"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ik heb niets tegen antisemieten, ik lééf ervan

Dinsdag, 5 januari, 2021

Geschreven door: Ischa Meijer
Artikel door: Quis leget haec?

Eerbetoon aan een markante journalist, schrijver en televisiemaker

[Recensie] Ischa Meijer was een journalist en televisiemaker die ik graag mocht horen. Daarom was ik benieuwd naar de bloemlezing die journalist Ronit Palache van hem samenstelde: Ik heb niets tegen antisemieten, ik lééf ervan.

Het is geen biografie, hoewel het vol met biografische elementen zit. Het is een greep uit zijn werk waarin Palache een beeld wil schetsen van twee belangrijke onderdelen van Ischa’s leven; de oorlog en het jodendom. Daarvoor bracht ze een aantal artikelen. columns, lezingen, interviews en toneelwerk van hem samen in dit boek. Dat houdt in dat we Ischa zelf horen, maar ook een keur aan mensen die hun eigen verhaal aan hem vertellen. Hoort dat hier thuis dan? Welzeker. Juist die interviews waren voor hem belangrijk;

“[…] hij bleef de rest van zijn leven vragen stellen. Ook die aan zijn geïnterviewden waren indirecte pogingen meer over zijn eigen verleden en familie te weten te komen. Ischa vertelde regelmatig in interviews mét hem dat interviewen ook een manier was via een ander uitdrukking te geven aan wat hij zelf wilde vertellen of voelen.”

Je zou hem tweede generatieslachtoffer kunnen noemen maar Judith Belinfante (door Ischa geïnterviewd in dit boek) noemde het treffend ‘de anderhalfste generatie’; wel in het kamp geweest, te jong voor veel herinneringen eraan maar des te meer kampend met de impact. Zo introduceerde Ischa het begrip ‘leedadel’. Wie in een kamp had gezeten bood tegen elkaar op. Bergen-Belsen kon niet op tegen Sobibor en Auschwitz stond bovenaan de top. Het is tekenend voor het milieu waarin hij opgroeide. Eufemismen als “hij is niet teruggekomen” waren normaal en als je een huisje huurt even controleren of de verhuurders wel okay waren geweest in de oorlog.

Geschiedenis Magazine

Alle stukken in de bloemlezing zijn met zorg gekozen en passen binnen de thema’s oorlog en jodendom. Soms direct, soms duiken de thema’s later op. Soms zijn de teksten wrang, …hoe bent u er zo toe gekomen om uitgerekend slachtoffer te worden? (uit de muzikale komedie De Dames) en soms uitermate hilarisch, zoals in de komedie Het leven van Jos Brink;

“Daarin lijkt Jezus weer ontzettend op m’n moeder, terwijl m’n moeder op haar beurt zelf verder in niks op Jezus lijkt, op dat ene gat in d’r hand na.”

Omdat ik Ischa vooral van televisie ken waren zijn Dikke Man-columns mooi om te lezen. Juist als je die achter elkaar leest vang je de sfeer goed, ik ga ze zeker ook herlezen;

“Tijdens zijn namiddagwandelingetje werd De Dikke Man aangesproken door een tamelijk treurig kijkende dame, die zei: ‘Ik ben een beetje in de war, meneer.’ De Dikke Man hield zijn pas in, en zette een luisterend gezicht op.
“ik heb namelijk een ongelukkige jeugd achter de rug,’ vervolgde De Treurige Dame. ‘Aangezien ik opgevoed ben door twee ouders die nogal geleden hebben onder de Tweede Wereldoorlog […]’”

Er staan ook aardig wat interviews in het boek, onder meer met Renate Rubinstein (Ronit Palache werkt ook aan een bloemlezing van haar werk), Ed van Thijn, Eli Asser, Hedy d’Ancona, Loe de Jong, Hanneke Groenteman en Leon de Winter. Hier hoor je van anderen wat het betekent om Joods te zijn en wat de impact is van de Tweede Wereldoorlog. Van anderen, maar voor Ischa ook geldend óf van belang. Regisseur Leonard Frank verwoordt het als volgt;

“Ik voel me het meest jood in negatieve omstandigheden; als een Israëlische diplomaat in Parijs doodgeschoten wordt, als er in Israël weer vreselijke dingen gebeuren, als er in Antwerpen een bom ontploft in een sjoel. Dan voel ik me zeer betrokken. Zeer. Maar ik ben niet gelovig, zal het ook nooit worden.”

Het boek besluit met een postuum interview met Ischa zelf. Geen gesprek dat Palache met hem voerde maar samengesteld uit meerdere, eerder gehouden, interviews met hem. Daarin hoor je Ischa alles nog eens uitspreken en als je hem hebt meegemaakt hoor je het hem ook zeggen. Dit boek is een prachtige uitgave en een mooi eerbetoon aan een markante journalist, schrijver en televisiemaker. Laat ik hem hier ook maar het laatste woord geven, daar was hij tenslotte het beste in;

“Het was altijd wat met die joden, zullen we maar zeggen, dat voelde ik wel. Dat thema liep tot voor kort door mijn werk heen. Vaak zeiden ze: “Hou nou eens op over dat jodendom.” Waarom zou ik erover ophouden, Wolkers heeft het toch ook voortdurend over die gereformeerde troep? Hoe vaker ze zeggen dat ik het weer over het jodendom heb, hoe vaker ik denk: dat wring ik jou door de strot.”

Eerder verschenen op Quis leget haec?