"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

In het midden van de reis door mijn leven

Maandag, 25 december, 2006

Geschreven door: Jeroen Brouwers
Artikel door: Bert Zuidhof

De oorsprong van een oeuvre

Hoe gaat een schrijver te werk? Op welke manier komt een boek tot stand? Vragen die tot de verbeelding spreken, want wie zou niet eens een kijkje in de schrijverskeuken willen nemen? Renate Dorrestein schreef naar aanleiding van deze vraag Het geheim van de schrijver(2000), een handboek voor de – beginnende – schrijver, waarin ze zowel schrijfadviezen geeft als haar eigen auteurschap beschrijft. Uitgeverij Atlas bracht in 2002 een ander deel van dit ‘geheim’ aan het licht met Een doolhof van relaties, dat het schrijverschap van Hella Haasse als onderwerp had. In dit ‘oerboek’ wordt getoond hoe haar novellenbundel tot stand is gekomen; niet zozeer door het beschrijven van Haasses gewoontes, schrijfregels of vulpennen maar door het publiceren van de verschillende aanzetten en eerdere versies van deze bundel, om zo te laten zien hoe het uiteindelijke resultaat uit de eerdere pogingen is ontstaan. De tweede uitgave in deze serie oerboeken – we mogen onder anderen delen van E. du Perron, Cees Nooteboom en A.F.Th. van der Heijden tegemoet zien – is In het midden van de reis door mijn leven van Jeroen Brouwers.

Begin jaren zeventig vindt er een aantal gebeurtenissen plaats die een keerpunt betekenen voor de auteur Brouwers: zijn laatste novelle wordt bejubeld, zijn huwelijk loopt vast en zijn vroegere geliefde pleegt zelfmoord. Vooral dit voorval zet Brouwers aan tot schrijven, zoekend naar een manier om alles weer op een rijtje te krijgen. De verzameling van tekstfragmenten die ontstaat, geschreven op allerlei losse papieren, enveloppen, in marges van boeken en op het pakpapier van de afhaalchinees, wordt in het net overgeschreven. Een deel van wat hiervan is bewaard – een kleine maand schrijfwerk, zo’n vijftig pagina’s – is in In het midden van de reis door mijn leven opgenomen. Daarnaast bevat dit boek een inleiding van Brouwers zelf, foto’s, een essay van Johan Vandenbroucke (een kenner van Brouwers’ oeuvre) en de ‘De Exelse Testamenten’, de fragmenten in hun eerste samenhangende verhaalvorm.

Volgens de samenstellers is een oermanuscript van een auteur “dikwijls de sleutel tot zijn latere werk en verdient het om die reden alsnog te worden gepubliceerd.” Dankzij de toelichting van Brouwers en het essay van Vandenbroucke wordt inderdaad zichtbaar op welke manier het manuscript zich verhoudt tot Brouwers’ latere werken. Het blijkt dat veel thema’s uit zijn latere boeken al aanwezig zijn in dit oermanuscript, zoals bijvoorbeeld de relatie met Anna Walravens (de vriendin die zelfmoord pleegde), en de steeds terugkerende motieven van klokken en vliegen. Vooral in De zondvloed (1988), maar ook in Bezonken rood(1981) en Het verzonkene (1979) komen deze elementen in verschillende vormen terug. De manier waarop motieven, thema’s en symbolen terugkeren wordt breed uiteengezet door Vandenbroucke en levert een interessant resultaat. Net als in het gehele oeuvre van Brouwers, hangt ook in dit manuscript alles met alles samen.

Vandenbroucke laat heel duidelijk zien hóe Brouwers omgaat met de fragmentenpoel. Bijna alle teksten zijn terug te vinden in Brouwers’ latere werken – soms letterlijk, soms als variatie – en als hij een fragment of zin heeft gebruikt, wordt dit zorgvuldig aangegeven, zodat er geen zin is die twee keer voorkomt. Vandenbroucke geeft veel aandacht aan deze zorgvuldige en precieze wijze waarop het manuscript is geplunderd. De lezer hoeft niet zelf het oeuvre van Brouwers door te pluizen op zoek naar sporen van het oermanuscript.
Het oermanuscript van Brouwers en ‘De Exelse testamenten’ zelf zijn minder interessant dan het essay en de inleiding. Het verhaal heeft, omdat het zo kort is, weinig om het lijf en omdat de inleiding en het essay steeds naar dezelfde passages verwijzen is er soms sprake is van een herhaling van zetten. Daardoor kan het lezen een groot déjà vu worden. Het oerboek in zijn geheel is echter erg interessant. Hoe schrijft Jeroen Brouwers? Het antwoord op deze vraag is niet zozeer een weergave van alle schrappingen, toevoegingen en herschrijvingen. Wel is het een weergave van de manier waarop Brouwers orde aanbrengt in een schijnbaar chaotische verzameling fragmenten. In het midden van de reis door mijn leven is niet in de eerste plaats een roman. Het is een oerboek om precies te zijn, en dat is een erg interessant genre.

Geschiedenis Magazine

Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.