"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ik ben Radar

Woensdag, 6 april, 2016

Geschreven door: Reif Larsen
Artikel door: Marnix Verplancke

Een wereldomspannend radionetwerk

Wanneer Charlene en Kermin Radmanovic een zoon krijgen wil de kersverse moeder hem Charles heten, zodat hij later een lekker Amerikaanse roepnaam als Chuk of Chaz aan zal kunnen nemen. Maar dat is buiten haar man gerekend, die trots is op zijn Servische achtergrond, maar nog hoger oploopt met zijn opleiding als elektrotechnisch ingenieur. Radar zal het kind heten, oreert radiofreak Kermin, en dat is ook een Amerikaanse naam, want speelde er in M*A*S*H geen korporaal Radar O’Reilly, die heli’s voelde aankomen voor ze te zien of te horen waren?

De jongen, geboren op 17 april 1975, wordt een soort ‘verbindingsofficier’ die in Reif Larsens Ik ben Radar de verschillende verhaallijnen bij elkaar brengt. En dat zijn er nogal wat. Vooreerst is er natuurlijk die van Radar zelf, die in tegenstelling tot zijn blanke ouders zwart blijkt te zijn. Charlene ontkent ieder vreemdgaan. Al was ze ooit zwanger van een zwarte, maar dat kind heeft ze laten weghalen en dat kan toch onmogelijk meespelen in dit verhaal? Charlene heeft het moeilijk met Radars zeldzame aandoening en wanneer ze een brief krijgt van een illuster Noors kunstenaarsgezelschap dat zegt haar zoon blank te kunnen maken is ze niet meer te houden. Alleen heeft Radar nadien last van een paar nare bijwerkingen: hij verliest niet alleen zijn haar, bij het experiment is de elektriciteit in zijn hoofd geslagen, waardoor hij regelmatig epileptische aanvallen krijgt.

Het Noorse kunstenaarscollectief ontstond tijdens de Tweede Wereldoorlog en heeft zich toegelegd op het organiseren van gigantische performances in oorlogsgebied. Voor hun eerste gebruikten ze van de nazi’s gestolen uranium waarmee ze een surrealistische commentaar op de wrede menselijke natuur gaven. Nadien trokken ze naar het Cambodja van de Rode Khmers en zelfs in het uiteenvallende Joegoslavië speelt hun poppentheater een rol, waar we zien hoe twee broers recht tegenover elkaar komen te staan tijdens Milosevics vuile oorlog. Poppentheater inderdaad, want de centrale vraag uit dit wereldomvattende boek leent Larsen van Heinrich von Kleist die zich in het verhalende essay ‘Over het poppentheater’ afvroeg wie het voortreffelijkst was, de menselijke danser of de pop die een bijna goddelijke perfectie kan bereiken. Wij mensen hebben bewustzijn en vrijheid, schreef Kleist, en dat maakt ons ook zo feilbaar.

Reif Larsen debuteerde zeven jaar geleden met het opzienbarende De verzamelde werken van T.S. Spivet, waarin een jongen zijn wankelende wereld meester probeert te blijven door hem letterlijk in kaart te brengen. Het boek stond vol kaarten, geografische natuurlijk, maar ook kaarten die het drinkgedrag van zijn vader vastlegden. Ik ben Radar gaat verder op dezelfde thematische weg. Niet alleen bevat het boek tal van illustraties, waaronder veel kaarten, het is ook een roman die de wereld wil omspannen, vergelijkbaar met Thomas Pynchons V of Tom McCarthy’s C. Larsen gaat op zoek naar de achtergrondruis die overal hetzelfde klinkt en die alle culturele verschillen overstijgt, en daarbij knipoogt hij ook nog eens uitgebreid naar een aantal bekende romans uit de wereldliteratuur. Radars geboorte doet bijvoorbeeld verdacht veel denken aan die van Garp uit John Irvings De wereld volgens Garp, en wanneer Larsen beschrijft hoe een boot steeds verder de Congorivier op vaart is het moeilijk om niet aan Joseph Conrads Hart der duisternis te denken.

Boekenkrant

Ik ben Radar is met net zoveel flair geschreven als Larsens debuut, maar toch straalt het niet hetzelfde enthousiasme uit. En dat heeft wellicht veel te maken met de psychische en professionele druk gelieerd aan het schrijven van een tweede boek. Larsen heeft gewoon teveel zijn best gedaan. De dialogen slepen soms te veel aan en af en toe krijg je het serieus op de heupen van alle beschrijvingen die hij geeft. Dat iedereen ook nog eens een stamboom van een paar generaties meekrijgt doet niet alleen heel erg Great American Novel-achtig aan, maar zorgt ook voor een paar flinke remmen op het verloop van de plot. En dat is jammer voor een roman die zo veel ambitie uitstraalt.

Net zoals de imposante boeken van Larsens voorbeelden Pynchon en David Foster Wallace laat ook Ik ben Radar je als lezer een beetje verdwaasd en teleurgesteld achter. Er zijn geen sluitende antwoorden op onze vragen te formuleren. De wereld is te groot om in één boek te beschrijven. Zelfs een bibliotheek zou daar niet voor volstaan, zoals de Borgesiaanse professor Funes ontdekt nadat hij in het desintegrerende Congo de universele bibliotheek bij elkaar heeft gebracht die alle boeken van de hele wereld bevat. Het is allemaal voor niets geweest, beseft hij, want “Hoe groter de bibliotheek, hoe minder we weten over de collectie”.

Verschenen in De Morgen


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.