"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Inventaris van enkele verliezen

Vrijdag, 28 mei, 2021

Geschreven door: Judith Schalansky
Artikel door: Quis leget haec?

Uitnodiging om leegtes in te vullen

[Recensie] Inventaris van enkele verliezen van Judith Schalansky is een bundeling van twaalf verhalen met als thema dingen die er niet meer zijn. Met 242 pagina’s is het geen dik boek en de verhalen zijn dus kort, maar ze zitten bomvol prachtige beschrijvingen.

Hoe ga je schrijven over dingen die er niet meer zijn en vooral waarom? Schalansky zegt daarover in het voorwoord;

“Zoals alle boeken is ook het onderhavige boek aangedreven door de wens iets te laten overleven, iets wat voorbij is voor de geest te halen, wat vergeten is te bezweren, wat verstomd is aan het woord te laten komen en wat verzuimd is te betreuren.”

Mooi gezegd, maar wat ze in een interview in Trouw van maart 2020 hierover zegt vind ik veel interessanter. Daarin zegt ze namelijk dat je alles kan projecteren op dat wat afwezig is. De leegte nodigt juist uit tot invulling en dat is wat ze met deze bundel doet en waar ze lezer ook toe aanzet. Bovendien schrijft ze haar verhalen in hooggeconcentreerde vorm, omdat ze volgens eigen zeggen eigenlijk een boek wilde schrijven waar de hele wereld in past.

Boekenkrant

Nu zijn er talloze dingen verloren gegaan in de geschiedenis, dus er moesten keuzes gemaakt worden. Het lijkt bij het eerste verhaal of we verder gaan in haar Pocketatlas van afgelegen eilanden, want daarin gaat het over een vermoedelijk in 1843 verzonken eiland. Ieder verhaal wordt ingeleid door een tekst met de ontstaans- en verdwijningsgeschiedenis, waarna het verhaal volgt waarin Schalansky ons meeneemt in haar gedachtenstroom.

Prachtig is het verhaal over de Kaspische tijger. Het verhaal gaat over het oude Rome, waar deze tijgers in de arena moesten vechten tegen leeuwen. Schalansky beschrijft dit op onnavolgbare wijze;

“De tijgerin komt overeind en opnieuw omcirkelt ze haar tegenstander. De in het nauw gedreven leeuw weert haar af, maar zijn slagen missen doel. De rode kat deinst achteruit en springt, vliegt door de lucht als een projectiel, landt op de rug van de leeuw. De massieve lijven rollen door de arena, met bloed besmeurd, bruin van het stof. De leeuw brult hees, schudt de tijgerin af, kucht, tuimelt, zakt door zijn poten. Over zijn rug heen lopen twee gapende wonden, uit diepe bijtsporen vloeit het bloed.”

Bovenstaand citaat vat het niet eens goed samen want het gaat nog even zo door; je ziet het hele gevecht voor je en je zou denken dat ze dit echt heeft bijgewoond.

Verder gaat het over gebouwen die zijn verdwenen zoals de Villa Sacchetti, de liefdesliederen van Sappho waar maar bar weinig van is overgeleverd, een verloren gegane film of het schilderij Haven van Greifswald dat er niet meer is. Dat schilderij leidt tot een prachtig verhaal over een wandeling door de omgeving van haar jeugd (Schalansky is geboren in Greifswald) waarbij ze scherp observeert;

“De starheid is verdwenen, de vorst is uit de grond, het land is rustig, bijna beschroomd, argeloos. Kraakwilgen en berken staan er nog naakt bij, het geraamte van hun takken enkel omhuld door een fijn bloesemwaas. De doornhagen hebben nog maar enkele nieuwe blaadjes. Met gelige rozetten krult het groen van de sleedoorn uit zijn loten. Hier en daar hangen in de takken nog de verdroogde besjes van de vorige zomer. In de zachte schaduw van de sleedoorn verschuilt zich klimop en staan tere, met licht dons begroeide brandnetels.”

Argeloos land, zachte schaduw; ik houd er van. Ook dit gaat nog even zo door en de verleiding is groot het citaat veel langer te maken, maar lees het vooral zelf. Schalansky vult dus verhalen in of gebruikt, als voormalig DDR-ingezetene eigen herinneringen, bijvoorbeeld bij het verdwenen Palast der Republik, een van asbest vergeven kolos die inmddels is afgebroken.

Nog even over de vormgeving van het boek. In het voorwoord geeft Schalansky aan dat in haar ogen het boek het volmaaktste is van alle media. Omdat ze naast schrijfster ook grafisch ontwerpster is heeft ze het boek ook zelf vorm gegeven. Ieder verhaal wordt voorafgegaan door een zwarte pagina  waarop heel subtiel een afbeelding staat, ook in het zwart, die met het daaropvolgende verhaal te maken heeft. Ook de cover is op verzoek van de Nederlandse uitgever speciaal door haar ontworpen. Kortom, naast de verhalen is ook de vormgeving dik in orde.

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur:

Pocketatlas van afgelegen eilanden

Inventaris van enkele verliezen

De lessen van mevrouw Lohmark