"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Honorair Kozak

Vrijdag, 11 maart, 2016

Geschreven door: Tommy Wieringa
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Onterecht applaus voor de grote meester

Als ik tussen de twee grootste hedendaagse Nederlandse (mannelijke) schrijvers moet kiezen gaat mijn voorkeur uit naar Tommy Wieringa. Ik heb veel minder met Arnon Grundberg. Zijn columns in De Volkskrant vind ik vaak grappig, maar de boeken die ik van hem heb gelezen voelen altijd als een vingeroefening van een virtuoos, maar niet als verhalen die echt verteld moeten worden. Dat heb ik bij Wieringa wel. Joe Speedboot is net zo vrolijk als het briljant is. Caesarion vond ik een lastig boek maar bij vlagen, zeker het eerste deel, groots. Zijn absolute meesterwerk is Dit zijn de namen, een schitterende Europese roman die alles wat ons in deze dagen bezighoudt, samenbrengt. Boeken die ertoe doen.

Daarom keek ik reikhalzend uit naar het nieuwe boek van Wieringa, Honorair Kozak, een bundel van tientallen reisimpressies, verhalen kun je het vaak niet noemen, die Wieringa de afgelopen jaren schreef. Zeker na alle lovende recensies dacht ik dat me weer iets prachtigs te wachten stond. De Volkskrant gaf het boek vier sterren, Nu.nl gaf er vijf. NRC (ook vier) meldde: “…die afwisseling van mooie en minder geslaagde zinnen past uitstekend in een bundel over de wereld en/of de kunst.”

Ik vond het boek volstrekt onbevredigend. Ja, heel veel mooie zinnen, daar heeft de NRC gelijk in, Wieringa kan prachtig schrijven. Maar wat heeft de lezer aan mooie zinnen alleen. Ook heel veel mooie beschouwingen, klopt ook, maar toch voldoet Honorair Kozak niet. Wieringa’s stukjes hebben het karakter van ‘ik liep op de markt en ik zag wat; ik reisde naar een land en ik maakte wat mee’. Soms is het grappig, soms ontroerend, maar meestal weet je volstrekt niet wat je ermee aan moet omdat de context ontbreekt, omdat niet duidelijk wordt waarom Wieringa daar en daar en toen en toen met die en die  op die markt liep of dat land bezocht. De samenhang mist, een goede indeling mist, een register mist, een verantwoording mist en eigenlijk een goede eindreactie. Er zit ook geen chronologie in het boek (althans dat wordt de lezer niet duidelijk) en ook geen geografische logica. Wieringa gaat een paar keer naar Brussel, het eerste stuk over Brussel staat in het begin van het boek, het volgende halverwege. Op pagina 99 lezen we over de vliegdroom van zijn vriend, de kunstenaar Joost Conijn, die model stond voor de figuur van Joe Speedboot en die met een zelfgemaakt vliegtuigje naar Afrika vertrok. Op pagina 298 komen we Conijn weer tegen maar dan in Slowakije. Enige samenhang tussen de stukjes ontbreekt, ja het gaat weer over vliegen. Het laatste Conijn-stukje staat voor een beschouwing over de Hongaarse taal en komt na een verhaal over ene Fransesca in Sardinië waar Wieringa het wel mee had willen aanleggen maar wat door een botte opmerking van hem niet lukt.

Als Wieringa heeft willen beweren dat er weinig samenhang is in het moderne leven van de moderne, reizende schrijver, dan is hem dat buitengewoon goed gelukt. Maar ik geloof niet dat hij dat heeft willen zeggen met zijn boek. Juist de samenhang tussen de vertwijfeling van alle hoofdrolspelers in bijvoorbeeld Dit zijn de namen was zo grandioos. Wieringa zoekt wel degelijk de samenhang in de moderne tijd, hoe chaotisch en onvoorspelbaar hij ook is.

Honarair Kozak is daarom niets meer dan een snel in elkaar gedraaid boek, met weinig liefde samengesteld door een beroemd schrijver en zijn uitgever. Het meest bizarre aan het boek is misschien wel dat al die keurige recensenten dat niet durven op te merken, maar gewoon weer applaudisseren voor de grote meester.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Totdat het voorbij is

Honorair Kozak

Honorair Kozak

De heilige Rita