"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

In de naam van Tienkamelen

Woensdag, 3 oktober, 2012

Geschreven door: Bouke Billiet
Artikel door: Tim van Gerven

Geslaagd, politiek getint debuut

Het schrijven van een politieke roman, dat wil zeggen een roman met een politieke boodschap, is een heikele onderneming. Het al te nadrukkelijk verkondigen van de boodschap zit het verhaal al gauw in de weg, gaat de lezer irriteren en de gedachte boet zodoende behoorlijk aan kracht in. Bouke Billiet weet deze valkuilen in In de naam van TienKamelen keurig te omzeilen.

De jonge Gentenaar kraakt in zijn debuut enkele kritische noten over de omgang van de westerse samenleving met haar buitenstaanders, met wie hij niet alleen illegalen en immigranten bedoelt, maar bijvoorbeeld ook de ouderen die worden weggestopt in tehuizen en naar wie nauwelijks nog wordt omgekeken. Dat de roman niet te drammerig wordt, komt in de eerste plaats door Billiets gevoel voor humor en zijn schitterende, eigenzinnige stijl. Op vrijwel iedere bladzijde staat een mooie observatie of verrassende beeldspraak. Wat bijvoorbeeld te denken van deze beschrijving van de sensatie van het wakker worden:

 ‘Soms word ik heel vroeg wakker, nog voor de pijn in mijn been. Dan lig ik verbaasd een beetje om me heen te kijken naar betekenisloze vage omtrekken die nog niet weten of ze andermaal pilaar en bidstoel en kruisbeeld willen worden. Het duurt even voor ze slaperig en lui hun dagelijkse vorm aannemen en pas op ’t allerlaatst, als er echt niet meer aan te ontsnappen valt, gaat Jezus terug aan zijn kruis hangen en neemt iedereen haar rol weer in.’

Aan het woord is TienKamelen, de hoofdpersoon en verteller met die malle naam uit de titel. Bovenstaand citaat is kenmerkend voor de lekker dwarse en naïeve manier waarop het meisje naar de wereld kijkt, een eigenwijsheid die onder meer het gevolg is van de ongebruikelijke opvoeding die ze geniet. Als weeskind groeit ze op in een kasteel in het Vlaamse Bokkele dat tegenwoordig dienstdoet als rusthuis. Omdat ze ook nog eens illegaal in het land verblijft – haar moeder was afkomstig uit een niet nader genoemd buitenland – en ze dus niet naar school kan en mag gaan, wordt haar opvoeding verzorgd door de bewoners van het kasteel, die al net zo excentriek zijn als het ‘bruine’ meisje dat hen steeds de soep komt brengen. Zo is er de gepensioneerde tuinman Oscar die voortdurend zijn eigen verleden en de wereldgeschiedenis door elkaar haalt. Er zijn de vier gezusters Verschueren die TienKamelen bij elke gelegenheid weer hetzelfde verhaal over haar moeder vertellen. En ook is er de moeder-overste die het verbod ziet als een voorwaarde voor genot en daarom als kind, opgroeiend in een atheïstisch gezin, al stiekem in God geloofde.

Foodlog

TienKamelens gemoedelijke leven tussen de ouderen kan echter niet blijven duren. Wanneer haar papierloosheid het gemeentebestuur van Bokkele te problematisch wordt, dient ze het land te verlaten. Ze komt uiteindelijk terecht in het Noord-Spaanse Zaragoza waar ze met een bont gezelschap immigranten en illegalen een nieuwe toekomst probeert op te bouwen. Opnieuw leeft Billiet zich met zichtbaar plezier uit in het portretteren van de vele bijpersonages. Hij weet ze met veel gevoel voor humor neer te zetten zonder daarbij de tragiek van hun zonder uitzondering getroebleerde levensverhalen uit het oog te verliezen. De Mongoolse jongen met de meisjesnaam, de Italiaans-Spaans sprekende Russische die spreekt in raadselen, de Quichoa-indiaan die naar Spanje is gekomen om het goud terug te vragen dat ‘de Spanjaarden hebben gestolen dat de Inca’s van de Quichoa hebben gestolen’, Billiet weet ze stuk voor stuk warmte en diepte mee te geven. Ondanks hun eigenaardigheden, of misschien juist wel dankzij hun eigenaardigheden, blijven zijn personages geloofwaardig en weten ze steeds weer te ontroeren.

Door elk van hen een eigen verleden mee te geven weet Billiet bovendien op een subtiele manier felle maatschappijkritiek in zijn roman te verwerken. Zijn illegalen, immigranten, hoeren, daklozen en ouderen krijgen een gezicht en bieden zo tegenwicht aan de ontmenselijking die de buitenstaanders in onze samenleving vaak ten deel valt en die we gebruiken om hun problemen te bagatelliseren: te vaak gaat men er bijvoorbeeld vanuit dat illegalen het probleem zijn, in plaats van dat zij problemen hebben. Billiet dwingt ons onze maatschappij en onze manier van denken te bekijken vanuit de tegendraadse blik van de buitenstaander waardoor de vreemde, hypocriete en onverschillige kanten ervan bloot komen te liggen. In de naam van TienKamelen weet zodoende niet alleen te ontroeren en aan het lachen te maken, het verhaal geeft ook stof tot nadenken.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.