"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won [en dat het me spijt]

Donderdag, 11 februari, 2010

Geschreven door: Ivo Victoria
Artikel door: Gemma Venhuizen

(INTERVIEW) Zonder waarheidsbesef kunnen mensen behoorlijk in de knoei komen:

Het is ijskoud buiten, de wegen zijn glad en ik heb net met verkleumde vingers een kwartier staan frummelen aan mijn fietsslot. Heel toepasselijk heb ik een afspraak in café De Ysbreker, aan de Amstel.. Met Ivo Victoria (1971), auteur van Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won [en dat het me spijt]. ‘Mensen willen graag meegenomen worden door een goede leugen’

Gecreëerde droom
Is het naïviteit of optimisme dat hoofdpersoon Ivo in Victoria’s debuutroman naar de voordeur van zijn jeugdvriend Dries doet lopen? Ivo is op weg om aan Dries op te biechten wat hij aan de lezer al in de titel prijsgeeft: dat hij nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won. En dat het hem spijt, natuurlijk. ‘Het is een heel grotesk idee, eigenlijk, dat je alles kunt rechtzetten door het herstellen van een enkele leugen’, aldus Victoria. En is het tegelijkertijd niet ook een egocentrisch idee? Want zit Dries, die Ivo op de lagere school aanbad om diens wielrennercapaciteiten, er wel op te wachten om uit de destijds voor hem gecreëerde droom te worden gehaald?‘Wie weet is Dries die hele leugen allang weer vergeten, en is het alleen nog Ivo die er mee zit… Maar daar ging het me ook niet om, bij het schrijven van het boek. Het draait niet zozeer om de leugen, als wel om het personage Ivo, die liegen als zijn manier ziet om de werkelijkheid af te dwingen.’ Victoria zwijgt even, voegt dan toe: ‘Het is ook niet zo dat ík tegen liegen ben, een leugentje om bestwil moet kunnen.’

Doping
Is er eigenlijk een groot verschil tussen het schrijven van een boek en het vertellen van een leugen? In beide gevallen creëer je een nieuwe werkelijkheid – en lijken mensen daarin graag mee te gaan. ‘Mensen willen graag dingen geloven. Het is moeilijker negatieve dingen te accepteren dan positieve – dus als iemand met een mooi verhaal komt, dan nemen ze dat graag aan. Ze horen wat ze willen horen, lezen wat ze willen lezen. Of het nu waar is of niet.’
De vriendschap tussen Ivo en Dries loopt uiteindelijk op de klippen. Deels doordat Dries zo onvoorwaardelijk gelooft in Ivo en in alles wat hij vertelt. Victoria: ‘Een goede vriend daagt je uit, prikt het te rooskleurige beeld dat je van dingen hebt soms door. En dat heb je nodig, iemand die je met beide benen op de grond zet. Je bent niets met een vriend die alles maar accepteert, alles gelooft. Zonder waarheidsbesef kunnen mensen behoorlijk in de knoei komen. Je ziet het met dopinggebruikers: zelfs als iedereen al door heeft dat ze doping hebben gebruikt, houden ze nog vol dat ze clean zijn. Ze zijn overtuigd van hun eigen verhaal.’
Dries vertolkt die rol van kritische vriend niet; daardoor mist Ivo tegenwicht. ‘Logisch’, vindt Victoria, ‘want Dries is nog heel jong.’ Ivo zelf is ook nog maar een kind als hij zijn eerste leugen vertelt, maar gaat daar wel mee door in zijn volwassen leven. ‘Hij creëert steeds nieuwe leugens, tot het moment dat hij niet kan ontkennen dat het allemaal een grote zeepbel is – tot alles spaak loopt. Hij moet terug naar zijn geboortedorp, om de oerleugen recht te zetten.

Sociologie Magazine

Jongenshobby’s
Ondanks het leugenachtige, megalomane karakter van de papieren Ivo, voel je als lezer wel sympathie voor hem. Heeft Victoria met opzet mededogen voor zijn hoofdpersoon willen creëren, om het verhaal tastbaarder te maken? ‘Daar heb ik lang mee geworsteld. In eerdere versies van het boek was Ivo veel onsympathieker, kon je als lezer niet goed meegaan in zijn gedachtewereld. Nu heb je door dat hij eigenlijk ook maar een triestig, eenzaam figuur is. Een verliezer.’
Ivo’s neiging om zijn eigen leven te verfraaien is soms confronterend herkenbaar. ‘En hij heeft daarnaast typische jongenshobby’s: sport en muziek. Ook daardoor heb ik de herkenbaarheid vergroot.’ In sommige passages in het boek komt Ivo’s gevoelige kant naar voren, zeker als hij een volwassen man is die om zijn vader rouwt. ‘Die vader vormde voor de jonge Ivo een bron van fantasie: hij had een spectaculaire jeugd gehad, maar die was uitgemond in een saai kantoorleven. Zo wil Ivo niet eindigen. Hij streeft ernaar zichzelf te ontplooien, wil beroemd worden en hoopt op een glorierijke toekomst – die vervolgens uitblijft.’

Worddocument
Hoe ik nimmer is Victoria’s debuut, en als zodanig lijkt de auteur als grootheid uit de lucht te zijn komen vallen. maar hoe lang is de schrijver in werkelijkheid actief? ‘Vanaf 2005 houd ik een weblog bij, op die manier ben ik mezelf aan het schrijven gaan zetten. Op dat weblog deed ik stijloefeningen, het vormde mijn openbare kladboek. Fragmenten en alinea’s heb ik – niet altijd woordelijk – verwerkt in mijn boek; ik had op een gegeven moment een Word-document met los materiaal en daaruit ontstond het verhaal. Begin 2008 begon de roman echt tot stand te komen.’
Een kort verhaal, in eerste instantie. Met dank aan literair agent Paul Sebes werd vervolgens op een veiling voor uitgeverijen het manuscript verkocht – op basis van zes pagina’s tekst. ‘Ik had de eerste paar bladzijden, en de laatste alinea. De kern was de leugen van Ivo en zijn terugkeer naar zijn geboorteplaats, Edegem. Toen moest ik opeens de rest nog gaan schrijven.’
Victoria is zelf opgegroeid in Edegem. Is zijn verhaal dan, net zoals Ivo in het boek een leugen omschrijft, een perfecte mix van waarheid en onzin? ‘De keuze voor Edegem was vooral pragmatisch; ik kon er makkelijk over schrijven, uit ervaring. Verder heb ik veel ruw materiaal in mijn boek verwerkt, figuren uit mijn jeugd laten meespelen – maar ik ben vrij met die informatie omgesprongen.’
Gelukkig ging het schrijven vlot. ‘Alleen aan de ‘montage’ van het verhaal moest ik nog sleutelen: hoe ik het verhaal van de jonge en de oude Ivo moest verbinden, wat de toon van het boek zou worden. Ik moest Ivo’s denken leren kennen.’ Victoria wilde niet te uitleggerig zijn en dat is hem zeker gelukt. Als schrijver loop je daarmee wel de kans dat lezers met je boek aan de haal gaan: dat ze dingen tussen de regels lezen die je niet zo bedoelde en dat ze de daadwerkelijk achterliggende gedachten er juist niet uithalen. ‘Dat is je lot als schrijver. Het liefst zou je de betekenis die mensen aan het boek geven willen sturen; echt goede auteurs kunnen hun zinnen als een instrument gebruiken. Aan de andere kant is het ook interessant om te zien wat mensen er zelf uit halen.’
Nerveus werd Victoria pas toen hij zijn manuscript had ingeleverd. ‘Er was al best wat media-aandacht rondom mijn boek gecreëerd, en dan vorm je als debutant een dankbaar slachtoffer.’ Hij doorstond de vuurdoop met verve: de pers was unaniem enthousiast. ‘Ik voelde me wel een beetje opgelaten door zoveel lof, waardoor ik haast begon te verlangen naar een wat kritischere bespreking…’

Endathetmespijt.nl
In het dagelijks leven heet Ivo Victoria Hans van Rompaey. Waarom een pseudoniem, een schuilnaam, vraag ik me af. ‘Nu ik gedebuteerd ben, weten steeds meer mensen de weg naar mijn weblog te vinden, terwijl ik het juist in alle rust en anonimiteit wilde schrijven.’ Bovendien houdt Victoria zijn schrijverschap graag gescheiden van zijn werk als projectmanager van verschillende muziekfestivals, zoals Eurosonic Noorderslag en Lowlands. ‘Bovendien is mijn weblog fictie, ik speel daarop met de realiteit. Als ik onder mijn echte naam zou schrijven, hadden mensen kunnen denken dat het een digitaal dagboek was.
Naast zijn weblog is Victoria ook actief op Facebook en Hyves en heeft hij een website gemaakt – www.endathetmespijt.nl – waarop mensen zelf kunnen bekennen waar ze spijt van hebben. ‘Ik vond het een leuke, integere manier om publiciteit te verwerven voor mijn boek. Mensen konden via de site een exemplaar winnen. Ook konden ze delen van het boek online lezen. Op die manier wilde ik lezers enthousiast maken – of behoeden voor een miskoop, natuurlijk.’
Een miskoop is het zeker niet. Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won [en dat het me spijt] blijft je als lezer nog lang bij, al moet je wel even studeren op de titel. ‘Ik hoor er allerlei verbasteringen van, en de meesten korten het gewoon af tot “hoe ik nimmer…” Of er nog langere titels bestaan? Ik zou het niet weten. Dave Eggers heeft soms wel boeken met lange titels _ A Heartbreaking Work of Staggering Genius_ bijvoorbeeld, maar er schiet me zo gauw geen boek te binnen met een titel langer dan die van mijn boek.’
Zelf leest Victoria vooral Engelse boeken. ‘Douglas Coupland, Nick Hornby, Bret Easton-Ellis. In Nederlandse vertaling lees ik Haruki Murakami – die schrijft zo mooi gedachteloos, vanzelfsprekend. Als lezer pik je alles van hem. Verdwenen tijd van Thomas Verbogt vind ik trouwens ook erg goed. Verder heb ik de laatste tijd weinig gelezen, ik heb het de afgelopen maanden heel druk gehad.’ Rustig zal hij het de komende tijd niet krijgen; in februari start hij met het schrijven van zijn tweede boek. Tot die tijd kunnen we genieten van zijn weblog. En van zijn debuut, natuurlijk!
Mijn vingers zijn opgewarmd en geïnspireerd door het gesprek stap ik enthousiast op mijn fiets. Misschien even een sprintje trekken, net als de Ivo uit het boek? Helaas ben ik vergeten dat het nog steeds ijzelt en bij een bruggetje glijd ik onderuit. Eerlijk is eerlijk: de Ronde van Frankrijk zal ik nooit winnen. Zeker niet die voor min-twaalfjarigen. Ik blijf de rest van de dag lekker binnen, met Victoria’s roman.

Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Alles is OKÉ

Billie & Seb

Gelukkig zijn we machteloos

Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalf-jarigen won (en dat het me spijt)

Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalf-jarigen won (en dat het me spijt)

Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won [en dat het me spijt]