"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Homoseksualiteit in Afrika

Dinsdag, 21 maart, 2017

Geschreven door: Bart Luirink
Artikel door: Maarten Reijnders

Afrikaanse anti-homoretoriek vaak uiting van impotentie

[Recensie] De situatie is zonder twijfel beter dan in 1990 toen Zuid-Afrikaanse homo’s met bruine papieren zakken over hun hoofd meeliepen in de eerste Gay and Lesbian Pride March in Johannesburg, maar veel gay prides zijn er nog altijd niet in Afrika. Een handjevol, meer niet, schrijven Bart Luirink en Madeleine Maurick in Homoseksualiteit in Afrika. Dat hoeft niet te verbazen op een continent waar homo’s en lesbiennes de schuld krijgen van de meest uiteenlopende rampen: van droogte en ebola tot oorlog en sprinkhanenplagen.

Hoewel Luirink en Maurick voor hun zeer boeiende en goed geresearchte boek meer dan tien landen bezochten ligt de nadruk op de twee uitersten: Zuid-Afrika en Oeganda. Zuid-Afrika geldt voor veel homoactivisten als lichtend voorbeeld. Na de afschaffing van de apartheid verdwenen de anti-homobepalingen uit het Wetboek van Strafrecht en in 2006 was Zuid-Afrika één van de eerste landen van de wereld waar het huwelijk werd opengesteld voor partners van het gelijke geslacht. Een regenboognatie in meer dan een opzicht, kortom. Aan de andere kant staat Oeganda waar het parlement eind 2013 nog voor een wetsvoorstel stemde dat het mogelijk moest maken om homo’s levenslang op te sluiten.

Achter dit clichébeeld van het homovriendelijke Zuid-Afrika versus het homofobe Oeganda gaat een complexere werkelijkheid schuil. Zo was de aanname van het Oegandese wetsvoorstel vooral voor de bühne – bedoeld om te laten zien dat de parlementariërs uit het goede hout gesneden waren en dat Oeganda zich niets aantrok van het westen. Het Grondwettelijk Hof haalde er vrijwel meteen een streep door. En hoezeer de Zuid-Afrikaanse wetgeving ook is gericht op de gelijkberechtiging van homo’s, een groot deel van de bevolking houdt er nog steeds erg conservatieve denkbeelden op na. Het aantal zogeheten hate crimes tegen zwarte lesbiennes is de laatste jaren zelfs onrustbarend toegenomen.

Veel Afrikaanse politici en kerkleiders proberen te scoren met anti-homoretoriek. Zo verklaarde de Zimbabwaanse president Mugabe dat homo’s en lesbiennes zich “erger gedragen dan varkens en honden”. Een uitspraak waarvoor hij in 2010 zijn excuses aanbood. “Ik had toen niet door hoezeer ik honden met mijn opmerkingen beledigde.”

Dans Magazine

Pleidooien voor gelijke rechten zetten de politieke en kerkelijke leiders weg als een ‘neokoloniale agenda’. De auteurs kunnen niet nalaten om er fijntjes op te wijzen dat de anti-homowetgeving in werkelijkheid vaak een overblijfsel is van de koloniale tijd. “Leiders als Mugabe klampen zich vast aan wetgeving die uit het Victoriaanse tijdperk stamt.”

De homofobe politiek wordt vaak ingegeven door financiële motieven – conservatieve Amerikaanse christenen die de oorlog in eigen land hebben verloren, komen graag met geld over de brug – en door onmacht. “Nogal wat kerkleiders voelen zich impotent”, stelt bisschop Tutu. Ze kunnen niets doen tegen de honger, armoede, oorlogen en corruptie en kiezen daarom voor een “probleem” dat ze wel denken te veranderen, analyseert Tutu. ‘Maar ik geloof niet dat God zo geobsedeerd is door de genitale activiteiten van mannen en vrouwen. Als God een homofoob is, dan is dat niet de God die ik aanbid.’

Eerder verschenen in Wordt Vervolgd