"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Ik moet u echt iets zeggen

Dinsdag, 2 maart, 2021

Geschreven door: Mensje van Keulen
Artikel door: Quis leget haec?

Waarheid als een mokerslag

[Recensie] Mensje van Keulen heeft met haar verhalenbundel Ik moet u echt iets zeggen de Maarten Biesheuvelprijs 2021 gewonnen. Ongekend natuurlijke dialogen en geraffineerde plots waren de voornaamste redenen om de prijs toe te kennen en daar was ik best benieuwd naar.

Het is een dun boekje van 176 pagina’s met 9 verhalen dus je bent er zo doorheen, maar lees het niet te snel. De verhalen zijn inderdaad de moeite waard. Het leuke aan de verhalen is dat het om alledaagse mensen gaat in alledaagse situaties. Ze maken min of meer herkenbare dingen mee, maar de twist zit op het eind en dat geldt eigenlijk voor alle verhalen.

Iedereen heeft wel eens iets in huis verloren, maar voor Simone, door haar man ‘Siempje’ genoemd, gaat het om haar ring. Maar is hij wel in huis verloren? Het kan ook in de supermarkt geweest zijn. Man Patrick helpt mee;

“Hij mocht van de medewerker, die hem met gefronste wenkbrauwen succes wenst, bij de kassa een post-it onder het scherm naast het pinapparaat plakken.
‘Laten we, terwijl we de andere briefjes ophangen, zelf ook nog zoeken, Siempje, vooral op de groente-afdeling.’
‘Ik wil naar huis, alsjeblieft, laten we snel naar huis gaan.’
‘We moeten toch even zien of de mensen de briefjes lezen en of ze reageren, het is eigenlijk wel een aardig experiment.'”

Boekenkrant

Een herkenbare situatie, maar de afloop laat zich niet raden en dat is mooi. Dat geldt ook voor Bob, die op rekening bestelt in de bar. Iedereen kent Bob, behalve het meisje achter de bar. Dat maakt niet uit, de allerlaatste zin van het verhaal doet het hem en die ga ik hier niet weggeven.

Ook de moeder die een brief dicteert aan de rechter heeft een verhaal. Haar zoon Joey is een moordenaar en de dood van zijn oma heeft hem net dat zetje gegeven om zo te worden;

“De enige om wie Joey leek te geven was zijn oma. Hij ging steeds vaker bij haar langs. Ze gaf hem geld, dat natuurlijk ook. Maar toch, er was iets. Hij deed haar boodschappen en dankzij die kooklessen kookte hij ook voor haar. Het leek even rustig, maar ze kreeg een heel gemene kanker en toen ze doodging is het rietje, waardoor hij nog net een beetje de wereld in keek, geknapt.”

Uiteindeljik verdedigt zij niet haar zoon maar zichzelf. Wie ook voor zichzelf opkomt is de aankomend politica die een paar mannen laat langskomen voor een seksdate. Tegelijk. Een stopwatch ernaast en aan de slag. Maar daar heeft ze een reden voor; gaat u het vooral lezen.

De tekst op de binnenflap zegt dat de waarheid soms als een mokerslag komt maar soms subtiel onthuld wordt. Ik houd van beide en die laatste wordt mooi beschreven in het verhaal Meneer Harry, voor wie zich afvraagt waarom hij bij de zustertjes zit;

“Mijn broers noemden me vroeger niet voor niets een duikelaar: waar ik ook viel, ik sprong weer op. Tot dat moment waarop een donkere golf in mijn hoofd me verdoofde. Ik bleef volkomen bij terwijl de kracht uit me vloeide  en even een weldadige stilte bracht. Sindsdien maak ik gebaren met mijn linkerhand en glimlach naar de zustertjes en de meesten glimlachen terug.”

Misschien gaan subtiliteit en mokerslag hier wel hand in hand. Ik vind het mooi om te lezen. Ik denk ook nog even aan de weduwnaar die als toneelmeester naar zijn werk moet maar aan de praat wordt gehouden door een dame uit zijn straat. Des te groter is zijn verbazing als hij diezelfde dame tegenkomt in de zaal tussen het publiek van de cabaretier. En ook dan is ze niet stil.

Laat ik maar niet meer weggeven. Het zijn stuk voor stuk verhalen die knap in elkaar zitten en die ik met plezier gelezen heb.

Eerder verschenen op Quis leget haec?