Delft leren kennen met kwast en verf en linnen
[Recensie] De Delftse donderslag, de buskruitramp van 1652 is het begin van het kinderkunstboek Isabella Boem en de schilder Pieter de Hooch. Een illustratie van Martijn van der Linden op de eerste bladzijde toont de ontploffing. Eenvoudige tekening maar wel een die duidelijk een ontploffing laat zien.
Op Historiek is te lezen over deze grote ramp. Er gingen heel veel verhalen rond over de gebeurtenis. Een verhaal dat ook rond ging was het verhaal over een meisje van anderhalf dat tussen de brokstukken is gevonden met een appel in haar hand. Margje en Sjoerd Kuyper geven dit meisje een naam, Isabella Boem. Dit meisje stimuleert Pieter de Hooch om taferelen in Delft vast te leggen.
Isabella speelt een rol in dit kinderkunstboek doordat de schrijvers haar mee laten kijken met de schilder. Jaartal wordt gegeven als er verteld wordt over De Delftse ramp. Verder wordt over tijd gesproken uitgaande van de wereld van Isabel. Een voorbeeld, de schilder vertelt dat als zij een omaatje is, ze dan Delft van vroeger kan laten zien.
Isabel speelt ook een rol in het toepassen van diepte, licht en schaduw. Geen theoretisch verhaal over hoe Pieter schildert maar verhalend uitgelegd.
De illustratie op de bladzijde waar Isabella de deur opent past heel mooi bij haar uitleg over de diepte in een schilderij. Verder is aan de kleding in de illustraties te zien dat het verhaal in een andere tijd speelt. Ook Johannes Vermeer met zijn straatje is niet vergeten.
Wat het boekje aantrekkelijk maakt: het is verhalend, brengt een stuk geschiedenis in beeld en verhaalt over de schilder Pieter de Hooch. Er zit spanning in, is informatief en blijft leuk om voor te lezen.
Pieter de Hooch en zijn werken zijn t/m 16 februari 2020 te zien in museum Prinsenhof in Delft.
Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles
