"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

In de schemer fluit de merel

Vrijdag, 10 november, 2017

Geschreven door: Linda Olsson
Artikel door: Nico Voskamp

Eenzaamheid kent geen tijd

[Recensie] Voor merels kun je mij altijd wakker maken, als ze dat zelf al niet doen door op onfrisse tijden hun gefluit te laten horen. Maar hun lied heeft wel wat, dat trillertje, dat aarzelende gezoek naar noten, dat vrolijke lager/hoger zingen, in de ijskoude voorjaarsregen. Zo’n merelbeeld had ik bij de titel van dit boek, en inderdaad, er komen veel fluitende merels in voor. Iets te veel zelfs – zijn de arme diertjes er met hun nekveertjes bij gesleept om het verhaal cachet te geven?

Maar laten we bij het begin beginnen. De introductie van het verhaal wekt de leeslust wel op: “Drie eenzame mensen wonen in hetzelfde appartementengebouw in Stockholm: de depressieve Elisabeth, die zich voor alles en iedereen afsluit; Elias, een getalenteerd illustrator, die een geheim met zich meedraagt; en Otto, weduwnaar en voormalig eigenaar van een boekwinkel. Een verkeerd bezorgd pakketje vormt het begin van een voorzichtige vriendschap…”

Die eenzaamheid, depressiviteit en afsluiting zijn niet te missen. Weinig subtiel worden deze elementen geïntroduceerd als we kennismaken met voornoemde drie hoofdpersonen. Een pakketje dat verkeerd bezorgd is, zorgt voor het eerste contact. De driehoeksverhouding neemt vorm aan; we krijgen stukjes informatie die licht werpen op drie getormenteerde mensen.

En geteisterd zijn die drie zeker, neem nou weduwnaar Otto. Zijn gedachtenspinsels in een paar woorden bij een wandeling: “Hij besefte dat hij aan Eva liep te denken. Dat gebeurde hem niet vaak. Misschien kwam dat door de onbekende buurvrouw. Wanneer Eva opdook in zijn gedachten, was het altijd in de vorm van een beeld, nooit als een levende vrouw. Ze bestond alleen als een serie stilstaande afbeeldingen. Ze bewoog nooit, zei niets.”

Dans Magazine

Elias de getalenteerde illustrator is ook geen vrolijke Frans. Hij tekent prachtig, maar weet zelf niet precies waar zijn talent vandaan komt. Of hoe hij sowieso met mensen om moet gaan. Of hoe hij een verhaal in woorden bij de tekeningen moet maken. Het is maar goed dat zijn vriend Otto veel boeken heeft gelezen en hem dus met teksten kan helpen.

Elisabeth lijkt de meest getraumatiseerde van het stel. Ze leeft wel in het appartement, maar als een plant. Door het contact met Otto en Elias krijgt ze een duwtje in de rug om weer iets van haar leven te gaan maken.

Langzaam komen de drie dichter bij elkaar, en ontdekken dat er meer is dan leven in afzondering. Er komen voorzichtige gesprekjes, een etentje, gezamenlijke wandelingen, en we leren de drie mensen beter kennen. In dit gedeelte van het boek is Olsson het sterkst. Ze legt haarscherp de pijnlijke en/of schaamtevolle momenten van elkaar aftastende mensen bloot, en de daarbij samengaande momenten van geluk enof diepe teleurstelling.

Op driekwart van het boek hebben de drie geleerd om behoedzaam met elkaar om te gaan. Daar verzwakt helaas het verhaal. Hoofdstukken lang gebeurt er vrijwel niets terwijl de lezer uitkijkt naar een wending, een revelatie, een lijk in de kast desnoods. Niets van dit alles. Pas in het laatste stukje boek leeft het verhaal op. Dan vallen ook de puzzelstukjes in elkaar en ronden de hoofdrolspelers het verhaal af. Of dat dan nog naar tevredenheid is, mag de lezer beoordelen.

Ook gepubliceerd op Nico’s recensies 


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.