"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Holland

Vrijdag, 3 april, 2020

Geschreven door: Rodaan Al Galidi
Artikel door: Nico Hylkema

Nederland door de ogen van een immigrant

[Recensie] Met Hoe ik talent voor het leven kreeg daverde Rodaan Al Galidi in 2016 de Nederlandse bestsellerlijsten binnen. Een terechte bestseller want niet eerder was Nederland zo´n spiegel voorgehouden van wat het asielzoekerssysteem met een mens doet. Nu ligt een vervolg op dit boek op de schappen. Holland is minstens zo scherp.

In Holland beschrijft Al Galidi hoe de hoofdpersoon Semmier ervaart wat Nederland is voor een asielzoeker met een verblijfsvergunning na negen jaar AZC . Net als zijn voorganger is Holland zo nu en dan hilarisch, maar iedere keer weer is er die schrijnende ondertoon.

Het Nederland, zoals gezien door Semmier, is een merkwaardig land met bizarre gebruiken. Keer op keer fileert Al Galidi de uitwerking van vaak goed bedoelde adviezen. Hij beschrijft fijntjes hoe asielzoekers in het AZC niet worden klaargestoomd voor deelname aan de samenleving, maar veeleer voor een bestaan aan de rafelranden van die samenleving. Met een uitkering, dat wel.

Hilarisch is de beschrijving van de schrik die Semmier veroorzaakt bij de leiding van het AZC, als hij kenbaar maakt liever geen uitkering te willen. Hij wil werken. Dat is bijkans onmogelijk. Zonder uitkering geen verzekering, geen kans op werk, geen woning, geen adres. Dat hij er desondanks toch in slaagt een bestaan op te bouwen is een wonder op zich.

Boekenkrant

Natuurlijk moet hij sjoemelen met gekochte adressen, met zwart werk, met een IND-identiteitskaart die weliswaar legaal is, maar om niet lang te hoeven wachten, gekocht is. Want een asielzoeker met een a-viertje als verblijfsvergunning kan niet veel anders dan een uitkering aanvragen bij het UWV. Pas een IND-identiteitskaart opent nieuwe mogelijkheden en daar laat het land hem lang op wachten. Dat gaat niet zomaar, maakt het systeem Semmier duidelijk.

Semmier is een gevoelig mens, gemakkelijk vatbaar voor verliefdheden. Als hij in vuur en vlam raakt voor Lidewij, de dochter van Daniëlle die hem ruimhartig opvangt in een onbenoemd dorp, is hij verloren. De liefde voor Lidewij blijft keer op keer terugkomen in de roman en leidt uiteindelijk tot een besluit dat in Al Galidis ogen bijna inherent is aan de Nederlandse asielpolitiek.

Maar dan heeft hij al een scherp portret geschilderd van zijn nieuwe woonland. Waar zijn eerste maaltijd met een Nederlands gezin hilarisch is. Over groente die moedeloos in de schaal hangt als na een bokspartij. Waar in een studentenhuis Semmier kennis maakt met wel erg vrije gewoonten. Al Galidis beeldende taal is af en toe zo prachtig raak. Wat een aanwinst voor de Nederlandse letterkunde is hij toch.

Is het in Nederland echt zo slecht, vraag je je wel eens af. Vergeleken bij het door oorlog verscheurde Irak is het een paradijs. Daarin is Semmier eerlijk genoeg. Maar na negen jaar AZC is het moeilijk de draad op te pakken. Voor mensen zoals hij is de verzorgingsstaat een wonder, maar ook een gevaar.

In Irak was er slechts de familie. Nederland kent ‘de groep’ zo beschrijft Al Galidi, een wonderlijk verschijnsel waarvoor je moeite moet doen om het te herkennen. Maar hoe juist ziet Al Galidi het. Hij spaart zijn lotgenoten niet waar die misbruik maken van de sociale voorzieningen. Maar ergens denk je, dat het Nederlandse asielsysteem erom vraagt. Dat Semmier zakt voor zijn inburgeringsexamen is eigenlijk een bewijs van zijn inburgering.

Bovenal is de wijze waarop Al Galidi ons Nederland laat, zo mag duidelijk zijn, ook heel mooi. In een tijd waarin het land zucht onder het coronavirus is Holland een wel heel welkome afleiding. En het doet je het hele virus even vergeten en dat is al een prestatie op zich.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles

Boeken van deze Auteur: