"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ik, J. Kessels

Vrijdag, 7 september, 2018

Geschreven door: P.F. Thomése
Artikel door: Hans Vervoort

Tja

[Recensie] “Stront, seks en foute grappen. Ik heb Ik, J. Kessels schuddend van het lachen zitten schrijven,” laat schrijver P.F. Thomése in de Volkskrant weten. Dat schept verwachtingen, want wie wil nou niet schuddend van het lachen een boek lezen over stront en seks met foute grappen? Thomése stelt niet teleur. Slap geouwehoer is een véél te zwakke kwalificatie voor het pulpverhaal dat hij schrijft over de auteur P.F. Thomése die van zijn uitgeverij (toen nog AtlasContact) een manuscript retour gestuurd krijgt dat hij niet geschreven blijkt te hebben.

Na zijn twee eerdere romans over de rokende, snuivende, drinkende en onder elke rok nattigheid voelende Brabantse journalist J. Kessels, heet dit manuscript Ik, J. Kessels en zou door het personage zelf geschreven zijn.

Géén theoretische mogelijkheid, want J. Kessels bestaat echt. Hij is columnist bij het Eindhovens Dagblad en was als jonge journalist bevriend met P.F. Thomése, met wie hij enkele welbesproeide reizen ondernam naar Duitsland en de Verenigde Staten. Maar Kessels heeft meermalen laten weten niet gecharmeerd te zijn van Thomése’s pastiche over hem.

Net zoals Telegraafjournalist Jan Spierdijk weinig gecharmeerd was van de belevenissen van de op zijn lijf geschreven Koos Tak, zoals jarenlang gerapporteerd in de Haagse Post door ‘pestkoppen’ Eelke de Jong en Rijk de Gooijer.

Kookboeken Nieuws

Op zoek naar de waarheid achter het aan hem geretourneerde maar niet door hem geschreven manuscript trekt P.F. Thomése naar hun beider hometown Tilburg en schrijft over deze tocht een duidelijk hilarisch bedoeld verslag dat nu onder de gestolen titel Ik J. Kessels verschijnt bij zijn nieuwe uitgeverij Pluim. En natuurlijk is Tilburg nog steeds Tilburg, het ‘O là là’ Parijs van Brabant, en als je een pilsje gaat drinken zijn de nachtfeeën daar nog steeds:

“Ik had plotseling ontzettende zin om met ze te neuken, die lieve lellebellen, uit dankbaarheid voor iets, maar ik kon niet kiezen. En zij ook niet. Telkens als ik zacht en romig ergens binnengleed, voelde ik een fijnzinnig handje dat mijn knoeperd weer naar buiten de kou in stuurde, waarna hij vanzelf ergens anders weer naar binnen glibberde. Maar van wie de ene en van wie de andere flamoes nog was, daar kon ik geen wijs meer uit. Ik lag onder, dus ik had er zelf geen zicht meer op. Soms meende ik de blonde te herkennen aan de ongearticuleerde geluiden die ik oppompte, maar ook in de andere schede waren de scheten niet van de lucht. We leken met z’n drieën wel een hoempaorkest.”

Het is heel goed denkbaar dat lezers na het roken van hasj en/of het drinken van teveel bier de slappe lach krijgen bij het lezen van Ik J. Kessels.

Zo’n boek als dit moet daarom natuurlijk kunnen bestaan. Maar daarmee is wel alles gezegd.

Eerder verschenen op Literaire Nederland en Hans Vervoort


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Vaderliefde

Verzameld nachtwerk

Verzameld nachtwerk

Ik, J. Kessels

De onderwaterzwemmer

De onderwaterzwemmer