"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

HhhH

Vrijdag, 20 januari, 2017

Geschreven door: Laurent Binet
Artikel door: Thomas Dobbelaer

Frisse manier van kijken naar WOII

Waar Dobbelaer senior (Roeland) de roman van Binet nog afdeed als holocaustporno stelt Dobbelaer junior (Thomas) dat het juist tijd wordt dat we WOII anders gaan benaderen en dat de Fransman daar met HhhH prachtig de spits voor heeft afgebeten.

[Essay] HhhH is een verhaal over de Tweede Wereldoorlog, over een man die elk eerder kwaad overtrof en over een groep verzetsstrijders die een aanslag op hem beraamden. Het gaat over de flinter geschiedenis waarin menselijke concepten als pijn, lafheid, moed, onrecht en de keuze tussen goed en kwaad zich als nooit te voren lieten gelden. Maar nog meer dan dat alles gaat is het een verhaal over hoe je die flinter geschiedenis vertaalt naar een verhaal. Binet beschrijft in het boek hoe hij het boek aan het schrijven is. Terwijl hij ons als lezer een waargebeurd verhaal vertelt, verwoordt hij ook zijn keuzes, gedachtegangen en onderzoeken. Hij corrigeert eerder gemaakte fouten in latere passages. Hij is transparant in zijn ambities en vertelt ons bij veel van de dialogen dat ze niet echt zo zijn gebeurd, maar dat hij het zo voor zich ziet. Zo wordt de roman ook een exploratie van de balans tussen fictie en werkelijkheid. Deze manier van verhalen maakt de auteur geloofwaardig en schenkt het verhaal een bepaalde frisheid die ongekend is in het genre oorlogsroman. Binet is afgedaald in de pikzwarte, grimmige kelder die deze geschiedenis is, maar heeft anders dan anderen gedurfd het licht aan te doen. Het boek is luchtig, kent zelfs humor en weet toch een nieuwe inkijk te geven in het al eindeloos besproken thema.

Binets schrijfwijze is dus zeker vernieuwend en dat getuigt van grote klasse, maar het creëert voor mij, als ‘wannabe’ essayist en hopend iets zinnigs te kunnen schrijven over het boek, wel een probleem. Ik wil namelijk aanhaken bij een besproken idee of thema uit het boek zelf. Bij een ‘reguliere’ oorlogsroman was dit simpel geweest, dan had ik kunnen schrijven over goed en kwaad of het idee van de ‘finest moment’, beide een concept waar ik wel een essay voor in gedachten heb. Maar met dit boek kan ik die weg niet inslaan. Binet zelf is namelijk bang dat hij met zijn boek de verzetsstrijders achter de aanslag op Heydrich reduceert tot personages in een verhaal, tot mythes, terwijl ze echt bestaan hebben. Hij besluit dit te voorkomen door ze eerlijk en onvervalst neer te zetten en geen aannames te doen over wat ze gevoeld of gedacht hebben als hij het niet zeker weet. Vandaar dat ik, in lijn met dit idee, deze pure schets van de geschiedenis niet wil bezoedelen met mijn eigen subjectieve waardeoordeel of poging er een filosofische les uit te trekken. Die andere essays moeten dus nog maar even wachten. Ik zal me richten op dat waar Binet mee begonnen is: de manier waarop we vertellen over de Tweede Wereldoorlog. De oplettende lezer (en de minder oplettende waarschijnlijk ook wel) zal het zijn opgevallen dat ik ook de opzet van dit essay spiegel aan die van Binets schrijfwijze. Het meenemen van de lezer langs je gedachtegang en ideeën tijdens het schrijven werkte voor Binet, hopelijk ook voor mij.

HhhH is geschreven in 2010, vijfenzestig jaar na het einde van de oorlog. Vijfenzestig jaar van romans, onderzoeken, films en documentaires, processen en heel veel verhalen over de oorlog. Allemaal onderdeel van onze reflectie, maar ook van onze verwerking van de tragische gebeurtenis. Ik noem het hier een ‘tragische gebeurtenis’, iets wat je Binet weinig ziet doen. In passages over Jodenvervolgingen en moordpartijen of andere daden van de nazi’s maakt Binet haast nooit gebruik van beschrijvingen als ‘misdaad tegen de mensheid’, of ‘verschrikkelijk’, ‘onrechtvaardig’ of ‘slecht’. En ook Heydrich blijft vaak vrij van beschrijvingen als ‘belichaming van het kwaad’ of ‘een monster’. Wel beschrijft Binet hem als een koelbloedige moordenaar, kil, wreed en vol hybris. Maar hij geeft nooit zijn eigen waardeoordeel aan die persoonsbeschrijvingen en ze verraden zelfs (weliswaar contra-intuïtieve) bewondering voor sommige eigenschappen van de man. Binet maakt de keuze om het waardeoordeel ‘moreel slecht’ weg te laten en niet omdat hij stiekem een Neo-nazi zou zijn. Hij vindt de nazi’s en wat ze gedaan hebben natuurlijk ook slecht, afschuwelijk en misselijkmakend. Ik vermoed dat hij het weggelaten heeft omdat elke normaal denkende 21ste-eeuwer dat ook vindt, het opnieuw benadrukken voelt dan bijna als een belediging, alsof de lezer nog niet goed genoeg weet hoe fout die Duitsers waren.

Heaven

De oorlog voltrok zich al zeventig jaar geleden en de meesten van ons hebben deze niet eens meegemaakt, maar nog steeds is het een uiterst gevoelig onderwerp. Een grap over Hitler en de oorlog kan nog steeds in het verkeerde keelgat schieten bij veel mensen. Wat die mensen echter niet begrijpen is dat deze luchtige, minder zware benadering van deze (‘verschrikkelijke’ weggelaten) periode iets positiefs is. Het feit dat we het aandurven een grove grap te maken over de oorlog geeft aan dat we weten dat een aanhanger zijn van het nazisme voor bijna iedereen absurd is geworden. Binet maakt geen Hitlergrappen, maar bedient zich zeker van humor; hij noemt het ‘grappig en ironisch’ dat lelijke, donkerharige mannen ( zoals Himmler), zoveel waarde hechtten aan een zuiver, blond ras. Ook geweldsscènes worden op een Tarantino-achtige manier beschreven. Dit kan door sommigen als overdreven of onnodig worden gezien, maar het dient een doel, dat van de ontwikkeling van onze perceptie van de oorlog.

Het feit dat we aangekomen zijn in een tijd waarin we de oorlog kunnen benaderen, zonder te verkrampen of te vervallen in negativiteit en sensitiviteit en dat we serieus kunnen praten over pijnlijke gebeurtenissen, maar er ook om durven te lachen geeft aan dat de Tweede Wereldoorlog echt aan het fossiliseren is tot een onderdeel van het geschiedenis. Als de laatste generatie die de oorlog heeft meegemaakt zal overlijden verlaat de periode en haar omvangrijkheid het rijk van de directe herinnering en betreedt het rijk van het verleden. We zullen en mogen deze flinter geschiedenis nooit vergeten, maar het is tijd haar anders te gaan benaderen (ook in de literatuur). Binet heeft daar prachtig de spits voor afgebeten.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

De zevende functie van taal

De zevende functie van taal