"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hij noemde me Duivelskind

Zaterdag, 13 juni, 2020

Geschreven door: Johnny Bollé
Artikel door: Nico Voskamp

Jacht op de mysterieuze kwaadaardige sleutelmoordenaar

[Recensie] De tekst op de achterflap wekt verwachtingen: “Hij noemde me Duivelskind is een razend spannende thriller met een totaal onverwachte intrige waarin wraak, misverstanden en misplaatst vertrouwen centraal staan.” Het kan ons razend spannend noch totaal onverwacht genoeg zijn, dus snel lezen dan maar, dit derde boek van thrillerauteur Johnny Bollé.

Bollé laat zijn woonplaats Antwerpen het decor zijn voor een verhaal in de modellenwereld, wat de authenticiteit ten goede komt. We ontmoeten Seth, die blij zijn nieuwe kantoor betreedt. Hij is door bazin Rochelle pas benoemd, of bevorderd, tot Head Booker van modellenbureau Rochelle Models. Die wisseling van de macht gaat gepaard met jaloezie en scheve ogen bij gepasseerde collega’s Tara en Sylvana. Het is duidelijk: de sfeer op de werkplek gaat er niet erg op vooruit.

Dat zal Seth worst wezen. Ook met het vervelende feitje dat zijn voorganger Becky vermoord (met haar lichaam onherkenbaar verminkt) teruggevonden is, heeft hij niks te maken. Hij heeft belangrijk werk te doen want Hope, het nieuwe model, komt vandaag kennismaken. Ze is oogverblindend zoals verwacht, en gaat de geplande fotoshoot van Anton Bruneel doen. Zaken zijn zaken.

Soepeltjes trekt Bollé zo in een paar bladzijden de lezer het verhaal in, dat zich verder kan gaan afwikkelen. De tekst is met vaart geschreven, toegankelijk, met voldoende afwisseling om boeiend te blijven en de lezer wordt bij de les gehouden doordat regelmatig nieuwe ontwikkelingen oppoppen. Dat is het goede nieuws.

Boekenkrant

Jammer is het, dat de afwerking van de tekst soms slordig is. De redacteur die naar de tekst had moeten kijken, heeft wat gemist. Een paar taaltechnische omissies:

Pagina 15: “Het papperige mengsel van brood, aardbeienjam en koffie met veel melk smaakt vies in mijn mond…” ‘Smaakt vies’ is een contaminatie. Iets ‘smaakt niet’ of ‘is vies’.

Pagina 53: “En God weet wat er dan gebeurd.” Gebeurt.

Dan de stijl. Daarover lopen de meningen altijd uiteen, maar de stijl van Bollé heeft de neiging zich te buiten te gaan aan zinnen die lijden aan te veel uitleg. Een oude schrijverswet zegt het al: ‘Show, not tell’.

Pagina 22: “Wanneer ik het object in mijn hand neem en het op het bureau zet, gaat er een schok van verbijstering door mijn lichaam. […] Melancholische tranen vullen mijn opengesperde ogen.”

Pagina 23: “Ze ziet eruit zoals ik verwacht dat elk model dat zich in mijn bureau komt aanbieden, er moet uitzien.”

Pagina 113: “Er ontsnapt opnieuw een diepe zucht aan mijn mond. Een triest, melancholisch gevoel overvalt me wanneer Clara Luciani haar Franse hit inzet.”

Verder geen gemier, we willen de grote lijn van het boek niet te kort doen. Die klopt namelijk wel en is goed uitgewerkt. De problemen van Seth bijvoorbeeld, die op een ochtend wakker wordt en zich niets herinnert van wat er afgelopen nacht is gebeurd. Pech voor hem. In die nacht zijn juist een paar erg belangrijke dingen gebeurd waar hij mee in verband wordt gebracht. Dat zorgt voor meerdere slapeloze nachten, en is meteen een goeie cliffhanger die de thriller aanjaagt.

Ook de bizarre gewoonte van de moordenaar om sleutels in de de slachtoffers te proppen brengt een verdieping aan in het verhaal. Waarom, hoezo, wie is er zo gestoord? Bollé houdt het spannend genoeg om te willen weten wie het gedaan heeft en dat is voor een razend spannende thriller onontbeerlijk. De oplettende lezer zal fors moeten combineren en deduceren om nog voor de grande finale al te vermoeden wie die sleutelmoordenaar is. Benieuwd wie dat voor elkaar krijgt.

Verschijnt ook op Nico’s recensies