"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Marking your way

Dinsdag, 13 oktober, 2020

Geschreven door: Marion Debruyne, Katleen De Stobbeleir
Artikel door: Marnix Verplancke

“Je zou je net zo goed de vraag kunnen stellen waarom er zoveel incompetente mannen CEO zijn.”

Marion Debruyne en Katleen De Stobbeleir, decaan en professor aan de Vlerick Business School, schreven een boek over de hobbelige weg naar succes en geluk in het leven. En daarbij putten ze uit onderzoek, maar ook vrijelijk uit hun eigen leven, ontdekten we.

[Interview] “Weet je wie ik een vrouw van deze tijd vind?” vraagt Marion Debruyne, “Arianna Huffington, een Griekse die met een beurs in Cambridge ging studeren en daarna naar de V.S. is verhuisd. Eerst schreef ze biografieën, daarna ging ze de politiek in om het loodje te leggen tegen Arnold Schwarzenegger. Maar ze gaf niet op. De race om het gouverneurschap had haar de kracht van het internet getoond, wat tot haar oprichting leidde van de Huffington Post, toen ze al 55 was. Haar loopbaan was niet rechtlijnig, af en toe faalde ze en 55 is niet de leeftijd waarop je verwacht wordt nog iets nieuws te beginnen. Heel atypisch dus, maar wel succesvol, en helemaal van deze tijd. Wie volgt er de dag van vandaag immers nog een nette rechtlijnige carrière zoals vijftig jaar geleden? Dat zijn uitzonderingen geworden, maar toch zitten we nog steeds met dat beeld in ons hoofd.”
Marion Debruyne is decaan van de Vlerick Business School. Samen met haar collega Katleen de Stobbeleir schreef ze Making Your Way, een managementboek dat meer wil zijn dan een managementboek, en dat vijftien mythes ontkracht om gelukkig te worden en van je leven een succes te maken. Volg je eigen weg, aanvaard dat de wereld imperfect is en wees vooral een mens, zou je het boek in een paar slagzinnen kunnen samenvatten. Wanneer ik opmerk dat hun tips niet alleen nuttig kunnen zijn in een bedrijf, maar ook in een gezin, en dat je net zo min je personeel moet afblaffen als je kinderen, glimlachen de beide dames breed: “Tough love, dat moet zowel een bedrijfsleider als een opvoeder bieden,” voegt Debruyne toe: “De beste leider is immers niet de strengste of de liefste, maar wel degene die je zegt wanneer je te ver bent gegaan, of net niet ver genoeg.”

Je gaf net het voorbeeld van Arianna Huffington, maar niet iedereen heeft het toch in zich om zoals zij te worden? Daar moet je toch dat extraatje voor hebben?

De Stobbeleir: “Dat denken we dan, waarna we toch maar blijven zitten waar we zitten. Maar eigenlijk vergissen we ons. Toen ik in de VS ging studeren, kreeg ik een topmentor, Sue Ashford, iemand als de Meryl Streep van de academia. Ik was zo onder de indruk van haar palmares dat ik bijna niet durfde te vertrekken. Maar wat bleek? Het was een heel normale vrouw, die inderdaad perfecte papers schreef, maar daarvoor ook heel veel drafts nodig had en gewoon keihard werkte.”

Kookboeken Nieuws

Een beetje geloof in jezelf kan wonderen doen?

Debruyne: “Je ziet altijd alleen je eigen worsteling met de onzekerheid, maar anderen hebben die evenzeer. Ik weet nog goed welk een bevrijding ik voelde toen ik een studie las over het imposter syndrome, het gevoel dat je in feite de boel aan het belazeren bent, dat je niet geschikt bent voor je job en ieder moment door de mand kan vallen. Toen ik op mijn 29e prof werd in de VS had ik vaak dat gevoel. Ik werd in het diepe gegooid en moest les geven aan MBA-studenten die bijna allemaal ouder waren dan mij. Dus negeerde ik mijn knikkende knieën en vermande ik me, maar het gevoel bleef dat ik als Vlaams meisje de Amerikanen marketing strategy ging bijbrengen, terwijl zij dat nota bene hadden uitgevonden. Dus liep ik altijd met het gevoel rond dat ik ontmaskerd zou worden, tot ik die studie las en besefte dat ik niet alleen was.”

Maar toch ben je na vijf jaar teruggekeerd naar België.

Debruyne: “Ja, en ook dat was niet makkelijk. Ik had het gevoel dat ik dit gewoon moest doen. Volgens zowat al mijn Amerikaanse collega’s vergooide ik zo een schitterende toekomst, zoiets als een sterrenchef die een bistro wou beginnen. Ik voelde iets wringen en was niet echt gelukkig in Amerika, maar het heeft lang geduurd vooraleer ik naar die stem wou luisteren.”

En geen spijt?

Debruyne: “Zeker niet, het leek een stap achterwaarts, maar soms moet je die kunnen zetten om daarna een sprong voorwaarts te maken. Wat ik van mijn collega Marc Buelens heb geleerd is dat je een keuze moet omarmen eens je ze gemaakt hebt. Zit niet de hele tijd te piekeren over hoe het anders had kunnen zijn, maar kijk vooruit. En besef tegelijkertijd dat niets onherroepelijk is. Ik zie vaak hoe de jonge afgestudeerden van Vlerick zitten te stressen over welk jobaanbod ze moeten aanvaarden, alsof die eerste keuze levensbepalend zal zijn. Als je na een half jaar ziet dat het toch niet is wat je verwacht had, kun je toch nog steeds een andere richting uitgaan?”

Zijn die pas afgestudeerde millennials te veeleisend, zoals wel eens wordt beweerd?

De Stobbeleir: “We moeten positief blijven over die generatie. Die jongeren zijn perfectionistischer, maar dat zijn ze over de hele breedte van hun leven. De generaties voor hen waren bereid om alles op te offeren voor hun carrière. Millennials hechten meer belang aan de maatschappelijke impact van hun keuzes en aan de balans tussen werk en leven. Dat is positief. Het enige nadeel is effectief dat wanneer ze een job zoeken ze even perfectionistisch zijn en die dus meteen je van het moet zijn.”

Debruyne: “Ik vind het verhaal van Mette Lykke daar een mooi voorbeeld van. Zij is CEO van het social impact-bedrijf Too Good To Go dat voedselverspilling wil tegengaan. In haar job als management consultant had ze het wel vaak over maatschappelijke impact, merkte ze, maar ze had die in feite niet zelf. Ze wou relevantere dingen doen en meer controle krijgen over het eigen leven. Nu even heel hard doorwerken en straks zorgeloos naar dat familiefeest gaan. En dus richtte ze haar eigen bedrijf op”

De Stobbeleir: “Dat is het mooie aan die generatie. Die durft dat soort problemen aanpakken. Als er geen oplossingen bestaan, dan gaan we ze zelf maken, zeggen ze, zoals Boyan Slat deed, de 18-jarige jongen die The Ocean Cleanup startte. Of kijk naar Greta Thunberg. Zulke figuren hadden we in onze generatie veel minder. Maar het mooist van al vind ik toch de wijze waarop ze werk en leven integreren, en dat terwijl heel veel bedrijven er tot voor kort op drukten dat leven en werk volledig gescheiden zijn.”

Dat vond ik inderdaad de grote verrassing van jullie boek, dat jullie de balans tussen werk en leven naar de prullenmand verwijzen.

Debruyne: “Het is gewoon een onrealistisch doel dat veel te normatief werkt. Veel mensen zouden het leven dat wij leiden uit balans noemen: te veel werk en te weinig van de rest. Alleen voelt dat voor ons wel aan als een leven in balans. Dat heeft alles met persoonlijke stijl en voldoening te maken. Sommige mensen zijn integratoren, die hebben liefst dat werk en leven wat door elkaar lopen. Anderen zijn separatoren en willen de zaken liever scheiden. Wijzelf zijn het eerste type, werk en leven lopen voor ons door elkaar.

En hoe pak je dat zelf aan?

Debruyne: “Ik heb al in ontiegelijk veel cafetaria’s van sportclubs zitten werken terwijl de kinderen trainden of een wedstrijd speelden. Ik heb daar absoluut geen probleem mee. In het boek beschrijf ik hoe ik tijdens een vriendenweekend op het strand een column zat te schrijven voor de Financial Times omdat ik die belangrijk vond. Het leven is een marathon en in die marathon zitten af en toe sprintjes waarop je je moet concentreren. Het schrijven van dit boek is bijvoorbeeld zondagwerk geweest, maar ik heb dat met heel veel plezier gedaan. Zo lang je het gevoel hebt dat wat je doet zinvol is, je er zelf voor kiest om het te doen en je indien nodig wat gas kunt terugnemen, zie ik niet in wat het probleem zou zijn.”

De Stobbeleir: “Ik heb een van de hoofdstukken van het boek letterlijk op de loopband geschreven, met mijn dictafoon voor me. Balansdenken gaat er onterecht vanuit dat we maar twee levensdomeinen hebben, werk en leven, maar dat is natuurlijk niet zo. We weten dat mensen om echt gelukkig te zijn vier zaken nodig hebben: tijd voor henzelf, tijd voor familie en vrienden, werk en het gevoel maatschappelijke impact te hebben. Je kan het zien als een knoop aan een hemd of bloesje. Als de draad loskomt in een van de vier gaatjes, valt heel je knoop eraf. Wat je vaak ziet is dat er problemen ontstaan op het werk die afstralen op de thuissituatie, waardoor men zich thuis minder goed voelt en men zich nog meer op het werk gaat gooien. Met het risico dat het faliekant afloopt natuurlijk.”

Het idee om het personeel van je bedrijf te verbieden om na vijf uur nog mails te beantwoorden is dus fout?

De Stobbeleir: “Uit onderzoek blijkt dat veel mensen die gestresseerd zijn doordat hun werkuren een kooi zijn waar ze constant tegenaan vliegen. Als ze dat een stukje kunnen loslaten en zaken integreren, werkt dat bevrijdend. Het gaat er vooral om een context te creëren waarin je je goed voelt. Als jij wil dat de dingen door elkaar lopen, moet je ze dat laten doen, en wil je dat niet, dan moet je de mogelijkheid hebben om ze te scheiden. Wel weten we dat werk de neiging heeft om je hele leven te overheersen en dat moet je als bedrijf natuurlijk wel bewaken”

Slechts vijf procent van de CEO’s is vrouw. Waarom zo weinig?

De Stobbeleir: “Je zou je net zo goed de vraag kunnen stellen waarom er zoveel incompetente mannen CEO zijn. Volgens onderzoek komt dat doordat we heel stereotype beelden hebben over leiderschap. We denken dan aan een heroïsche leider die alle antwoorden heeft, terwijl er geen enkel bewijs is dat die het beter doet. Het beeld van een CEO die inclusief is, advies vraagt en feedback zoekt strookt niet met het stereotype beeld dat we hebben van leiderschap.”

Debruyne: “Ik denk dat dit ouderwetse leiderschap gedoemd is te verdwijnen in onze snel veranderende wereld. Als leider moet je continu mee veranderen en daarom de vinger aan de pols houden, feedback vragen, input krijgen en jezelf blijven ontwikkelen. Als je dan denkt alle antwoorden al op voorhand te kennen, ga je geheid op je gezicht. Jacinda Ardern, de eerste minister van Nieuw-Zeeland stelt dat beeld bijvoorbeeld expliciet in vraag. Het is niet omdat je empathisch bent, dat je niet sterk kunt zijn, toont ze.”

De Stobbeleir: “Toen Marion decaan werd, heeft zij iedereen van de school gevraagd wat ze zouden doen als zij decaan waren. Ik vond dat een gedurfde, maar slimme zet. Als decaan weet je dan meteen wat er speelt, en als medewerker krijg je het gevoel dat je mening wordt geapprecieerd. Maar veel leiders hebben het daar moeilijk mee, want ze denken dat het zwak is.”

Welke van de vijftien tips uit het boek is voor jullie persoonlijk de belangrijkste?

De Stobbeleir: “Dat varieert elke dag, maar misschien toch dat je moet beseffen dat er meer is in het leven dan je carrière. Een positieve impact hebben op de wereld en je steentje bijdragen aan het grote maatschappelijke debat kunnen net zoveel voldoening geven.”

Debruyne: “Je moet inderdaad nagaan welke steen je wil verleggen in de rivier, klein of groot, en je moet daarbij geen Boyan Slat zijn. Je kan je ook afvragen wat je impact is op de mensen rondom jou.”

En hoe zal Covid 19 de bedrijfswereld veranderen?

De Stobbeleir: “We weten niet hoe dit zal evolueren. Voorzichtigheid is dus geboden. Zeker lijkt me dat we geleerd hebben dat flexibiliteit aangenaam en productief is.”

Debruyne: “Iedere crisis schept nieuwe kansen. Kijk naar Uber en Airbnb, dat zijn de kinderen van de financiële crisis van 2008. We moeten niet al te veel wanhopen. Er zal iets veranderen, maar de ondergang wordt het niet. Wees flexibel, zou ik mensen willen meegeven, leer bij en blijf employable.”

Marion Debruyne (Torhout, 1972)
1995: Studeert af als burgerlijk ingenieur scheikunde aan de UGent en volgt daarna een jaar Marketing aan de Vlerick Business School.
2002: Behaalt een doctoraat in de Toegepaste Economische Wetenschappen aan de UGent.
2005: Keert na vijf jaar aan Wharton, Kellogg, en Emory University (US) terug naar Vlerick.
2015: Wordt decaan van de Vlerick Business School.

Katleen De Stobbeleir (Hamme, 1978)
2001: Behaalt het diploma arbeidspsychologie aan de UGent.
2006: Onderzoeker aan de Ross School of Business, University of Michigan (US).
2008: Behaalt een doctoraat in de Toegepaste Economische Wetenschappen een de UGent.
2009: Wordt professor of leadership en coach aan de Vlerick Business School.
2010: Wordt naast Vlerick Business School, ook professor aan de KU Leuven.

Eerder verschenen in De Morgen