOC in het Oost-Indisch Huis in Amsterdam een bordje te hangen met de waarschuwing ‘besmet verleden’. 

Koningin Wilhelmina

Boekenkrant

Als het even kan, zo lijkt het, zou de geschiedenis beoordeeld moeten worden langs de lijnen van onbesproken en besproken gedrag. Koningin Wilhelmina haalt dan net een vijfje, want hoe doortastend ook in de oorlog, voor die tijd wilde de vorstin geen Joodse vluchtelingenopvang in haar Apeldoornse achtertuin; en alleen smetteloze figuren als prins Claus maken kans op een dikke voldoende.

De vraag is vanzelfsprekend wat de geschiedschrijving met zo’n tweedeling aan kan vangen. Moet ze een biechtexercitie zijn of moet ze het verleden laten zien zoals het geweest is in al haar kleuren? Kortelings verschenen er twee boeken die op eigen wijze omgaan met dit vraagstuk. In het ene boek bestaat er alleen maar verleden dat nu eenmaal als koloniaal verleden ook schade aan de mens heeft aangericht; in het andere worden de pijnpunten van vroeger gewogen en allereerst gemeten naar de maatstaven van de tijd waarin het zich afspeelde. 

Slavernij- en koloniaal historicus Piet Emmer geeft in zijn Het zwart-witdenken voorbij de lezer vooral de les mee dat het verleden, zoals dat heet, een foreign country was, waarin de mensen dingen anders deden en anders dachten. Er vonden onder de Nederlandse vlag in de Oost en de West misdadigheden plaats en de slavernij was een systeem met gruwelijke uitwassen. Tegelijkertijd was de massamigratie van vluchtelingen – een van de drie hoofdthema’s van de auteur – ook niet altijd, zoals nu, een pijnlijke geschiedenis. Eeuwenlang was de komst van om hun godsdienst vervolgden juist een economische verrijking voor ons land. 

Emmer wil ons behoeden voor wat je zou kunnen noemen een actualistisch-alarmistische kijk op de geschiedenis. Zijn recept tegen de morele reflex is drieërlei. Allereerst grossiert hij in onwelgevallige feiten, die niet zomaar passen in een correct geschiedbeeld. De slavernij, laat hij zien, was anders dan sommige slavernijhistorici beweren helemaal niet de kurk waar de Gouden Eeuw op dreef en de slavenhandel was slechts een voetnoot in onze geschiedenis, meer voortkomend uit avonturisme dan uit economische berekening. Daarnaast is de historicus niet bang om onwenselijke conclusies te trekken: de afschaffing van de slavernij, met name van de interne Afrikaanse slavenhandel, was, stelt hij vast, een koloniale verdienste. Tenslotte past Emmer de methode van de relativerende vergelijking toe: de overlevingskansen van slavinnenbaby’s op een slavenschip waren volgens hem even groot of klein als die van zuigelingen van Europese landverhuizers op weg naar de nieuwe wereld. Slavernij was verschrikkelijk, maar het gebeurde wel in een wereld waar ook dwangarbeid heel normaal was. En aldus laadt de historicus de verdenking op zich dat het ene leed tegen het andere kan worden weggestreept, terwijl Emmer alleen maar wil laten zien hoe weinig een gewoon mensenleven in een andere tijd dan de onze waard was. Het verleden, wil hij maar zeggen, was nu eenmaal een andere wereld.

Historicus Rob Hartmans pakt in zijn 

Het normbesef uit de tijd zelf is voor Hartmans een zwaarwegend criterium voor opname in zijn kleine canon van het belaste verleden. Dus lezen we bij het hoofdstuk over de plantage koelie-economie in Ons Indië ook hoe de advocaat J. van den Brand in 1902 in de brochure De miljoenen uit Deli de uitbuiting hekelde; en vinden we bij het stuk over onder meer de behandeling van de ‘moffenhoeren’ al de kritiek erop in 1945 in  De Groene Amsterdammer onder de kop Wij zijn geen nazi’s. Hartmans voorziet de zwarte bladzijden van eigentijdse vaderlandse zelfkritiek en rechtvaardigt zo als het ware mogelijk hedendaags onbehagen erover als zeer op z’n plaats, want oprechte burgers zeiden het toen ook al. 

Het geeft aan zijn boek iets evenwichtigs, alsof hij de rechter is op afstand die hij in zijn nawoord aangeeft nadrukkelijk niet te willen zijn. Wie zich nazaat weet van een pijnlijk slavernij- of koloniaal verleden vindt bij Hartmans enige troost, terwijl hij bij Emmer onprettig geconfronteerd wordt met de lastige waarheid dat zijn pijn maar een stukje is van een doorgaans gitzwart verleden. Maar wat de verschillen ook zijn: beide historici wensen het hele historische verhaal te vertellen. Ze leiden ons niet zozeer door een schuldig historisch landschap, maar door een panorama dat een vergezicht geeft op fout, goed en alles ertussenin.

Wat een verademing, deze boeken, in een tijd van excuusdwang en schulderkenning als historisch maatstaf.

Eerder verschenen op NRC

Boeken van deze Auteur: